In een antwoord op de wijdverspreide standaardisering, komt Van Lanschot Kempen nu met specifieke beleggingen in vermogensbeheer. Private banking klanten kunnen vanuit hun vermogensbeheerportefeuille voortaan een accent leggen met hun zogenaamde “surplus” vermogen.
Dat zeggen Mark Buitenhuis en Florentine Hanlo in gesprek met Investment Officer. Het is een volgend voorbeeld van de institutionalisering van de retailmarkt, aangezien de private bank bestaande institutionele oplossingen beschikbaar maakt voor vermogende particulieren.
Deze ‘specifieke beleggingen’ richten zich op respectievelijk private markten, impactbeleggingen, alternatieve vastrentende waarden en megatrends. Voor de eerste drie accenten heeft Van Lanschot Kempen oplossingen waar het al in belegt, gepoold tot nieuwe fondsen. “Privaat” belegt daarbij in private equity en real assets zoals vastgoed, “Impact” legt de nadruk op illiquide duurzame beleggingen in bijvoorbeeld private equity en private debt en “Alternatieve vastrentende waarden” belegt onder meer in private debt en distressed debt. Voor “Megatrends” belegt de bank in individuele aandelen die gekoppeld zijn aan één van de vier door de private bank gedefinieerde megatrends.
‘Klanten hebben enerzijds behoefte aan ontzorging, maar vinden het anderzijds ook interessant om een directe invloed te hebben op hun beleggingen’, zegt Buitenhuis, die verantwoordelijk is voor de private banking kantoren van Van Lanschot Kempen in Nederland.
Surplusvermogen
De kernportefeuille belegt in transparante, liquide beleggingscategorieën. Met het surplusvermogen, het stuk vermogen dat geen primaire doelstelling zoals levensonderhoud heeft, kunnen klanten toegang krijgen tot minder liquide beleggingscategorieën. Deze ‘andere rendementsbronnen’ hebben een lage correlatie met traditionele markten en zijn normaal gesproken minder toegankelijk zijn voor particulieren.
De nieuwe oplossing is voor private banking klanten die een belegbaar surplusvermogen hebben vanaf 125.000 euro. De inleg per specifieke belegging is dan ook die 125.000 euro. Hoeveel surplusvermogen een klant heeft, wordt in overleg bepaald, vertelt Buitenhuis. ‘Zowel het absolute bedrag als het percentage hangt af van iemands wensen en financiële situatie. Als een klant bijvoorbeeld een zeer aanzienlijk pensioeninkomen wil hebben, zal een groter deel naar de kernportefeuille gaan dan bij iemand die relatief bescheiden leeft of iemand die meer risico wil nemen.’
Hanlo, hoofd private client solutions: ‘De verhouding tussen kern- en surplusvermogen is persoonlijk. Óók persoonlijk, is het accent of de accenten die een klant kiest. De ene klant met een belegbaar vermogen van 1 miljoen euro, wil en kan misschien 5 ton steken inspecifieke beleggingen, de ander 2 ton, of helemaal niets. Het échte antwoord voor de verdeling tussen de kernportefeuille en de surplusbeleggingen is dus dat het afhangt van de persoonlijke keuzes, de financiële doelstellingen en de beleggingshorizon van de klant.’
Spreiding
Daarnaast spelen persoonlijke interesses een grote rol. Buitenhuis en Hanlo geven het voorbeeld van een klant met een grote duurzaamheidsbehoefte, die voor de kernportefeuille voor het concept Duurzaam kan kiezen en met het surplusvermogen vervolgens een extra impact-accent kan leggen. Hanlo: ‘Behoefte aan bredere spreiding kan natuurlijk ook een reden zijn; een toevoeging van illiquide beleggingscategorien zoals private markten die minder samenhang vertonen met traditionele beursgenoteerde markten verbetert de risicorendementsverhouding van een klantportefeuille met een liquide kern.’
Cijfers zijn daarbij niet te geven. Hanlo: ‘De exacte verbetering van de risicorendementsverhouding hangt af van de gekozen specifieke beleggingen, de verhouding tussen de kern- en het surplusvermogen en het gekozen concept voor de kernportefeuille. Daarnaast is voor het accent Impact bijvoorbeeld het risicorendementsprofiel belangrijk, maar méér nog de gemaakte impact.
Buitenhuis: ‘Behalve losse rapportages over de beheerportefeuille en de specifieke beleggingen, sturen we klanten voortaan een geconsolideerde rapportage waarmee ze hun totale beleggingen bij elkaar zien. Zie het als een rapportage van het totaalvermogen met allemaal subonderdelen.’
Interesse
Vooralsnog lijkt de interesse voor de vier specifieke beleggingen grofweg gelijk. De “smaken” zijn ook bewust gekozen op basis van de meeste aanvragen vanuit klanten, zeggen Buitenhuis en Hanlo. Buitenhuis: ‘Private equity spreekt veel van onze klanten aan, ook omdat een groot deel van hen ondernemer of oud-ondernemer is. Maar eigenlijk verwacht ik dat veel klanten een mix zullen kiezen van meerdere specifieke beleggingen zodra hun surplusvermogen dat toelaat, omdat ze allemaal iets bijzonders toevoegen aan een portefeuille.’
De portefeuilles worden beheerd door bestaande teams van Van Lanschot Kempen, aangezien het om beleggingen gaat die al langer worden aangeboden aan institutionele beleggers. ‘Alles is er al, dus we hoeven geen extra mensen aan te trekken’, legt Hanlo uit. ‘Alleen bij het megatrendsfonds ligt het iets anders. Al deze trends volgen we al, zoals clean water. De invulling van deze trends door middel van aandelenselectie laten we over aan een externe partij.’
De kosten voor de beleggingsdienstverlening van specifieke beleggingen zijn lager dan de kosten voor vermogensbeheer. De beheervergoeding voor de kernportefeuille van private banking is 0,47 procent excl. btw (bij 500.000 euro) daalt naarmate het volume groter is. De totale kosten verschillen vervolgens per specifieke belegging. Privaat is bijvoorbeeld duurder dan het megatrendsfonds.