De Europese schuldencrisis begint steeds meer te lijken op die welke zich in Japan heeft ontrold in de late jaren tachtig. ‘Oorzaak is dat de Europese regeringsleiders net als de Japanners indertijd veel te laat en te aarzelend hebben gereageerd.’
Dat zegt Michael Hasenstab, portfoliomanager van meerdere obligatiefondsen van FranklinTempleton waaronder het Global Total Return Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Een extra complicerende factor is dat Europa afstemming moet vinden in de fiscale aanpak van de problemen. ‘Dat veroorzaakt scepsis bij beleggers. Het tanende vertrouwen dat er het gevolg van is, schaadt ook het economisch herstel.’
Hasenstab rekent voor Europa op een langere periode van tanende groei, die volgens hem te vergelijken kan zijn met die in Japan.
Japan heeft sinds eind jaren tachtig geprobeerd de economie met massieve stimuleringsmaatregelen weer op gang te krijgen, maar gebrekkig consumentenvertrouwen, een lage groei en een vorm deflatie overheersen. De groei in Japan drijft op dit moment vooral op de export.
Onderweging in Europa
Het FTIF Templeton Global Total Return Fund heeft vanwege die onzekerheid een zware onderweging in Europese staats- en bedrijfsobligaties, terwijl ook Japan onderwogen is in de portefeuille.
‘Vanwege de negatieve fiscale vooruitzichten is in euro gedenomineerd schuldpapier niet aantrekkelijk’, zegt Hasenstab. De reden is dat zijn fonds bij de selectie van obligaties kijkt naar drie bronnen van rendement: rente, koers en valuta.
Voorkeur voor Azië
Op basis van de verwachting dat de rente in het Westen, en dan met name in de eurozone, voorlopig laag blijft, gaat de voorkeur van Hasenstab uit naar schuldpapier uit Azië en de VS.
‘In de VS hebben we alleen bedrijfsobligaties in portefeuille, maar in Azië kijken we vooral ook naar staatspapier’, zegt Hasenstab. Zo vertegenwoordigt Zuid-Korea bijna 16 procent van de portefeuille, Australië ruim 11 procent en Maleisië bijna 8 procent.
Zie de actuele koers van het Templeton Global Total Return Fund
Als reden voor de zware weging van deze landen in de portefeuille, noemt Hasenstab de lage schuldquote, de sterke economische ontwikkeling en het feit dat de rentetarieven stijgen om inflatierisico’s in te dammen.
‘Landen in de opkomende markten worden steeds stabieler. Dat geldt ook voor het politieke systeem in landen als Indonesië waar vergaande vorderingen worden gemaakt in verbetering van het overheidsapparaat en bestrijding van de corruptie.’
VS: Langdurige problemen
Voor de langere termijn zet Hasenstab zijn kaarten op opkomende markten. ‘Europa en de VS staan voor grote, langdurige problemen. De sterk opgelopen schulden zullen nog wel kunnen worden gefinancierd, maar alleen tegen een renteopslag van enige honderden basispunten.’
Over Azië is Hasenstab enthousiast. Vooral schuldpapier van overheden biedt een interessant rendement door een combinatie van hoge koersen, stijgende valuta en een hogere rente ten gevolge van de inflatie.
Het gevaar van een bubbel sluit hij op termijn niet uit. ‘Het is waar: er is sprake van een grote instroom van Westers kapitaal in deze landen, maar het risico dat die instroom een bubbel wordt, ligt volgens ons nog zeker een tot twee jaar van nu verwijderd.’
Veel gevraagd fonds
Het FTIF Templeton Global Total Return Fund is volgens opgaven van fondsensupermarkt SNS Fundcoach in Nederland een veel gevraagd fondsen. Het fonds staat per eind mei op een rendement van 4,51 procent, tegen -1,71 procent voor de Barclays Capital Multiverse Index.
Op vijfjaarsbasis bedraagt het rendement 75,60 procent, tegen 25,93 procent voor de index. Sinds de lancering van het fonds is een rendement geboekt van bijna 117 procent, tegen 47 procent voor de index (in usd).
In euros heeft het fonds op vijfjaarsbasis een rendement behaald van 75,64 procent, tegen 26,72 procent voor de index. Sinds de lancering bedraagt het rendement 93,50 procent, tegen 31,39 procent voor de index.
Macro-economische analyse
In 2008 bleef het fonds bij de index achter, zegt Hasenstab, omdat er in verhouding tot de benchmark niet zoveel in Amerikaans staatspapier was belegd.
Het fonds heeft bijna 9 miljard dollar onder beheer en heeft 400 posities. De beleggingsstrategie combineert macro-economische analyse met kwantitatief onderzoek.