Regeringen en monetaire autoriteiten in het Westen zullen waarschijnlijk langer dan gedacht met het fiscale en monetaire stimuleringsbeleid moeten doorgaan om hun economieën weer op de rails te krijgen.
Dat zegt John Greenwood, chefeconoom van de Amerikaanse asset manager Invesco, in een gesprek met Fondsnieuws.
Greenwood, die voor een Azië-conferentie in Nederland was, stelt dat de huidige crisis een crisis van de ‘balance sheet’ is.
‘Deze is ontstaan door een credit bubble, die tot een asset bubble heeft geleid met sterk dalende prijzen en met een proces van schulddeflatie en deleveraging tot gevolg.’
Het beleid van ‘quantitative easing’ dat regeringen en monetaire autoriteiten in 2008 hebben ingezet ‘was gericht op bestrijding van de symptomen van de crisis en niet op de crisis zelf’, stelt Greenwood.
Overheid bestrijdt symptomen
‘De kern van de crisis is dat huishoudens en banken veel te diep in de schulden zijn geraakt. De overheden trokken geld uit om banken en huishoudens aan te zetten tot spenderen om een diepe economische teruggang te voorkomen. Maar dat was wat niemand wilde!’
Greenwood: ‘Wat banken en gezinnen nu willen is hun schulden afbouwen. Je ziet nu inderdaad dat de balanspositie van huishoudens verbetert in de VS, het Verenigd Koninkrijk, en ook in Nederland. Maar het kost veel tijd en het herstel is zeer fragiel.’
Obama-adviseur Paul Volcker: ‘Crisisbeleid nog niet terugdraaien’
Volgens de chefeconoom moet nu voorrang worden gegeven aan het verminderen van de schulden van huishoudens. Greenwood pleit er voor dat overheden de helft van de hypotheekschulden van particulieren van de banken overnemen en dat de banken op hun beurt staatsobligaties kopen.
Hypotheekschulden overnemen
‘De autoriteiten zouden de rente op deze hypotheekverplichtingen moeten verlagen, zodat de schuld versneld kan worden afgebouwd.’ Greenwood wijst erop dat in de Verenigde Staten nu 23 procent van de hypotheken een negatieve onderliggende waarde heeft.
Greenwoord verwacht dat de overheden nog wel vijf jaar nodig hebben om de schuldenproblematiek op te lossen, terwijl ook bij huishoudens en banken het opschonen van de balansen nog veel tijd kan nemen.
Daarbij is het belangrijk om te voorkomen dat overheden in het huidige fragiele klimaat van herstel de verkeerde beslissingen nemen, zegt hij.
Japanse toestanden
Greenwood verwijst daarvoor naar Japan, waar de rente na de crisis van 1997 te snel werd verhoogd en vervolgens weer werd verlaagd en een langdurig stimuleringsbeleid werd ingezet, zonder het gewenste effect op de bestedingen en de investeringen van particulieren en bedrijven.
De chefeconoom verwacht dat de zeer zwakke particuliere consumptie de Fed, maar vooral ook de ECB ertoe zal dwingen pas volgend jaar met het afbouwen van de stimuleringsmaatregelen en het verhogen van de rente kan beginnen.
‘Deze balanscrisis is is een hele precaire. Je kunt deze op het niveau van huishoudens op drie wijzen bestrijden: door kapitaalverhoging, maar dat kunnen huishoudens niet; door bezit te verkopen, maar dat willen huishoudens niet, omdat de prijzen zo gedaald zijn; of door te sparen.’
‘Dat laatste is het enige wat kan en dat zal tijd kosten en gepaard gaan met een proces van deflatie en relatief lage economische groei.’