Kristel Cools (foto) is verantwoordelijk voor de pan-Europese asset management activiteiten van Rivertree Investment Funds, het onderdeel van KBL epb dat het fondsenbeheer voor zijn rekening neemt. Uit het gesprek onthouden we vooral de grote verschillen tussen de verschillende markten.
Cools: ‘Rivertree Investment Funds is op de eerst plaats een ‘boutique’ asset manager, die volledig autonoom kan werken maar tegelijkertijd ook voordeel haalt door deel uit te maken van de KBL epb groep. De set-up is eerder lokaal, want de fondsbeheerders zijn gevestigd in vijf verschillende landen.
Proximiteit of nabijheid bij de cliënt is voor ons een enorme meerwaarde. Op de meeste markten positioneren we ons eerder als challenger. Die proximiteit biedt het voordeel dat we gebruik kunnen maken van onze lokale kennis in asset management.’
Segmenten
Cools benadrukt dat Rivertree een beperkt aantal segmenten heeft geïdentificeerd waarin het toegevoegde waarde kan creëren.
Cools: ‘We behouden absoluut het vertrouwen in onze rol als actieve beheerder. De meeste van onze beleggers vandaag zijn gebaseerd in Europa, de activaklassen waarop wij focussen, richten zich dus ook hoofdzakelijk op deze regio. De belangrijkste subsegmenten zijn Europese small- en midcaps, waar we een heel sterk team hebben, high dividend aandelen en beursgenoteerd vastgoed. Alles wat we doen, kennen we heel grondig. In de segmenten die ik vernoemde, kunnen we een aanzienlijke toegevoegde waarde creëren als actieve beheerders.’
Fixed Income
Cools zegt dat Rivertree zich in het fixed income segment vooral richt op short term fixed income. ‘Drie jaar geleden hebben we ook als een van de eerste spelers een green bond fonds gelanceerd in Luxemburg en België. Momenteel bedragen de AUM zo’n 45 miljoen euro.
Green bonds zijn voor mij een heel transparante activaklasse, want we kunnen vertrouwen op het Climate Bonds Initiative en de Green Bond Principles, die op onafhankelijke wijze bepalen of een obligaties kan beschouwd worden als een echte ‘Green Bond’. Het kader is er dus, want deze externe organismen gaan erop toezien dat er effectief projecten met een positieve impact op het milieu worden gefinancierd met het opgehaalde geld, niet enkel bij uitgifte, maar ook tijdens de looptijd.’
Verschillen tussen markten
Cools heeft als hoofd asset management van de groep een goed zicht op de pan-Europese markt, en benadrukt dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen de markten onderling.
‘De Nederlandse markt is bij uitstek een grote markt voor institutionele eindklanten. De Belgische institutionele markt is veel meer versnipperd, en er zijn ook aanzienlijk lagere bedragen mee gemoeid. De Belgische particuliere belegger is ook voorzichtiger dan de Nederlandse, en dat heeft grotendeels te maken met de Belgische mentaliteit. De Belgische belegger wil kapitaalaangroei, maar tegelijk ook voorzien in zijn behoeften van vandaag en morgen. Ook de fiscaliteit rond beleggen is in andere landen eenvoudiger.
In België zien we dat multi-asset oplossingen erg populair blijven. Het beheer en de asset allocatie worden dus gedelegeerd aan een expert. In de Belgische fondsenmarkt nemen multi-asset oplossingen 50 procent van de markt in. Wij zien dit trouwens ook weerspiegeld in onze eigen portefeuilles en zien nog een aanzienlijk groeipotentieel weggelegd voor dit segment.’
Actief versus passief
Tot slot nog enkele bedenkingen over actief versus passief beheer: ‘In sommige gevallen gaan we passief beheer aanbieden, zoals in Nederland voor enkele fondsen. Maar ik blijf er toch van overtuigd dat actief beheer nog steeds een mooie toekomst heeft. De afgelopen maanden hebben we wat sectorrotatie gezien, en dan kan een actieve beheerder die z’n vak kent hier volgens mij nog steeds het verschil maken.’