Voor Robeco is 2019 een jaar met twee gezichten: voor het derde jaar op rij is er sprake van een recordinstroom. Tegelijkertijd is er het verlies van een groot fiduciair mandaat. ‘Echt heel spijtig’, zegt topman Gilbert Van Hassel in een gesprek met Fondsnieuws.
Om je in deze hevig concurrerende sector te onderscheiden moet je dan ook keuzes maken. Robeco heeft dat eerder dit jaar gedaan nadat het ruim 25 miljard euro grote mandaat van Pensioenfonds Vervoer verloren ging aan Achmea Investment Management. Daarop werd besloten volledig te stoppen met fiduciaire dienstverlening in Nederland.
‘Wij hebben er alles aan gedaan om Pensioenfonds Vervoer te behouden. De uiteindelijke teleurstelling was dan ook groot. Na het vertrek bleven we met zo’n 6 miljard euro beheerd vermogen achter. Pas op dat moment hebben we de keuze gemaakt om de investeringen en de kosten, die het aanbieden van fiduciair management met zich meebrengt, te stoppen en verder te focussen op onze kernthema’s.’
Van Hassel: ‘We hebben daar bewust voor gekozen. Dit begint met het principe dat wij een actieve manager zijn. Datgene wat we fundamenteel actief doen, doen we zeer geconcentreerd en met een grote afwijking van benchmarks. Daarnaast hebben we onze quant-filosofie, waarmee we een actief alternatief bieden voor indextrackers of ETF’s op een concurrerend prijsniveau.’
Kernthema’s
Deze strategische keuzes pakken goed uit, want 2017, 2018 en 2019 tot nu toe zijn de drie beste jaren in het 90-jarige bestaan van Robeco. ‘In 2017 hadden wij een netto-instroom van 11 miljard euro, in 2018 was dat zelfs 14 miljard euro. Ik verwacht dat we dit jaar ook in de richting van de 13 à 14 miljard euro gaan. We doen dat in een markt waarin de meeste van onze concurrenten assets verliezen en het hele retail-/wholesale-segment eigenlijk in een risk off-modus staat.’ Het verlies van de pakweg 30 miljard euro aan fiduciaire mandaten valt in kalenderjaar 2020. Ultimo september 2019 had Robeco 199 miljard euro onder beheer.
In de beleggingsfilosofie van zowel fundamentele- als de meer kwantitatieve focus, richt Robeco zich op 5 kernthema’s. Van het beheerd vermogen wordt ruim 70 miljard euro beheerd volgens de quant-filosofie. Op dit moment zijn er zo’n 160 verschillende quant-portefeuilles. Andere thema’s zijn credits, opkomende markten en trend investing. Het vijfde kernthema, dat er als een overlay bovenhangt is duurzaamheid. ’Dit zit in ons DNA en wij zijn er 100 procent van overtuigd dat integratie van duurzaamheid in onze beleggingsbeslissingen op langere termijn leidt tot betere voor risico-gecorrigeerde rendementen.’
Een overtuiging die op internationaal niveau veelvuldig onderwerp van gesprek is is ESG, zegt de Belg Van Hassel. ‘Het onderwerp komt overal binnen de eerste 15 minuten wel op tafel.’ Toch moeten we volgens hem ook realistisch blijven: ‘We zijn in Nederland natuurlijk heel erg ver, maar dat is nog niet overal zo. In Azië is rendement bijvoorbeeld nog altijd het kritische element, al verandert dit ook geleidelijk. In het Midden-Oosten moest je tot twee jaar geleden niet eens over dit onderwerp beginnen. Maar ook deze landen hebben het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Het wordt hier in dat opzicht ook urgenter. Hoewel de VS uit het akkoord zijn gestapt, blijft de interesse daar nog steeds heel erg groot.’
Quant-research
De uitdaging is volgens Van Hassel voorop te blijven lopen, ook als duurzaamheid in de loop van de tijd mainstream zal worden. ‘Wij doen dit door te investeren in infrastructuur en vooral in research. Ons quant research en portfoliomanagement team bestaat uit meer dan 40 mensen, waarvan ongeveer twintig medewerkers met een doctoraatstitel. Wij stimuleren hen om contact te blijven houden met de academische wereld, bijvoorbeeld door te doceren naast hun werk bij Robeco. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat onze researchers verder kijken dan alleen applied research, gericht op het verbeteren van het beleggingsproces, zodat je blijft nadenken over innovatie. Op dit vlak doen wij als middelgrote belegger zeker niet onder voor de zwaargewichten.’
Het concurrentieveld houdt Van Hassel nauw in de gaten. ‘Wij kijken continu naar mogelijkheden voor niet-organische groei. Op het gebied van private markets, alternatieve beleggingen en absolute returnstrategieën zijn wij ondervertegenwoordigd. Daarnaast kunnen we in het VK, de VS en Azië best wat extra distributiekracht gebruiken. Voorwaarde is wel dat zo’n overname past in termen van waardering.’
Mandaatfondsen
Hoewel hij zich op de vlakte houdt over de implicaties van de recente keuze van Rabobank voor BlackRock als fiduciair manager voor zijn discretionaire beheerportefeuilles, is Van Hassel positief over de concurrentieslag om mandaatoplossingen in de wholesalesector: ‘70 tot 75 procent van onze business is institutioneel en als zodanig “mandaatbusiness”. Tot en met eind september van dit jaar hebben we 45 nieuwe mandaten met een gemiddelde grootte van 200 miljoen euro per fonds. Het is al heel lang duidelijk dat institutioneel en wholesale naar elkaar toe groeien. Daar zijn wij volledig op ingesteld.’
Een kritische noot bij de opkomst van mandaatfondsen heeft Van Hassel ook. ‘We moeten opletten hoe we in dergelijke constructies omgaan met kosten. De doelstelling van de EU-richtlijn Mifid II is meer kostentransparantie en dan vooral ook in termen van wie wat wordt aangerekend. We moeten er op blijven letten dat de klant de juiste prijs voor het juiste product betaalt.’
Dit artikel is opgenomen in het Fondsnieuws magazine dat woensdag 18 december verschijnt.