In 2017 werd Joof Verhees, senior client advisor en voormalig bestuurslid bij Van Lanschot Kempen gevraagd of hij teammanager wilde worden van de Nederlandse hockeyploeg. Tot en met de Olympische Spelen in Tokyo was Verhees, als rechterhand van bondscoach Max Caldas, verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het nationale hockeyelftal.
‘Tegen het einde van mijn professionele carrière kwam deze kans op mijn pad. Ik heb zelf mijn hele leven gehockeyd, maar nooit de absolute top gehaald. Wel ben ik bij HC Bloemendaal, waar mijn dochter speelde, Commissaris Tophockey geweest. Dat zorgde ervoor dat ik met nationaal en internationaal tophockey te maken kreeg.
Ik heb bij wijze van spreken mijn hele leven gewerkt van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, dus ik wilde wel eens wat anders gaan doen. Manager van het Nederlands hockeyelftal stond altijd hoog op mijn bucket-list. Ook omdat het hockeywereldje mij altijd aangesproken heeft en ik mij daar heel prettig in voelde. Daardoor komt ook een belangrijk gedeelte van mijn netwerk uit de hockeywereld.’
Beleggen is Topsport
‘Naast zorgen dat de interne organisatie goed verloopt is een van mijn belangrijkste taken als teammanager om goed te luisteren naar de spelers en staff. Daardoor kan ik de juiste vragen stellen over het teamproces. De juiste emoties moeten naar boven komen.
Ik heb altijd gewerkt in de dealing room bij banken, daar zitten allemaal “topsporters”. Er is constante druk om zeer professionele klanten op de juiste manier te bedienen.. Dat maakt dat er risico’s genomen moeten worden en waarmee geld verdiend, maar ook verloren kan worden. Dat heb je niet altijd zelf in de hand. Dat geeft altijd een gezonde spanning die te vergelijken is met winnen en verliezen in de sport.
Aan het eind van de dag zijn voor de bank de winsten en verliezen bekend. Dat staat zwart op wit, de naakte waarheid. Een sporter ziet de score aan het einde van de wedstrijd, en kan daar niet omheen. Je moet daar goed mee om kunnen gaan, er is geen plek voor smoesjes.
Presteren als topsporter of als belegger kan alleen in een veilige omgeving. Er moet respect, vertrouwen en begrip zijn voor elkaar. Je moet bereid zijn elkaar te helpen en vaak het teambelang voor het eigenbelang laten gaan.’
TEAM: Together Everone Achieves More
‘In een dealingroom en op een hockeyveld heb je te maken met tegenvallers, en zaken die onverwachts anders lopen. Het is me opgevallen dat mensen in het zakenleven daar beter mee kunnen omgaan dan sporters.
Als jij een hockeytalent bent, dan wordt je dat vanaf jongs af aan ingewreven door je ouders, vrienden, coaches et cetera. Als een team verliest, dan zullen de mensen in je directe omgeving je vaak beschermen en de wordt het verlies aan andere oorzaken toegeschreven.
Spelers worden gehyped en op een voetstuk geplaatst, dit gebeurt niet of nauwelijks in het zakenleven, zeker niet op jonge leeftijd. Maar uiteindelijk moet je de prestatie neerzetten als team en is een team pas echt een team als je elkaar beter kunt maken, als je in staat bent ondergeschikt te zijn aan een ander.
Sporters willen individueel schitteren, zo worden ze geselecteerd. Maar als je eenmaal in een team zit moet je de medaille samen winnen. Er moet een knop om. Bij die ontwikkeling, bij de teamdynamiek en de sfeer in de groep probeer ik een rol te spelen.’
De nieuwe generatie financials
‘Een andere reden dat ik ben aangesteld als teammanager is dat ik het fantastisch vind om met jonge mensen te werken. Een interessante nieuwe ontwikkeling, zowel in de sport als bij de bank, is dat de millennials andere wensen en doelen hebben dan voorgaande generaties.
Iemand wil misschien drie jaar hard werken bij een bedrijf en wil dan zes maanden met sabbatical, anderen willen vier dagen per week werken. Dat was toen ik begon te werken in 1982 totaal anders. Niet beter of slechter, maar anders.
De andere cultuur waarin millennials zich bewegen is een reden geweest voor mij om tegen de managers bij Van Lanschot Kempen te zeggen dat we moeten proberen te begrijpen hoe deze nieuwe generatie functioneert en wat ze drijft. We moeten binnen hun kaders het maximale eruit halen, anders gaan ze waarschijnlijk weg bij de bank.
Ik denk dat het op de lange termijn geen probleem zal zijn voor grote financiële partijen om goed personeel te vinden maar we hebben leiders nodig die oprechte interesse hebben in die nieuwe generatie. We moeten elkaar willen snappen.
Ik denk overigens dat dat over het algemeen beter kan. In de top bij Van Lanschot Kempen zitten professionals die echt met de mensen en teams bezig zijn. In de breedte van de markt zie ik echter nog te veel managers, en te weinig leiders die bezig zijn met het beter maken van hun teams.’
Dit artikel is onderdeel van de Fondsnieuws-zomerserie: sport en beleggen, waarbij oud-topsporters en huidig fanatiek sporters parallellen trekken tussen sport en de beleggingsindustrie. Dit is de vierde aflevering. Eerder vertelde Emiel van den Heiligenberg van LGIM over zijn roeicarriere, Tim Soetens van Allianz Global Investors over zijn huidige passie voor triatlons en Michael Vakalopoulos van Pimco over zijn voetballoopbaan.