R-co Valor is een van de meest populaire gemengde fondsen op de Belgische markt. De manager heeft geprofiteerd van de recente turbulentie om zijn blootstelling naar de aandelenmarkten te versterken, vooral naar technologie-, olie- en Amerikaanse financiële beursgenoteerde bedrijven.
Rothschild & Co is een bekende manager voor Belgische beleggers, dankzij de reputatie van R-co Valor, een flexibel fonds dat in april 2019 25 jaar bestaat. Het fonds heeft vijf sterren van Morningstar en was in de afgelopen tien jaar goed voor een jaarlijkse gemiddelde prestatie van meer dan 12%. Het fonds is sterk gericht op aandelen en had in 2018 dan ook een moeilijk jaar, net als veel andere flexibele fondsen, maar de waarde is in januari al weer sterk gestegen met een rendement van meer dan 10%.
‘We hebben de impact van de spanningen tussen de Verenigde Staten en China duidelijk onderschat’, zegt Yoann Ignatiew, manager van R-co Valor fonds. ‘Eind jaren 2018 sloop veel angst in de koersen.’
R-co Valor wordt nu vergezeld van een ‘jongere broer’, R-co Valor Balanced, dat een minder volatiel profiel krijgt met een grotere exposure naar obligaties (45 tot 100 procent van de portefeuille), terwijl de aandelen-exposure beperkt zal blijven tot maximaal 50%. Deze aandelenportefeuille wordt beheerd door Yoann Ignatiew op dezelfde basis als R-co Valor, terwijl het beheer van de obligatieportefeuille zal worden toevertrouwd aan Emmanuel Petit (foto), directeur obligatiebeheer bij Rothschild & Co. ‘We streven naar een jaarlijkse gecomprimeerde prestatie van tussen de 5 en 7 procent, met een volatiliteit van tussen 6 en 8%.
Groeivertraging
Zoals bij de meeste flexibele fondsen, zal het beheer van deze twee producten gebaseerd zijn op een macro-economisch scenario. “Analyse van de cyclus zal de belangrijkste factor in ons management zijn’, zegt Emmanuel Petit. ‘Wereldwijd verwachten we eerder een groeivertraging dan een recessie, met een wereldwijde groei die in 2019 zal vertragen tot 3,5%. Op Europees niveau merk ik dat het risico van een harde Brexit op dit moment nog niet is verwerkt in de koersen, met name op de kredietmarkt niet.’
Voor de obligatiemarkten wijst Petit erop dat lage rendementen tot grote voorzichtigheid leiden ten aanzien van staatsobligaties, terwijl kredietfundamentals de nadruk leggen op een overweging naar bedrijfsschulden. ‘We hebben ten opzichte van 2018 het rendement teruggevonden, vooral bij Europese high yields.’
Amerikaanse aandelen
Met verwijzing naar de Verenigde Staten wijst Yoann Ignatiew erop dat een groeivertraging naar 2% goed nieuws is. ‘Het grootste risico voor de aandelenmarkten zou een voortzetting zijn geweest van de renteverhogingen van de Federal Reserve. De draai van 180 graden die Fed-president Jerome Powell heeft gemaakt, is een positieve factor en laat zien dat de automatisme van een normalisatie niet zo automatisch is als we dachten.’ Hij is echter van mening dat de voortzetting van de opwaartse beweging op de aandelenmarkten afhankelijk zal zijn van de ondertekening van een handelsovereenkomst tussen de Verenigde Staten en China.
Yoann Ignatiew stelt dat hij voor aandelen van de neerwaartse trend heeft geprofiteerd om zijn posities te versterken, vooral naar technologie, energie, gezondheid en financiën. Daarbij richt hij zich vooral op bedrijven met weinig schulden. ‘Wat technologie betreft, gaven we er de voorkeur aan om de weging van Chinese aandelen in onze aandelenportefeuille te vergroten, omdat ze het afgelopen jaar zwaar gestraft zijn. werden. Voor financials hebben we onze posities versterkt in Amerikaanse zakenbanken en Canadese verzekeraars, waaronder instellingen met ambitieuze aandelen-inkoopprogramma’s.’
Goudwinning blijft interessante bet
Ignatiew is enthousiast over de energiesector, omdat de olieprijzen de komende maanden kunnen stijgen, terwijl gezondheid een sector is van structurele groei waar sprake is van aanzienlijke toetredingsdrempels. De mate van concentratie die daarvan het gevolg is, zal de waarderingen in de sector waarschijnlijk verder opdrijven. ‘We handhaven daarnaast ook onze positie in goudwinning, omdat de productie daalt terwijl centrale banken (met name in de opkomende landen) kopers blijven van het gele metaal om daarmee de reserves te diversifiëren.’