Rolf Stout, de fondsmanager van Fortis Obam, weigert de weging in zijn wereldaandelenfonds te veranderen. ‘We geloven in onze strategie, we zijn lange termijnbeleggers. We passen ons beleid niet aan.’
Stout is met Fortis Obam een van de best presterende fondsmanagers van de afgelopen jaren. Maar dit jaar staat hij per eind oktober op een negatief rendement van ruim 60 procent.
Dat verlies is vooral veroorzaakt toen na de zomer sectoren onderuit gingen waarin Fortis Obam overwogen is. Dat zijn materialen, energie en emerging markets.
Gebroken boekjaar
Fortis Obam hield dinsdag zijn aandeelhoudersvergadering na zijn gebroken boekjaar dat op 30 september is geeindigd. Het fonds kwam in die verslagperiode op -10,7 procent, tegen -23 procent voor de MSCI World Index.
In de tweede helft van het boekjaar ging het echter mis: Fortis Obam stond ultimo september op een Ytd van -45,3 procent, tegen -20,7 procent voor de index.
Onvoorstelbare koersdalingen
Stout zegt in een gesprek met Fondsnieuws dat ‘de onvoorstelbare koersdalingen tot blinde paniek hebben geleid, zodat beleggers niet meer naar de onderliggende waarde van de bedrijven kijken’.
‘Neem Ezra, dat belegt in olieservices. Dat fonds heeft op jaarbasis de brutowinst met 157 procent zien stijgen en de winst per aandeel met 178 procent. Toch daalde de dag na de publicatie van deze cijfers de koers met 15 procent. Dat bedrijf wordt verhandeld tegen twee keer de winst.’
‘Dat wijst erop,’ zegt Stout, ‘dat we in een periode leven dat de vooruitzichten of de waardering van bedrijven er niet meer toe doen.’
De-leveraging
‘Ik kan ermee leven dat als een bedrijf minder winst maakt de koers omlaag gaat. Maar wat de situatie nu zo ongrijpbaar maakt zijn de koersbewegingen, met de ene dag tien procent erbij en de volgende dag tien eraf. Dat is onzinnig.’
Volgens Stout is deze volatiliteit het gevolg van massale de-leveraging door zowel professionale als particuliere beleggers.
‘Wat we in 1987 hebben beleefd, is kinderspel met wat er nu aan de hand is. In 1987 waren de consumenten in een veel betere positie, was er geen overspannen huizenmarkt in de VS, stond kredietverlening niet onder druk en speelden hedgefondsen nog geen rol. Dat is nu allemaal anders.’
Uitstroom
Dat Azië sinds deze zomer ook zo hard onderuit gaat, wijst er volgens Stout op dat de aandelenmarkten in deze landen uitstroom van Westers kapitaal nog niet kunnen opvangen. De beursbeweging zegt volgens hem dan ook weinig over de onderliggende kracht van Azië.
Ook in energie, waarin ruim 22 procent van de portefeuille is belegd, blijft Stout vertrouwen houden.
‘We zitten in olieservices, zoals Fugro. Bij de investeringsprogramma’s houden deze bedrijven rekening met een olieprijs van 35 tot 40 dollar. Dat betekent dat ze niet te lijden zullen hebben van de lage olieprijs. Daarom blijven we geloven in deze fondsen.’
Volgens Stout is het probleem met de olieprijs als met andere grondstoffen, namelijk dat er tegenwoordig zoveel geld in om gaat, dat er geen inzicht meer is in de fundamentele prijs omdat iedereen massaal in- en uitstapt.
Meer regulering
Om weer te herstellen van deze crisis is volgens hem nodig dat de aandelenbeurzen in rustiger vaarwater komen. Om dat te bereiken zal meer regulering nodig zijn, stelt Stout.
Dat geldt wat hem betreft zowel voor de hedgefondsen als voor de gestructureerde produkten die met een grote leverage werken, waardoor het kostenelement wordt gemaskeerd. Ook vindt hij de voorlichting van deze produkten onder de maat.
Houdbaarheid
Begin dit jaar verklaarde Stout dat de houdbaarheid van de fondsmanager zo lang is als zijn laatste prestaties.
Als hem die stelling wordt voorgelegd, zegt hij dat 2008 een heel moeilijk jaar zal zijn en dat hij inderdaad vindt dat als je twee jaar achtereen zulke prestaties levert, je een moeilijk verhaal hebt.
‘Voor mij is altijd de driejaars-termijn bepalend. Ik wil absoluut bewijzen dat ik een outperformer ben.’