Met grote infrastructurele projecten kunnen politici laten zien dat ze ‘wat doen voor hun land’. Terwijl de campagnes voor tal van belangrijke verkiezingen wereldwijd worden opgestart, kan de sector zich opmaken voor een impuls.
Vaste prik onder analisten in bijvoorbeeld de bouwsector is om daags na landelijke verkiezingen aan de hand van de partijprogramma’s de balans op te maken.
Welke projecten gaan wel of niet door. Komt er een nieuwe zeehaven, hogesnelheidslijn, stadsmetro of autotunnel? En wie verdienen eraan?
Europa voorop
Als het om infrastructurele projecten gaat, zijn er al snel miljarden mee gemoeid. En voor bouwers kunnen ze jaren - zo niet tientallen jaren - werk opleveren.
De regelmatige overschrijding van geplande projectduur en -budget was voor overheden een stimulans om geleidelijk meer aan de markt over te laten. In Nederland werd dit in de vorm van de publiek-private samenwerking gegoten.
Ook na oplevering kan de exploitatie in meer of mindere mate in (semi-)private handen plaatsvinden. Pionier op dit vlak is Groot-Brittannië.
Naast ‘economische infrastructuur’, waaronder zee- en luchthavens, parkeergarages, communicatienetwerken, satellieten, nutswerken en sportstadions geschaard kunnen worden, kan hier ook belegd worden in ‘sociale infrastructuur’, zoals schoolgebouwen, bibliotheken, militaire bases en ziekenhuizen.
Europa is een van de voornaamste markten voor infrastructuurbeleggingen. Binnen Europa vormen de Britse eilanden, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Scandinavië de top.
Toestroom beleggers
De aantrekkingskracht voor beleggers is gelegen in het feit dat infrastructuur een stabiele, veelal geïndexeerde kasstroom voor de lange termijn kan bieden. Daarbij is de correlatie met andere beleggingscategorieën gering.
Nederlandse pensioenfondsen zagen de potentie van infrastructuur als belegging al jaren geleden in, al ging dit met vallen en opstaan.
Toen verslaggevers bijvoorbeeld bij het uitbreken van de crisis in Griekenland poolshoogte kwamen nemen, toonden hun eerste beelden Grieken die weigerden te betalen voor het gebruik van de tolweg. Met een door het autoraam vooruitgestoken bezem wipten ze de slagboom omhoog en gaven vervolgens plankgas.
‘De kwaliteit van de instituten en van de regelgeving is een belangrijke overweging bij het beleggen in infrastructuur’, zei Hamish MacKenzie, hoofd infrastructuur Europa van Deutsche Asset Management, vorig jaar in de kantlijn van een bijeenkomst in Londen tegen Fondsnieuws.
Politiek nu rijp
En dit is precies waar Europa werk van maakt. De EU probeert ontspoorde staatsfinanciën op orde te krijgen. Hiertoe zijn instituties uit de grond gestampt en worden staatsmonopolies geprivatiseerd.
Langzaam dringt daarbij het besef door dat bezuinigingen alleen de groei niet aanzwengelen. En nu ook het monetair beleid zijn grenzen bereikt, zwelt de roep om ‘fiscale stimulering’ aan.
Investeringen in infrastructuur kunnen een middel zijn om de productiviteit te verhogen. Dit maakt ze aantrekkelijker dan bijvoorbeeld belastingverlagingen.
Ook is het een manier om teleurgestelde kiezers te laten zien dat er wat voor ze gedaan wordt, stelde managing director en fondsmanager Mike Amey van Pimco onlangs tijdens een lunch in Amsterdam. Het Brexit-referendum noemde hij in dit verband een ‘waarschuwingsschot’ voor politici.
In tal van westerse landen zijn komend jaar verkiezingen, waaronder de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Nederland. ‘Zowel Trump als Clinton praat over de wijze waarop de balans van de overheid kan worden ingezet’, hintte Amey op het sluizen van meer geld naar infrastructuur.
In Japan zijn de verkiezingen nog niet achter de rug of premier Shinzo Abe kondigde al weer nieuwe stimulering en investeringen in infrastructurele projecten aan.
Fondsprestaties
Dit jaar tot nu toe heeft de fondscategorie het uitzonderlijk goed gedaan. Naast fondsen van aanbieders als Aberdeen, First State en Morgan Stanley, komt in een selectie via de fondsenanalyse-tool op deze site één fonds naar boven dat ook breed aan Nederlandse retailbeleggers geadviseerd wordt.
Dat is Deutsche Invest I Global Infrastructure, dat deel uitmaakt van het FN Universe van door grootbanken in Nederland aangeboden fondsen. Het fonds met zo’n 790 miljoen euro onder beheer heeft dit jaar tot nu toe een rendement behaald van 14,1 procent. En ook over een periode van drie jaar kwam dit uit op een respectabele 13,9 procent per jaar.