Ruim de helft van de door ABN Amro, ING, InsingerGilissen en Kempen getipte beleggingsfondsen voor 2019 heeft de benchmark verslagen. Alle fondstips haalden dit jaar - soms heel hoge - positieve rendementen.
Drie actieve fondsen haalden geen outperformance, en bij de twee getipte ETF’s kon dat natuurlijk ook niet verwacht worden. Voor de achterblijvende fondsen geldt dat deze soms alsnog de gewenst rol hebben gespeeld in een portefeuille. Het gaat per slot van rekening om keuzes voor accenten binnen een goed gespreide portefeuille, geen compleet portefeuille-advies.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij de fondsen die senior portfoliomanager Paul Linssen van InsingerSilissen heeft aangeraden, zowel voor wat betreft de aandelenfondsen als het obligatiefonds.
Hoewel dit Aegon European ABS fonds achterbleef op de brede vastrentende markt, haalde het wel hogere rendementen dan de benchmark. Wat Linssen bovendien tevreden stemt is dat het fonds ondanks de sterke rentedaling dit jaar, in de afgelopen maanden een stabiele koersontwikkeling heeft laten zien vanwege de lage rentegevoeligheid en gemiddelde hoge kredietwaardigheid van de onderliggende ABS-leningen.
Voor de gekozen aandelenfondsen van Robeco en Stewart waren de eerste vier maanden van dit jaar een zware dobber, mede vanwege dat benoemde defensieve karakter van de fondsen. In het geval van Robeco drukte de geringe allocatie naar IT ook op de resultaten. Beide presteren inmiddels weer in lijn met de markt, aldus Linssen. ‘En het Stewart-fonds verloor beduidend minder dan de markt op het moment dat het handelsconflict tussen de VS en China oplaaide.’
China
Het door ING gekozen EMD-fonds van NN IP kon de goede prestaties van de eerste jaarhelft volgens Simon Wiersma mede doortrekken dankzij de renteverlagingen van de centrale banken en de positieve ontwikkelingen in de handelsbesprekingen tussen de VS en China. ‘We zijn tevreden met het fonds’, concludeert de Investment Manager over de outperformance van 2 procent ten opzichte van de benchmark.
Dit is overigens een andere benchmark dan het NN-fonds zelf hanteert, namelijk eentje waarvan onder meer tweederde in lokale valuta is genoteerd, waarvan vervolgens 50 procent is gehedged naar euro’s. Ten opzichte van de eigen benchmark, heeft het fonds een underperformance laten zien.
Minder tevreden is Wiersma met zijn ETF-keuze. ‘We hadden achteraf een instrument moeten kiezen dat de lokale markt beter volgt, aldus Wiersma. De iShares China Large Cap ETF volgt de 50 grootste Chinese bedrijven en is genoteerd in Hongkong, terwijl de koersstijging van Chinese aandelen op het vasteland dit jaar voornamelijk werd gedreven door small- en midcapaandelen.
Hoewel ING het JPMorgan US Value Fund tenslotte, voornamelijk koos vanwege de hoge weging van financials, heeft deze sector zich tegen een achtergrond van een oplopende rente in de VS voornamelijk staande gehouden dankzij meevallende resultaten van Amerikaanse banken. Andere accenten en de selectie van aandelen hebben wel goed uitgepakt, volgens Wiersma.
Duurzaamheid
ABN Amro legde in haar fondstips het accent op duurzaamheid, door het Janus Henderson Global Sustainable Equity fonds te kiezen, plus een duurzame tracker op de MSCI USA index. In het eerste geval leverde dat outperformance op, mede dankzij een forse positie in technologie, het ontbreken van een positie in energie en juiste aandelenselectie.
In het geval van de ETF bleek de voorkeur voor Amerikaanse aandelen boven Europa, Azië en Emerging Markets binnen de regionale allocatie een goede, concludeert Martin Stolker van ABN Amro Investment Solutions, de asset manager van ABN Amro. ‘De MSCI USA presteerde met 25,7 procent beter dan de MSCI ACWI ex USA met 18,3 procent.’
De keuze voor een tracker van UBS op de MSCI USA SRI 5% Issuer Capped index snoepte wat van dat rendement af, doordat deze index de weging van individuele aandelen beperkt tot 5 procent. Stolker: ‘Uit spreidingsoptiek hebben wij voor deze index gekozen omdat Microsoft anders 16 procent van de portefeuille uit zou maken. Dit is echter wel de reden geweest dat het fonds in de eerste tien maanden van het jaar achterbleef bij de MSCI USA SRI Index. De beurskoers van Microsoft steeg tot dusver in 2019 met maar liefst 46 procent.’
Het gekozen obligatiefonds bleef achter bij de index, hoewel Stolker blij is met de voorkeur voor opkomende markten boven Europa. ‘De landenallocatie (negatief) en de selectie van individuele obligaties (positief) hadden de meeste invloed op het relatieve rendement. Vooral de overweging van Argentinië heeft relatief rendement gekost, al belegde Neuberger Berman in Argentinië wel in de juiste obligaties.’
Groei en waarde
Dan het multi management team uit Kempen, dat de ingezette koers heeft vastgehouden met “drie uit drie”. Het T. Rowe Price GEM fonds en het Alliance Bernstein aandelenfonds profiteerden volgens senior portfoliomanager Ralph Engelchor (foto) van het feit dat groeiaandelen over de gemeten periode beter hebben gepresteerd dan waarde-aandelen. Succesvolle aandelenselectie was echter de belangrijkste reden van de outperformance van beide fondsen.
Specifieker navigeert het TRP-fonds volgens hem succesvol door het handelsconflict tussen de VS en China door te beleggen in bedrijven die profiteren van een aanhoudend grote binnenlandse vraag, terwijl de beheerder terughoudend is met het beleggen in meer exportgedreven ondernemingen. Voor het AB-fonds is hij enthousiast over de keuze van het fonds voor aantrekkelijk gewaardeerde groeibedrijven.
Een opvallend resultaat tegenover deze groeifondsen, is de outperformance van het Harris aandelenfonds, aangezien Harris een value-belegger is. ‘Ondanks de stijl-tegenwind slaagde Harris er tot dusver in om de benchmark voor te blijven dit jaar. Met name de beleggingen in financials en de gezondheidszorg pakken positief uit.’