saemor_capital.jpg

‘De cyclische afzwakking die in de eerste helft van 2011 zichtbaar werd, was voor ons reden om een zwaarder accent te leggen op winstrevisies- en kwaliteitsfactoren. Dat is achteraf een juist beslissing geweest.’

Dat zegt Sven Bouman (rechts op de foto; links Erwin Kleijn die verantwoordelijk is voor de investor relations), beheerder van het Saemor Europe Alpha Fund dat vorig jaar een rendement boekte van bijna 18 procent en één van de best presterende long/short fondsen was.

Bouman blikt in een gesprek met Fondsnieuws terug op het afgelopen jaar en stelt dat op basis van een kwantitatieve top down analyse (die macro-economische ontwikkelingen vooral beoordeelt in relatie tot trends binnen aandelenmarkten) een goede inschatting werd gemaakt van de draaiende markt.

Vier kwadranten
Het kwantitatieve model, waarvan Saemor Capital gebruik maakt, kijkt naar vijftig individuele factoren die zijn onderverdeeld in vier kwadranten: waarderings-, momentum- (winstrevisies- en koerstrends), winstgevendheids- & groei-, en kwaliteitsfactoren (sterkte bedrijfsbalans, stabiliteit winst door de tijd heen etc).

Deze factoren zijn gebaseerd op academisch onderzoek en uitgebreid getest door het research team van Saemor. Het zijn stuk voor stuk factoren die op lange termijn goed werken, maar op de kortere termijn worden gedreven door de economische cyclus.

Door de factorwegingen in het model tactisch bij te sturen kan van deze patronen gebruik worden gemaakt.

‘In april, mei kwamen we tot de conclusie dat de groei afzwakte en dat winstrevisies en kwaliteitsfactoren in ons aandelenselectiemodel zwaarder aangezet moesten worden ten koste van cyclische waarderingsfactoren als koers/boekwaarde’, zegt Bouman.

Sectormodellen
De selectie en weging van factoren verschilt per bedrijfssector. Op basis van deze sectormodellen worden alle Europese aandelen gerangschikt naar aantrekkelijkheid. Saemor maakt gebruik van een risicomodel om een marktneutrale portefeuille samen te stellen van circa 125 posities long en 125 posities short.

Longposities waren ondermeer in bedrijven met een stabiele winstgroei en een hoog dividend, zoals het pharmaconcern AstraZeneca. De shortposities bestonden ondermeer uit cyclische waarden en financials, zoals Lonmin en RBS.

Universum
Het totale universum waaruit het fonds kan putten, is ongeveer 1.000 Europese bedrijven en 15 sectoren groot. Geput wordt uit liquide aandelen van ten minste 250 miljoen dollar free float groot en een dagelijkse handelsomzet van meer dan 1 miljoen dollar.


De volatiliteit van het fonds is laag: ongeveer 8 procent, terwijl de aandelenmarkten normaal ongeveer 18 tot 20 procent beweeglijkheid kenden. De correlatie van het fondsrendement met de markten is veelal nul, zegt Bouman.

Omzet en TER
Aangezien steeds naar het optimum in de vier kwadranten wordt gezocht, is de omzet groter dan bij traditionele fondsen. Gemiddeld is elke holding niet meer dan 3 maanden in portefeuille.

Bouman stelt dat de koers- en winsttrends van de bedrijven en risicomanagement wekelijks aanleiding geeft tot bijsturing. Het beleggingsteam bestaat uit zes mensen.

Afhankelijk van de share class ligt de Total Expense Ratio (TER) tussen de 1,1 en 1,7 procent. Het fonds is in 2008 opgezet door Sven Bouman en Aegon, en opereert sindsdien zelfstandig, al is Aegon nog de grootaandeelhouder.

Alphagedeelte
Het Aegon Europese aandelenfonds belegt het alphagedeelte in zijn portefeuille (15 procent) in het Saemor fonds en het resterende van fondsvermogen volgt de MSCI Europe index.

Saemor Capital beheert meer dan 500 miljoen euro en weet zich in de belangstelling van institutionele beleggers en family offices, dankzij een nominatie in het kader van de prestigieuze EuroHedge Awards (op de foto, voorafgaand aan de prijsuitreiking). 
 
Bouman zegt dat het fonds dit jaar mogelijk ook via fondsplatforms en private banking zal worden aangeboden.

 

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No