Door de coronapandemie zijn Belgische spaarders de veiligheid gaan opzoeken van minder risicovolle producten, en zijn ze naar cashbeleggingen overgestapt. Er is een steeds grotere kloof aan het ontstaan tussen enerzijds een defensiever risicoprofiel en anderzijds de nog steeds hoge prestatiedoelstellingen.
Net zoals elk jaar publiceert Schroders zijn jaarlijkse Global Investor enquête, die tussen 5 mei en 12 juni werd gedaan bij zowat 24.000 particulieren, waaronder zowat 500 Belgen, in zowat dertig landen. De enquête was vooral gericht op beleggers die de komende twaalf maanden meer dan 10.000 euro willen beleggen, en die in de afgelopen tien jaar al geld hadden belegd.
Voorzichtigheid
Wim Nagler (salesdirecteur Schroders voor België en Luxemburg) benadrukt dat deze enquête incoherent gedrag bij beleggers heeft blootgelegd. ‘De enquête heeft aangetoond dat een ruime meerderheid van de Belgische beleggers tijdens de crisis de samenstelling van de portefeuille heeft aangepast. Een groot deel is immers overgestapt naar beleggingen met een lager risico of naar cash. Dat hadden ze uiteraard niet mogen doen, omdat de markten snel zijn hersteld.’
Zowat één vijfde van de Belgische particuliere beleggers heeft gebruik gemaakt van de correctie om meer risico te nemen tijdens de coronacrisis. ‘Bij Schroders hebben we eveneens vastgesteld dat beleggers de neiging hadden om aandelenfondsen te verkopen en in de plaats daarvan obligatiefondsen te kopen. In de zomer zijn beleggers dan weer teruggekeerd naar Amerikaanse aandelenfondsen en technologiefondsen.’
Tezelfdertijd geeft meer dan 75 procent van de beleggers aan dat ze tijdens die periode met hoge volatiliteit niet bepaald gestresseerd waren, maar dat ze veel vaker dan gewoonlijk de stand van hun portefeuille hebben bekeken. ‘We hebben daarom gezien dat er een grote kloof gaapt tussen wat beleggers beweren, en wat ze in werkelijkheid hebben gedaan.’
Performance
Een andere zaak die niet meteen steek houdt, heeft betrekking op de totale verwachte prestaties van de portefeuille op korte en lange termijn. Zo ligt het totale verwachte rendement voor de komende twaalf maanden een stuk lager dan vorig jaar (7,8 procent tegenover 11 procent in 2019). Dat is lager dan in de andere landen (9 procent wereldwijd). ‘Op korte termijn anticiperen de verwachtingen duidelijk op het feit dat de prestaties van portefeuilles onder druk zullen komen,’ zegt Wim Nagler.
Dat lijkt echter tegenstrijdig met de positionering van beleggers, die de afgelopen maanden veel voorzichtiger is geworden. ‘Beleggers blijven hun verwachtingen afstemmen op de historische rendementen, wat ons veel te optimistisch lijkt omdat de opbrengsten op obligaties zo laag zijn. We denken dat het veel realistischer is om uit te gaan van een verwacht rendement van 5 tot 6 procent per jaar, in plaats van zijn boontjes te week te leggen op de uitzonderlijk sterke prestaties van de aandelenmarkten.’
Verzekeraars
Tot slot brengt de studie van Schroders ook aan het licht dat particulieren verzekeraars nog steeds niet als een erg betrouwbare bron van beleggingsadvies beschouwen. ‘Hoewel ze veel inspanningen hebben gedaan om een Tak23 aanbod in open architectuur op punt te zetten, doet amper 20 procent van de beleggers een beroep op hun adviezen. Dat is nog steeds een stuk lager dan het percentage beleggers dat zich richt tot hun bank of tot een onafhankelijke adviseur.’
Tot slot benadrukt Wim Nagler ook dat het moeilijk is om beleggers tijdens crisisperiodes te informeren. ‘Alle commentaren over het beheer van de producten moeten tegenwoordig worden goedgekeurd door de toezichthouder. Daardoor is het erg moeilijk geworden om kort op de bal te spelen wanneer de markt bokkensprongen maakt.’