Achter de rookpluimen van de huidige door conflicten en populisme doortrokken wereld, voltrekt zich een stille revolutie - het is er één die oude gevestigde industrieën raakt, zoals de Europese chemie.
Vier jaar geleden voorspelde Larry Fink, de topman van BlackRock, tegenover Fondsnieuws dat de Verenigde Staten aan de vooravond staan van een industriële renaissance. Aanleiding was volgens hem een energierevolutie in de Verenigde Staten, die het land binnen vijf tot tien jaar zelfvoorzienend zou maken op het terrein van olie en gas.
De schalieolie en gas-revolutie ging sneller dan verwacht, maar de ‘backlash’ liet ook niet lang op zich wachten. De combinatie van trage groei, een zeer fors olie-aanbod en Saoedi-Arabië dat de nieuwe concurrent uit de markt probeerde te drukken door de olieproductie verder op te schroeven om zo bodemprijzen te veroorzaken.
Deze prijzen waren voor Saoedi-Arabië nog van dat niveau dat zij levensvatbare en winstgevende productie opleverden, maar in de rest van de wereld - en vooral ook in de zwaar geïnvesteerde Amerikaanse schaliesector - tot zware verliezen en zelfs faillissementen leidde.
Toch heeft de winning van schalieolie en schaliegas op de langere termijn grote gevolgen: energie-intensieve sectoren als chemie kunnen in de VS fors lager produceren dan elders in de wereld - een factor die Larry Fink van BlackRock expliciet noemde om de aanstaande ‘industriële renaissance’ in de VS te verklaren.
De snelle ontwikkelingen in de VS, maar ook elders in de wereld, hebben een groot effect op de Europese chemie. Had de Europese Unie in 1997 nog een aandeel in de wereldwijde chemieomzet van 32 procent, in 2015 is dat gedaald naar 14,7 procent.
Bron: ER Capital
Een belangrijke verklaring daarvoor is dat de vestigingsvoorwaarden in Europa verslechteren en die elders in de wereld verbeteren. Zo bevat schaliegas ethaan, dat een grondstof is voor de chemie. Europese krakers gebruiken veelal nafta, maar in gasrijke regio’s als de VS gebruiken ze ethaan. Als dat goedkoop aanwezig is, evenals gas als energiebron - zoals in de VS nu het geval is - dan heeft dat grote gevolgen voor de concurrentieverhoudingen.
Fink verklaarde in het interview van 2014 al dat ‘een topman van een groot Europees industrieconcern mij verklaarde dat hij om die reden productie van Europa naar de VS verplaatst. Hij zei mij dat hij een Amerikaanse industriële renaissance voorziet.’
De cijfers onderschrijven die renaissance ook. Zo zijn er in de VS tientallen chemieprojecten gestart, die direct gerelateerd zijn aan het schaliegas (en goedkope ethaan), en waarmee ten minste 100 miljard dollar is gemoeid.
Een ander effect van deze ontwikkeling is dat de uitvoer van Europese chemieproducten naar de Verenigde Staten stelselmatig krimpt, omdat het land zelfvoorzienend aan het worden is.
China stoomt op
Vorige week gaf Cefic - de belangenorganisatie van de Europese chemiesector - een gemengd beeld af van de staat waarin deze vijfde bedrijfstak van de Europese Unie zich bevindt. Zij draagt nog altijd bij aan het handelsoverschot van de unie.
Maar waar sprake is van een netto-uitvoer van chemie-producten naar de VS, Brazilië en belangrijke andere emerging markets, is er sprake van een groeiend tekort in relatie tot China, India en Japan. Vooral China is bezig op te stomen als één van de grootste chemiegiganten in de wereld.
Het groeiende wereldwijde marktaandeel spreekt ook voor zich: het meest bevolkingsrijke land ter wereld is bezig met een transitie van export naar consumptie. Daarvoor is zowel basischemie als chemische producten met hoge toegevoegde waarde essentieel. Zowel in automotive als bouw, in elektronica als verpakkingen, is chemie onmisbaar.
China investeert dan ook pakweg 150 miljard dollar in chemie, tegen slechts 26 miljard in 2006. Europa blijft daarbij met een investeringssom van naar schatting 20 miljard fors achter. Belangenorganisatie Cefic wijst erop dat ook de grote Europese chemiebedrijven vanwege de toenemende welvaart vooral in Azië investeren. En zo productie en R&D verplaatsen.
Achilieshiel van de Europese chemie
Marco Mensink, algemeen directeur van Cefic, zegt in een persverklaring: ‘Wat we nu zien hebben we al jaren geleden voorspeld: de snel groeiende Aziatische markt in combinatie met de schaliegasrevolutie in de VS noodzaakt de Europese Unie om snel in actie te komen om zijn concurrentiepositie te handhaven.’
‘De achilleshiel van de Europese chemie zijn wet- en regelgeving en de hoge energiekosten. Zo is ethaan twee keer zo duur in Europa in verhouding tot de VS, ondanks de lage olieprijzen,’ aldus Mensink.
Cefic benadrukt dat er meer kapitaaluitgaven nodig zijn om de regio concurrerend te maken. Meer onderzoek en ontwikkeling is volgens de belangenorganisatie nodig.
Beleggers delen de zorgen van Cefic ook. Presteerde chemie in de twaalf maanden tot september 2012 geweldig, sindsdien zit de klad er in, zoals blijkt uit de iShares ETF die de Stoxx Europe 600 chemicals index volgt, waarin namen figureren als Air Liquide, Akzo, Basf, Bayer en Koninklijke DSM.
De Europese Stoxx Europe 600 Chemicals blijft qua performance achter bij de MSCI Chemicals (gross) index, die noteert year to date 7,65 procent.
De Rotterdamse vermogensbeheerder ER Capital stelt in een eigen analyse van de chemie dat zij maar één Europees chemiebedrijf in de modelportefeuille heeft opgenomen: het Duitse Basf, nog altijd de grootste chemiespeler ter wereld, die dankzij een combinatie van sterke product- en regio-diversificatie gelijke tred kan houden met de ‘new kids on the block’.
Basf kwam maandag in het nieuws door een explosie in een fabriek in Ludwigshafen (foto). Hierbij vielen enkele gewonden en doden.
Bent u geïnteresseerd in meer sectoranalyses, klik dan hier