Een schok op de financiële markten zal de vermogenspositie van Nederlandse pensioenfondsen ernstig aantasten en bovendien langdurig doorwerken in de Nederlandse economie. Dit blijkt uit de resultaten van de stresstest die de Europese toezichthouder voor verzekeraars en pensioenfondsen, EIOPA, heeft uitgevoerd.
In de stresstest zijn 176 zogenoemde IORP’s (institutions for occupational retirement provision) onderworpen aan een marktschok, waarbij zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoed) fors dalen, rentes licht stijgen en risicopremies sterk oplopen. Dit stress-scenario is toegepast op de pensioenvermogens per ultimo 2018.
Toepassing van dit zeer negatieve scenario op de vermogens van Nederlandse pensioenfondsen leidt tot het uitblijven van indexatie en het doorvoeren van pensioenkortingen. Doordat dit pas voelbaar wordt in de portemonnee van consumenten op het moment dat de pensioenen worden uitgekeerd, worden vermogensverliezen met de tijd geleidelijk sterker voelbaar wanneer steeds meer deelnemers het (lagere) pensioeninkomen ontvangen.
Effect op reële economie
De uitwerking van de kasstroomanalyse van pensioenfondsen is nieuw in de Europese pensioenstresstest. DNB heeft zich hier samen met de Pensioenfederatie actief voor ingezet. Met de kasstromen wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel geld er de komende 100 jaar jaarlijks aan de deelnemer wordt uitbetaald, in zowel het basis- als in het stress-scenario. Daarbij wordt rekening gehouden met toeslagen en kortingen. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt hoe het stress-scenario doorwerkt op de Nederlandse economie via de pensioensector.
De vermogensposities van Nederlandse pensioenfondsen worden in het stressscenario zo stevig geraakt, doordat pensioenfondsen grote portefeuilles zakelijke waarden aanhouden ten behoeve van hun indexatie-ambitie.
Ook uit de vorige stresstest waarvan de resultaten eind 2017 werden gepubliceerd, bleek al dat de duale doelstelling van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen -nominaal zekerheid bieden én indexatie ambiëren- ertoe leidt dat een schok een grote impact heeft op de vermogenspositie. En dit geldt des te meer als fondsen niet over voldoende buffers beschikken om schokken op te vangen.
In de meest actuele stresstest is dit ook het geval. De marktschok leidt in Nederland tot directe pensioenkortingen omdat de deelnemende fondsen niet beschikken over het vereist eigen vermogen.
Hoewel Nederlandse premiepensioeninstellingen (PPI) niet te maken hebben met een dekkingsgraad, heeft een marktschok ook hier verstrekkende gevolgen. Als gevolg van het stress-scenario daalt het vermogen met bijna 30 procent. Dit is met name het gevolg van de aandelenschok. Als gevolg van een relatief jonge populatie beleggen PPI’s namelijk veel in zakelijke waarden.
Nederlandse deelnemers
Anders dan in de voorgaand stresstesten zijn nu ook de deelnemende pensioenfondsen bekend gemaakt. Voor Nederland waren dat ABP, PFZW, PME, PMT, Bouw, Detailhandel en ABN Amro. Deze Nederlandse deelnemende pensioenfondsen vertegenwoordigen bij elkaar meer dan 60 procent van de Nederlandse pensioenfondsbeleggingen en –deelnemers in uitkeringsregelingen (totale sector EUR 1.330 miljard eind 2018).
De Nederlandse deelnemende instellingen waren alle PPI’s: Aegon Cappital, BeFrank, ABN AMRO PPI, Brand New Day PPI, Rabo PGGM PPI, LifeSight, en Zwitserleven PPI. Deze partijen vertegenwoordigen bijna 60 procent van de totale Nederlandse beleggingen en deelnemers in premieregelingen (totale sector EUR 14 miljard eind 2018).
ESG-risico’s
Een derde noviteit in de test is de analyse van de mate waarin IORP’s bijdragen aan het verminderen van ESG-risico’s in de samenleving en in hoeverre zij hun eigen exposure naar ESG-risico’s verkleinen.
Uit deze analyse blijkt dat 55 procent van de Europese pensioenuitvoerders een ESG-beleid heeft geformuleerd en dat 19 procent de impact van ESG-factoren op beleggingsrisico’s en -rendementen beoordeelt. Eind 2018 gaf 57 procent van de deelnemende uitvoerders pensioendeelnemers inzicht in de manier waarop er in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met ESG-factoren.
In de analyse vallen de grote onderlinge verschillen duidelijk op. Zo geldt voor onder andere de Nederlandse deelnemende pensioenfondsen en PPI’s dat zij allemaal een ESG-beleid hebben en de impact van ESG-factoren op beleggingsrisico’s en -rendementen beoordelen. Ook in het openbaar maken van de manier waarop er in de beleggingsbeginselen rekening wordt gehouden met ESG-factoren scoort Nederland 100 procent.