Steeds meer beleggers anticiperen op dalende aandelenkoersen van Europese bedrijven. Dat blijkt woensdag uit cijfers van onderzoeksbureau Markit.
Volgens dit bureau is de gemiddelde shortpositie op fondsen in de Stoxx 600-index, die een selectie van aandelen uit achttien Europese landen volgt, inmiddels opgelopen tot 2,2 procent.
Een dergelijk hoog niveau werd voor het laatst gezien tijdens de onrust eerder dit jaar over een mogelijke Grexit, een vertrek van Griekenland uit de eurozone.
Een belegger die ‘short gaat’, leent aandelen van andere beleggers, vaak grote institutionele partijen zoals verzekeraars en pensioenfondsen, en betaalt daar een vergoeding voor. De shortseller verkoopt de geleende aandelen en hoopt ze later tegen een lagere prijs terug te kunnen kopen en vervolgens terug te geven aan de partij van wie hij geleend had. Het aantal uitstaande shortposities geeft daardoor een indicatie van het sentiment in de markt.
Vorige week meldde Markit al dat de gemiddelde shortpositie in Amerikaanse aandelen voor het eerst in drie jaar boven de 2,5 procent uit is gekomen.
Air France-KLM en SBM Offshore
Energie is in Europa de sector waar de meeste aandelen worden geshort. Gemiddeld 6,2 procent van de aandelen van beursgenoteerde bedrijven uit deze sector is uitgeleend aan shortsellers. Het meest geshorte aandeel uit de Stoxx 600-index is een Brits bouwbedrijf: volgens Markit is bijna een kwart van de aandelen Carillion geshort.
Van alle Nederlandse aandelen zijn die van Air France-KLM en SBM Offshore het meest geshort, beide met zo’n 10 procent.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 24 september 2015