Cijfers over het tweede kwartaal laten zien hoe technologiebedrijven de wereld domineren. Nergens is de groei van de kapitaalinvesteringen zo hoog als in deze sector. Het is een dominantie die gepaard gaat met een wereldwijde creatieve destructie.
Het etiket van ‘creatieve destructie’ gaf de fameuze managementgoeroe Joseph Schumpeter ooit aan het proces van innovatieve sectoren en bedrijven die verstofte industrieën uit het hart van de economie drukken. Dat proces is wederom gaande en vindt nu sneller en angstwekkender plaats dan ooit tevoren.
De ‘vierde industriële revolutie’, dat het thema is van het Fondsevent op 26 september, zal een fundamentele impact hebben op onze wijze van leven, van (samen)werken en van communicatie.
Aan de basis van deze ‘perfect storm’ staan technologiebedrijven - Amerikaanse wel te verstaan - die een steeds grotere schaduw werpen over de S&P 500 en over de rest van het wereldwijde bedrijfsleven. Zo is Apple het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld en slokken Facebook en Google al meer dan 70 procent van de wereldwijde (ex-China) online-advertenties op.
‘Software eet de wereld op’
Bij Facebook staan weliswaar de advertentie-opbrengsten per gebruiker wat onder druk, maar daar staat tegenover dat nog iedere maand het aantal gebruikers wereldwijd toeneemt. Het zijn er nu al meer dan 1,7 miljard. Voor Google geldt hetzelfde. Verhoudingsgewijs lagere advertentie-inkomsten per gebruiker doen nauwelijks ter zake als men op weg is de absolute winnaar van deze revolutie te worden.
Een vergelijkbare ontwikkeling speelt zich af in de online retailbusiness, waar Amazon onaangevochten domineert, terwijl zij tegelijkertijd in een andere onstuimige groeimarkt ook de slag aan het winnen is: cloud-infrastructuur. Daar stevent het bedrijf af op een marktaandeel van bijna 50 procent, gevolgd door Microsoft met 25 procent.
Alle drie de mastodonten - Google, Facebook en Amazon - verrasten de markten met beter dan verwachte kwartaalcijfers: Google behaalde een winst van 3,9 miljard dollar op een omzet van 17,7 miljard dollar, Facebook verhoogde de winst naar 2 miljard dollar, tegen 719 miljoen in het eerste kwartaal en Amazon stuwt de omzet op kwartaalbasis met 30 procent, terwijl de winst op jaarbasis is vertienvoudigd tot 857 miljoen dollar.
Online in het hart van bedrijfsleven
‘Why software is eating the world’, schreef Marc Andreessen vijf jaar geleden in de Wall Street Journal. De mede-oprichter van Netscape heeft gelijk gehad: ‘Steeds meer grote sectoren en industrieën zijn afhankelijk van software en van online-services. Veel van de winnaars zijn dan ook Silicon Valley-achtige technologiebedrijven die bestaande industriestructuren binnenvallen en ondersteboven keren. Ik verwacht dat de komende tien jaar meer sectoren ernstig verstoord worden door software van bedrijven uit Silicon Valley.’
Onder invloed van software wordt nu de waardeketen opgegeten van bedrijven die tot dusver vooral in de fysieke wereld bestonden. Dat geldt voor auto’s waar het steeds meer om software draait, alsook om sectoren als utilities, energie en retail.
Geen onderneming ontkomt er aan om investeringen vooral te alloceren naar online-services en internet. Een consequentie is dat hardware terrein verliest ten koste van software. Wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat bedrijven nu bereid zijn om gevoelige bedrijfsinformatie op te slaan in de cloud, in plaats van op de eigen servers.
Koersverloop van Facebook in oranje over de afgelopen 12 maanden, afgezet tegen Alphabet (Google) in blauw, Cisco in rood en de S&P 500 in groen. Bron: Bloomberg
‘Hardware is out’
Deze ontwikkeling raakt de sector van informatietechnologie zelf ook. Stond deze in de jaren negentig van de vorige eeuw nog in het hart van de groei, nu beginnen hardwarebedrijven als IBM, Cisco en Hewlett-Packard het etiket van ‘achterblijvers’ opgeplakt te krijgen. Zij presteerden weliswaar in het jongste kwartaal beter dan verwacht, maar de autonome groei stagneert. ‘Hardware is “out” en is door beleggers in het verdomhoekje gezet,’ stelde de aandelenstrateeg van Citi, Tobias Levkovich, vorige week tegenover Bloomberg (grafiek I).
De waterscheiding die plaatsvindt wordt zichtbaar in de S&P 500 information technology index. Deze subindex was de afgelopen tien jaar gemiddeld weliswaar goed voor 10 procent per jaar, maar het geannualiseerde rendement wijkt nauwelijks af van de bredere S&P (zie grafiek II). De reden is dat in deze subindex zowel stagnerende hardware-bedrijven zijn opgenomen als sterk renderende internet-gedreven bedrijven als Google en Facebook.
Koersverloop van de S&P 500 in oranje over de afgelopen 12 maanden, afgezet de S&P 500 Information Technology index in blauw, Amazon in rood, Facebook in geel en Alphabet in groen. Bron: Bloomberg
Stuart O’Gorman, de succesvolle manager van het Henderson Horizon Global Technology Fund, die ook op het Fondsevent van de partij zal zijn, spreekt dan ook van een technologierevolutie die zijn ‘eigen kinderen’ opeet en waar een zeer beperkt aantal winnaars uit voort zal komen. Zijn fonds zet om die reden nu vooral in op bedrijven als Google, Facebook en Amazon die vrijwel alle aandacht en inkomsten naar zich toetrekken en zo een wereldwijde standaard worden met extreem hoge ‘barriers to entry’. Met dit beleid realiseerde het fonds de afgelopen drie jaar een geannualiseerd rendement van 17,5 procent.
Call optie op de toekomst
O’Gorman: ‘Technologiebedrijven, en met name die welke actief zijn op internet, worden steeds dominanter op de aandelenmarkten. Dat komt omdat de waardering hun kracht en belang nog altijd niet echt weergeeft. Ze worden in verhouding tot de rest van de markten tegen een geringe premie verhandeld. Maar ze vormden één van de beste sectoren in de afgelopen tien jaar en dat zullen ze voorlopig ook blijven.’
De Schotse fondsmanager heeft nog een andere conclusie in petto. Hij stelt dat de vierde industriële revolutie gepaard zal gaan met nog veel meer technologische innovatie, namelijk virtual reality, zelfrijdende auto’s en artificiële intelligentie.
‘Het is moeilijk te bepalen, in deze fase, wie hiervan de winnaars zullen zijn. Maar wij hebben exposure naar deze sectoren door onze holdings in de extreem vermogende en innovatieve bedrijven Google en Facebook. Dat is onze call optie op de toekomst.’