De wereld wordt een netwerksamenleving, waarin een kaste opkomt die machtiger is dan pausen en koningen ooit zijn geweest. Zij bepaalt onder welke strikte voorwaarden je mee mag doen, stelt de Amerikaan Joshua Cooper Ramo.
Als een kat in een vreemd pakhuis – zo voelen regeringsleiders en beleidsmakers zich in het huidige tijdsgewricht. ‘Ze moeten functioneren in een naoorlogse wereld van instituties en politieke regels die niet zijn aangepast aan de netwerken van deze tijd’, stelt Joshua Cooper Ramo, auteur van The Seventh Sense – een briljant boek dat op de favoriete leeslijst van ceo’s stond die McKinsey iedere zomer samenstelt.
In zijn boek stelt Cooper Ramo dat de huidige revolutie er één is die te vergelijken is met dat andere revolutionaire tijdperk uit de wereldgeschiedenis – die van de Reformatie en de Verlichting en de industriële revolutie die erop volgde.
Werd de mens met de Reformatie en de Verlichting bevrijd van de dominantie van koningen en pausen, en won hij daarmee de vrijheid van denken en onderzoeken, met de huidige revolutie van netwerken en interconnectie breekt weer een nieuw tijdvak aan. Dat is een tijd waarin op enig moment computers zelfstandig gaan denken en beslissen.
Terug naar relatieve onwetendheid
Dankzij de onbegrensde opslag, rekenkracht en zelfstandig leervermogen gaan zij dat veel sneller, efficiënter en ‘beter‘ doen dan mensen ooit zullen kunnen. Het gevolg, zo waarschuwt Cooper Ramo, kan zijn dat het menselijke ras tegenover die ontwikkeling van artificiële intelligentie terugvalt naar één van relatieve onwetendheid – zoals vóór de Reformatie ook het geval was.
De auteur, die leiding geeft aan Kissinger Associates, het bedrijf van de voormalige minister van buitenlandse zaken, Henry Kissinger, verwijt de bestuurselite in dat kader niets. ‘Het is niemands schuld dat we geen grote strategie voor de nieuwe tijd hebben. Want het is een verwarrende tijd’, zegt hij in een gesprek met Fondsnieuws.
Het nieuwe tijdperk zal er een zijn waarin een nieuwe kaste ontstaat van een technologische en economische elite die veel machtiger is dan de pausen en koningen in de zestiende en zeventiende eeuw ooit zijn geweest. Zo zijn er nu negen bedrijven, waaronder Google, Facebook en Youtube, die meer dan 1 miljard gebruikers in de wereld hebben.
Hun macht stoelt op een combinatie van dominantie en distributie, die stelselmatig groeit omdat steeds meer mensen deel willen uitmaken van een netwerk dat de verlokking biedt van wereldwijde (inter)connectie en geoptimaliseerde informatie en kennis.
‘Gatekeepers’ en ‘gatekept’
Deze netwerken zijn almachtig. ‘Het zijn bijna-monopolies’, waarschuwt Cooper Ramo. Wie er geen deel van uitmaakt, loopt het risico snel achterop te raken. Zo blijkt uit onderzoek van Google dat als de tijd van een zoekopdracht met een factor tien wordt verlaagd tot een tiende seconde het gedrag van mensen verandert: ze gaan meer en dieper zoeken.
Met andere woorden: het is de snelheid die hun gedrag verandert. Cooper Ramo spreekt in dat verband van de ‘compressie van tijd’, die steeds meer de concurrentie- en machtsverhoudingen in de wereld bepaalt. Op het netwerk zijn, is dan ook een sine qua non voor economisch en maatschappelijk succes.
De dominantie van het netwerk leidt tot zogenoemde ‘networks effects’: wie eenmaal een dienst of product heeft dat het op de wereldmarkt tot standaard brengt, zoals Windows van Microsoft, ziet per eenheid product ongekende meeropbrengsten, terwijl de concurrentie niet meer in de buurt komt.
Dat geldt ook voor Google, dat als ‘s werelds belangrijkste zoekmachine door de miljarden dagelijkse zoekopdrachten steeds slimmer wordt en zo steeds onaantastbaarder voor de concurrentie.
Hetzelfde geldt voor YouTube en Facebook. Zij creëren platforms waarop iedereen aanwezig en actief wil zijn, met het gevolg dat zij als ‘gatekeepers’ van een nieuwe digitale orde bepalen tegen welke voorwaarden de ‘gatekept’ op het platform mogen. Een voorbeeld is de berichtenservice Whatsapp, waarvan Facebook de eigenaar is en die nu advertenties aan zijn gebruikers oplegt.
Een resultaat van deze ‘hyperconnectivity’ is nog een andere: een constante dreiging. Cooper Ramo: ‘In een volledig door internet verbonden wereld is er geen frontlijn meer. Overal kan het een slagveld zijn.
Het betekent niet alleen het einde van het onderscheid tussen plaatsen van vrede en oorlog, maar het betekent ook dat er een einde komt aan het idee dat er een onderscheid zou zijn tussen perioden van vrede en oorlog. Het netwerk is altijd actief, en dat betekent dat het risico er ook altijd is.’
Handelsoorlog
Het gevolg hiervan is niet alleen dat het gevaar levensgroot is van hackers, van virussen en van kwaadwillenden die jouw bezit (computers en informatie) overnemen en manipuleren, maar ook dat netwerken zich gaan wapenen tegen indringers of mensen en instellingen die men niet vertrouwt.
Dat zal volgens Cooper Ramo er uiteindelijk toe kunnen leiden dat netwerken niet oneindig groeien, maar zich nu juist weer opdelen langs lijnen van vrienden en vijanden, vertrouwen en wantrouwen.
‘Het probleem met tijden van grote veranderingen is dat ze gepaard gaan met conflicten en geweld, omdat er machtsverschuivingen plaatsvinden. Ik denk overigens niet dat het systeem implodeert, maar eerder dat het evolueert naar iets anders waarvan we nog niet weten wat dat is. Ook is niet ondenkbaar dat we een contrarevolutie krijgen, zoals in 1848 het geval was.’
Een signaal daarvoor zou de huidige aanpak door de Europese Commissie kunnen zijn van Amerikaanse techgiganten als Apple, Google en IBM. Het gaat zogenaamd om ontduiking van belastingregels binnen de EU, maar volgens Cooper Ramo is de echte reden frustratie over het onvermogen om deze bedrijven in een wereldmarkt te reguleren.
Ideologisch gedreven
De Amerikaan ziet in de EU-aanpak het gevaar van een nieuwe, bijna ideologisch gedreven handelsoorlog met de VS – want feitelijk wordt ook de technologische dominantie van het land en zijn economie aangesproken.
‘Op langere termijn is de positie van de Europese Commissie echter niet houdbaar, want mensen – ook Europeanen – willen vooral toegang tot deze netwerken, tot de kennis en de connecties, “no matter what”.’
Cooper Ramo ziet in het gestrekte been van Brussel het bewijs dat het netwerkparadigma van gatekeepers en gatekept grote onderlinge spanningen oproept, omdat deze gepaard gaan met zeer ongelijke machtsverhoudingen tussen bevolkingslagen, maar ook tussen staten onderling.
Nieuwe gemeenschappelijke samenlevings- en ordeningsregels zijn nodig. Het alternatief laat China zien, dat kiest voor de frontale aanval: geen toegang voor zoekmachinegigant Google. Maar een dergelijke vuist kan nagenoeg geen ander land in de wereld zich veroorloven.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine Focus op risico. Dit artikel maakte onderdeel uit van het gedeelte dat de vierde industriële revolutie als thema heeft.