De wereld bevindt zich in een overgangsfase, met toenemend economisch nationalisme, dat kan leiden tot hogere risicopremies en lagere k/w-verhoudingen.
Dat zegt Wocjiech Stanislawski, een van de beheerders van het Comgest Growth Emerging Markets Fund in een gesprek met Fondsnieuws.
De huidige overgangsfase maakt dat er versneld een consolidatie plaatsvindt en dat opkomende landen een groter aandeel in de wereldeconomie zullen nemen.
Structureel in Westen, cyclisch in Azië
Volgens de Franse fondsenboutique is de economische vertraging in de opkomende landen niet van structurele aard, zoals in de landen van de G7, maar cyclisch van aard.
Door dat het bankensysteem in deze regio’s gezond is en geen sprake is van kredietexcessen, zoals in de VS, zal de return on capital hoger zijn en zal er sprake zijn van een outperformance, zowel op de aandelen- als op de valutamarkten.
Comgest is een in 1986 opgerichte Franse fondsenboutique, waarvan de partners 100 procent eigenaar zijn. Het vlaggenschip is het Magellan-fonds, dat beheerd wordt door Vincent Strauss samen met Stanislawski. Strauss heeft meer dan 30 jaar ervaring.
Samen beheren zij ook het Comgest Growth Emerging Markets Fund, een in Ierland geregistreerd fonds dat vrijwel identiek is aan Magellan. Beide fondsen hebben vijf Morningstar-sterren.
Contraire stijl
Het huis hanteert een contraire stijl. ‘Ja, wij voelen ons niet thuis in de massa. We staan liever alleen. Als iedereen euforisch is, worden wij sceptisch en vice versa. Wij richten ons op ondergewaardeerde aandelen met weinig neerwaarts risicopotentieel. Zo gingen we al in 2007, ver voor de uitbraak van de crisis, defensief.’
Stanislawski: Wij doen niet mee aan de euforie rond China, grondstoffen en infrastructuur. Wij zijn langetermijnbeleggers: behoedzaam, risico-avers. Bij ons geen verrassingen. Maar eind 2008 en begin dit jaar, toen niemand er meer in geloofde, zijn we vol ingestapt.’
De fondsbeheerder verwachten dat de opkomende landen op termijn outperformers zullen zijn. ‘Maar dat betekent niet van vandaag op morgen een outperformance van de aandelenmarkten. Zo hebben we er in het Westen belang bij dat de Chinezen meer consumeren, maar daarvoor ontbreekt de sociale structuur. Het duurt nog jaren voor ze tot meer leverage bereid zijn.’
De fondsmanagers geloven in de outperformance die landen als China en India kunnen bieden, maar daar spelen ze op een eigen wijze op in.
‘Het aantal auto’s in opkomende landen zal toenemen. Maar wij stappen dan niet in autobedrijven, maar in bedrijven die wegen aanleggen. Dat zorgt voor een aanhoudende inkomstenstroom. Hetzelfde geldt voor luchtverkeer. Wij stappen niet in luchtvaartmaatschappijen, maar in vliegvelden.’
Kwantitatieve en kwalitatieve criteria
Het selectieproces vindt plaats op basis van kwantitatieve criteria, zoals tweecijferige winststijgingen, bovengemiddelde winstmarges, hoge return on equity, gezonde balansen en sterke cash flow.
Daarnaast worden er kwalitatieve criteria aangehouden, zoals een sterk franchise-model, moeilijk te betreden markten, langdurige concurrentievoordeel en pricing power.
De klanten van het fondsenhuis bestaan vooral uit institutionele beleggers. Het Magellan-fonds is 2 miljard euro groot, het Comgest Growth Emerging Markets beheert 1,5 miljard euro aan vermogen.
All weather fondsen
Stanislawski zegt dat beide fondsen ‘all weather fondsen’ moeten zijn: ze moeten in slechte tijden (2008) outperformen en ook in goede tijden mee profiteren van een sterke markt
Magellan heeft de afgelopen tien jaar een outperformance ten opzichte van de MSCI Emerging Markets gehad van jaarlijks gemiddeld 7 procent. De TER is 2,14 procent. De beleggingsportefeuille bestaat uit niet meer dan 40 tot 50 bedrijven.
Het comgest Growth Emerging Markets doet het de laatste vijf beter dan 98 procent van de markt, al blijft het nu iets achter bij de benchmark.