Aan de vooravond van het ECB rentebesluit op donderdag blikken enkele strategen vooruit op wat we mogen verwachten.
Gergely Majoros, lid van het beleggingscomité van Carmignac, stelt in een communiqué dat ‘de situatie waarmee de ECB wordt geconfronteerd, uiterst delicaat is geworden. Zij moet de inflatie aanpakken in een klimaat waarin het risico van een recessie in de eurozone groot is, en tegelijkertijd het risico van marktontwrichting of op zijn minst van een verdere verzwakking van de euro.
Gezien de recente aanwijzingen voor een verruiming van de inflatiecijfers die verder reikt dan de energieprijsdruk en de indrukwekkende verzwakking van de euro, die op zichzelf al inflatoir is, achten wij de kans op een renteverhoging van 0,75 procent voor de komende vergadering van de ECB aanzienlijk groter geworden.’
De belangrijkste vraag in dit stadium is echter of de ECB een verandering van strategie zal aangeven voor de resterende vergaderingen dit jaar.
Ook François Rimeu, strateeg bij La Française Asset Management, stelt in een schriftelijke reactie dat de ECB de rente met 75 basispunten zal optrekken. Verwacht wordt dat de ECB-functionarissen zullen aangeven dat zij bij hun aanpak zullen blijven en zich zullen onthouden van het geven van expliciete aanwijzingen over het tempo van toekomstige verhogingen. ‘Wij verwachten niet dat ECB-voorzitter Lagarde richtsnoeren zal geven over het niveau van de neutrale of eindrente.’
Naar verwachting zal de ECB het einde van de herinvestering van het programma voor de aankoop van activa niet aankondigen, maar Christine Lagarde kan wel aankondigen dat de besprekingen binnenkort van start zullen gaan. ‘Verwacht wordt dat de ECB, gezien de positieve reële rentevoeten, wijzigingen zal aankondigen in de vergoeding van het liquiditeitsoverschot.’
Kritiek
De ECB krijgt de laatste tijd bijzonder veel kritiek van waarnemers. Zo heeft Edin Mujagić, de hoofdeconoom van OHV, herhaaldelijk gesteld dat de ECB de rente veel te lang te laag heeft gehouden. Zo stelde hij dat de afwezigheid van Lagarde in Jackson Hole dit jaar ‘minachting is voor de baan die ze heeft. Ze heeft haar prioriteiten helemaal verkeerd’, zo liet hij zich uitvallen.
Fiscale steun beïnvloedt monetair beleid
Bij Pictet Wealth Management merkte Frederic Ducrozet, hoofd macro-economisch onderzoek, op dat de tot dusver aangekondigde fiscale stimuleringsmaatregelen in de eurozone dit jaar meer dan 2 procent van het bbp bedragen. Duitsland steekt er nu bovenuit als een van de meest fiscaal actieve lidstaten, hoewel in andere landen de komende weken nieuwe initiatieven te verwachten zijn. ‘Het uiteindelijke effect op de bedrijvigheid en de inflatie blijft onzeker vanwege problemen met de timing en de uitvoering,’ zei hij.
‘Centrale banken moeten elk initiatief verwelkomen dat de lasten voor de meest kwetsbare huishoudens en energie-intensieve bedrijven helpt verlichten’, aldus Ducrozet in een toelichting. ‘Nieuwe fiscale steun moet consistent zijn met een strakker monetair beleid, of op zijn minst politieke dekking voor centrale banken om de rente te blijven verhogen.’
Pictet denkt niet dat er donderdag een dovish verrassing zal zijn. “De verwachtingen zijn zorgvuldiger bijgesteld en de beweegredenen voor een verhoging met 75 bp zijn uiteengezet, het is onwaarschijnlijk dat de ECB aan de dovish kant zal verrassen, vooral omdat de munt onder druk blijft staan, waardoor het geïmporteerde inflatieprobleem nog groter wordt… Vooralsnog neigen de risico’s naar een snellere front-loading.”
Beerenberg niet overtuigd van 75 basispunten
Na de toespraak van Schabel verwachten de markten dat de ECB haar benchmarkrente in de komende maanden zal verhogen van 0 naar ongeveer 2 procent. De Duitse private bank Berenberg, die rekening houdt met de gevolgen van een verdere snelle stijging van de obligatierente in combinatie met toenemende spreads, zegt dat er een kans van 40 procent is dat de rente donderdag met 75 basispunten wordt verhoogd.
Een sterke stijging “kan het risico vergroten dat de ECB haar nieuwe ‘transmissiebeschermingsinstrument’ (TPI) moet gebruiken om Italië binnenkort te beschermen tegen ontwrichtende marktbewegingen”, schreef hoofdeconoom Holger Schmieding van Berenberg. “Een discussie over het mogelijke gebruik van het TPI zou zeer controversieel kunnen zijn. De meerderheid van de ECB-raad zal er wellicht de voorkeur aan geven om überhaupt niet in een dergelijke situatie terecht te komen. Dit kan een van de verschillende argumenten zijn die wijzen op een renteverhoging van 50 bp, in lijn met de oproep van hoofdeconoom Philip Lane van de ECB voor een “gestaag tempo” bij het normaliseren van het rentebeleid.”
Konstantin Veit, portefeuillemanager bij Pimco, zei tegen klanten dat hij verwacht dat de ECB donderdag de rente met 50 basispunten zal verhogen en soortgelijke verhogingen zal signaleren voor de vergaderingen in oktober en december. “Wij denken dat de [raad van bestuur] duidelijk zal maken dat een neutrale beleidsinstelling wellicht niet onder alle omstandigheden passend is, en verwachten een overgang naar een beweging in stappen van 25 basispunten volgend jaar, naarmate de wandelcyclus verschuift van beleidsnormalisatie naar beleidsverkrapping.”
Krachtige stap misschien niet gerechtvaardigd
Katharine Neiss, hoofdeconoom Europa bij PGIM Fixed Income, merkt op dat de markt uitgaat van een verhoging met 75 basispunten, hoewel ze zich afvraagt of zo’n krachtige stap wel gerechtvaardigd is.
‘De risico’s van een aanhoudend hogere inflatie op de lange termijn raken verankerd in de economie, wat de pijnlijke aanpassing aan de energieschok nog moeilijker maakt. De ECB zal alles in het werk stellen om te voorkomen dat deze moeilijke situatie verslechtert’, aldus Neiss. Er lijken geen eenvoudige antwoorden te zijn op de schokken waarmee de eurozone wordt geconfronteerd”.
Gilles Moëc, hoofdeconoom van AXA Group, vertelde klanten dat 75 basispunten het nieuwe basisscenario van het bedrijf is na de publicatie van de laatste inflatiecijfers over de eurozone. ‘Ze zouden ‘de pleister plakken’ en de beleidsrente sneller in neutraal gebied brengen,’ zei hij.