In tien jaar tijd is de factuur die DNB naar de bankensector stuurt met 52 procent toegenomen. De oplopende toezichtskosten beginnen steeds meer te knellen bij banken, verzekeraars en fintechs. Zij roepen op tot aanpassing van het in 2015 ingevoerde systeem van ‘de vervuiler betaalt’.
De toezichtskosten van De Nederlandsche Bank (DNB) blijven komende jaren oplopen, tot ergernis van banken, verzekeraars en andere financiële instellingen. Zij hebben schoon genoeg van de steeds hogere rekening, die in tien jaar is gestegen met 52%. Hen was juist een verlaging van de kosten beloofd. Een aantal nieuwkomers is uitgeweken naar landen waar toezichthouders een gunstiger tarief hanteren.
Brancheverenigingen en andere belangenbehartigers spreken zich al jaren uit tegen de hoge toezichtskosten, zowel bij DNB als de Autoriteit Financiële Markten . Maar dit jaar zijn ze feller en eensluidender in hun kritiek.
De Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars zeggen dat de kosten bij DNB ‘de pan uitrijzen’, terwijl de winstgevendheid van hun leden onder druk staat door onder meer de lage rente en de coronacrisis. Bepaalde partijen, zoals kleine fintechs, dragen tot ruim 10 procent van hun omzet af aan DNB voor het toezicht. Een middelgrote verzekeraar kreeg dit jaar een rekening die bijna het dubbele was ten opzichte van die van vorig jaar.
Ook mopperen de belangenverenigingen over het feit dat ze zelf van DNB op de kosten moeten letten, terwijl de rekening voor toezicht blijft oplopen. De branchevereniging voor betaalbedrijven, VBIN, stuurde onlangs een boze brief naar minister Wopke Hoekstra van Financiën over de afdracht aan DNB.
Stijging naar 225 miljoen euro
Toen de regering in 2014 besloot de rekening voor toezicht volledig bij de financiële sector te leggen, deed dat al zeer. Maar de kosten zouden onder meer door digitalisering en doelmatiger werken dalen, beloofde DNB. Zes jaar later is het aantal onder toezicht staande instellingen met 45% gedaald en heeft DNB toezichtstaken overgeheveld naar de Europese Centrale Bank. Maar de rekening stijgt ieder jaar verder.
Betaalde de sector in 2015 nog een bedrag van €148 mln aan toezichtskosten, inclusief kosten voor het depositogarantiestelsel, dit jaar is dat bedrag opgelopen naar 211 miljoen euro. Terwijl vijf jaar geleden de belofte was dat de toezichtrekening dit jaar op 150 miljoen zou uitkomen. Komende jaren stijgen de kosten verder: in 2024 mag de rekening oplopen tot 225 miljoen euro, schreef minister Hoekstra begin december aan de Tweede Kamer. Een stijging van 52 procent in tien jaar.
Vervuiler betaalt
Redenen voor de hogere rekening zijn onder meer investeringen in nieuwe digitale systemen van DNB, strenger toezicht op het gebied van witwasfinanciering en het nieuwe pand van DNB. De afgelopen jaren heeft de sector tientallen miljoenen betaald om een verbouwing van het kantoor van de toezichthouder in hartje Amsterdam te financieren. Over 2020 bereikten die kosten een voorlopige piek. Na protest van de financiële instellingen worden die huisvestingskosten voor de komende jaren bevroren. Desalniettemin stijgen de totale kosten verder.
In Nederland hanteert het ministerie van Financiën een kostensysteem dat zich het best laat omschrijven als ‘de vervuiler betaalt’. De sector veroorzaakt hoge toezichtskosten voor de maatschappij, het is dan fair dat de instellingen daaraan fors meebetalen, is het idee. Na de kredietcrisis was dat geen gekke gedachte.
Toch was bij de invoering niet iedereen overtuigd van de doelmatigheid ervan. De Raad van State was zeer negatief vanwege de slechte onderbouwing, en waarschuwde voor ongewilde effecten. Een van die neveneffecten is de invloed op het vestigingsklimaat. In omringende landen worden veelal de kosten voor het toezicht verdeeld tussen sector en overheid. Volgens de VBIN liggen in Nederland de kosten voor het toezicht op betaalinstellingen daardoor vijf tot tien keer zo hoog als elders in Europa.
Spijtoptanten
Wie zijn vergunning in bijvoorbeeld België aanvraagt, heeft een direct voordeel op in Nederland gevestigde concurrenten. Dat is extra zuur voor bedrijven die hier vanwege de brexit zijn gekomen. Verschillende van die bedrijven hadden geen rekening gehouden met fors stijgende toezichtskosten.
Een aantal van deze fintechs overweegt inmiddels een overstap naar landen met een gunstiger prijskaartje, blijkt uit een rondgang langs bedrijven in de sector. Enkele hebben hun vergunning al ingeleverd. Andere, waaronder bekende namen als Transferwise, waren alert genoeg om naar de kosten van het toezicht te vragen en kozen mede daardoor voor een ander EU-land.
DNB, Financiën en Economische Zaken kennen de klachten uit de sector, maar stellen zich op het standpunt dat DNB intensiever toezicht moet houden door extra regelgeving en moet investeren in digitalisering. DNB benadrukt dat de kostenstijging beperkt blijft door bezuinigingen en verkoop van panden. Financiën wijst op het jaarlijkse gesprek dat het ministerie met DNB voert over de begroting, waarbij kritisch wordt gekeken naar de uitgaven.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 17 december 2020.