Het uitzaai-effect van de Griekse schuldencrisis zou zich wel eens verrassend snel kunnen verbreiden, niet alleen naar andere Zuideuropese landen, maar ook naar het financiële hart van Europa: Groot-Brittannië.
Dat zegt William de Vries, fondsmanager van het Kempen Global Bond Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Zijn fonds is genomineerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Obligaties Wereldwijd.
Bezuinigingsagenda
De Vries stelt dat de schulden in Groot-Brittannië zeer snel oplopen en dat institutionele beleggers al vooruitlopen op een mogelijke crisis: de spread tussen Britse en Duitse staatsobligaties is inmiddels opgelopen tot ruim 100 basispunten.
‘Het is belangrijk dat er na de Britse parlementsverkiezingen duidelijkheid komt over de bezuinigingsagenda. Dat kan 5 tot 15 jaar in beslag nemen. Dat is een voor de politiek onaantrekkelijke boodschap op een moment dat we net uit het dal zijn. Maar het moet.’
Het moét, maar of het ook gebeurt, is niet op voorhand uitgemaakt, stelt De Vries. Hij ziet een gebrek aan leiderschap bij de grote EU-landen en een gebrek aan daadkrachtig optreden.
De omvangrijke schuldenlast die overheden hebben opgebouwd ter bestrijding van de kredietcrisis, stelt de vraag of ‘risicoloos beleggen’ nog wel opgang doet, zegt De Vries.
Triple A-obligaties
‘Het scenario is denkbaar dat je straks in het Westen geen Triple-A obligaties meer hebt. Wat is dan de juiste risicopremie en hoe werkt dat door naar andere asset classes.’
De Vries sluit niet uit dat het paradigma verdwijnt dat de Staat de ultieme debiteur is.
‘Maar feit is ook dat de markt niet echt een geheugen heeft en vergeten lijkt dat er wel degelijk in de geschiedenis failissementen van staten hebben plaatsgehad. Denk maar aan Argentinië, dat heeft echt effect gehad op de wereldwijde obligatiemarkten.’
Volg de actuele koers van het Kempen Global Fund
Groot-Brittannië heeft volgens De Vries het voordeel dat het een uitweg uit de crisis kan vinden door het pond te devalueren. Dat is een uitweg die landen binnen de eurozone niet hebben.
Maastricht-criteria
Voor de eurozone-landen geldt dat de prijs van een gemeenschappelijke munt is dat zwakke landen gesteund moeten worden en de hele unie weer terugkeert naar de Maastricht-criteria van een 3 procent begrotingstekort.
‘Als dat niet gebeurt, dan dreigt niet alleen een “blow up” voor Griekenland, maar voor de eurozone als geheel’, stelt De Vries.
Volgens hem zou dat rampzalig zijn voor Duitsland en Nederland, de sterkste landen van de eurozone, die het vooral ook van de export moeten hebben.
Het Kempen Global Bond Fund belegt thans meer dan 75 procent van de portefeuille in euro-obligaties en circa 20 procent in credits.
Hoe houdt het hart zich?
In 2009 zorgden de beleggingen in credits in belangrijke mate voor de outperformance: het fonds behaalde een rendement van 8,9 procent, 2,6 procent beter dan de Citi WGBI Euro index.
Van de portefeuille is 40 tot 60 procent belegt in Duitse, Nederlandse en Franse staatsobligaties. ‘Voor ons staat komende maanden de vraag centraal hoe het hart van Europa zich ten opzichte van Zuid-Europa verhoudt.’
Het fonds zit nu wel in Griekse, maar niet of nauwelijks in Italiaanse of andere Zuid-Europese staatsobligaties.
Waarderingsbepaling
De Vries en zijn collega Christiaan Potjer vullen de strategie in op basis van waarderingsbepaling van de kapitaalmarkten op basis van de strategische scenario analyse van Kempen.
Tevens wordt aan de hand van een analyse van de economische cyclus en de economische omgeving een landen- en sectorpositionering gedaan.
Stap drie is dat men naar het aanbod in de diverse segmenten van de staatsobligatiemarkten kijkt. Dat gebeurt aan de hand van technische analyse van de actuele marktontwikkelingen.