Met de lage werkeloosheid, de recent oplopende CAO lonen (negotiated wages) en huizenprijzen die blijven doorstijgen, kan het niet anders dan dat inflatie eindelijk op gaat lopen. Dat is in ieder geval de wensgedachte van de ECB. Vergeet het maar! Daarvoor zijn de globale krachten te groot.
Dan hebben we het over de overvloed aan spaarkapitaal van een vergrijzende bevolking en de globale concurrentie, die ondanks handelsoorlogen, gewoon doorgaat.
De ECB is de enige centrale bank met als voornaamste taak om zich met inflatie bezig te houden. Niet op groei, werkgelegenheid of andere economische of sociale parameters. Die pure focus komt voort uit de Bundesbank die ooit werd achtervolgd door het spook van hyperinflatie.
Het repetitieve ECB-verhaal
Toen de ECB met de komst van de euro werd opgericht in 1999 was men nog niet zo concreet over het doel. Voormalig ECB-president Willem Duisenberg formuleerde in 2003 “below but close to 2 procent” om het opwaartse inflatiegevaar te bezweren. Sinds de eurocrisis wordt er meer gesproken over deflatie dan inflatie en is bij de ECB de wens de vader van de gedachte geworden. Iedere ECB-voorspelling is identiek. Inflatie is nu laag, maar gaat straks, dankzij het ECB-beleid, oplopen.
Buiten de ECB weet iedere econoom en de markt beter. De laatste voorspelling van de ECB is 1,6 procent voor 2022, terwijl de markt het op 1 procent houdt. Klopt dat inflatieniveau wel, want de gevoelsinflatie is veel hoger. Als je onder de inflatie motorkap kijkt dan begrijp je het. Nu telt huisvesting voor 6,5 procent mee in het euro-inflatiemandje, terwijl bijna iedereen meer dan 25 procent van zijn inkomen aan wonen uitgeeft.
Lage inflatie kan omslaan in deflatie en dan kom je in de deflatiespiraal. Prijzen dalen, koopgedrag wordt uitgesteld zodat een economische crisis onafwendbaar is. In theorie althans, want in de praktijk zijn hier geen voorbeelden van. Niet vreemd, want de menselijke natuur heeft een drang om uit te willen geven en die behoefte is universeel. Daarnaast hebben mensen een tijdsvoorkeur, liever iets nu dan later. Deflatie volgt vaak na het barsten van een asset bubble. Japan wordt vaak genoemd, maar dat kent al 30 jaar echte prijsstabiliteit: 0 procent inflatie.
Reality check voor de ECB
Inmiddels is het besef van een blijvend lage rente breed doorgedrongen. De realiteit heeft het van het wensdenken gewonnen. Japan is een mooi voorbeeld hoe de vergrijzing goed gemanaged kan worden zonder veel welvaartsverlies. De centrale bank beleid heeft de eurorente (neem voor het gemak de swaprente) nu volledig onder de Japanse rente gedrukt. In plaats van het echt aanpassen van de ECB-doelstelling en sturen op de juiste inflatie index zal Christine Lagarde haar tijd nemen. Een tijdje niets doen, inflatie doel een beetje oppoetsen en dan langzaam afscheid nemen van het vermaledijde opkoopbeleid van haar voorganger.
Ondertussen gaan alle landen, met Europa voorop, Japan achterna. Als de welvaart toeneemt, nemen de geboortecijfers af, de levensverwachting toe en raken de spaarpotten vol. Dat zal leiden tot globaal meer uniforme rentes, niet zozeer tot veel hogere rentes in de Eurozone, maar lagere rentes verder van huis.
Sandor Steverink is managing director voor staatsobligaties en inflatielinkers bij APG. Hij schreef dit artikel voor de jongste editie van Fondsnieuws Institutioneel - maart 2020.