Hoewel actief beheerde strategieën onder vuur liggen blijven ze in Europa dominant en dat zal de komende vijf jaar zo blijven. Dat concludeert vermogensbeheerder MFS op basis van onderzoek onder institutionele partijen.
Uit de 2016 studie Active Management Sentiment van MFS hebben in Europa actieve huizen bijna driekwart van het beheerde vermogen in handen. Het onderzoek is uitgevoerd door het onderzoeksbureau CoreData Research in augustus 2016 onder 220 institutionele beleggers wereldwijd, waaronder 65 partijen in Europa.
Bescherming kapitaal
‘Hoewel de instroom in passieve strategieën de afgelopen jaren is toegenomen, hebben beleggers actieve strategieën absoluut niet verlaten,’ zegt Sino Krijgsman, managing director Benelux bij MFS. ‘We blijven een sterke voorkeur zien voor een allocatie naar actief beheer en de resultaten uit de studie tonen aan dat deze trend stabiel blijft omdat veel beleggers er vanuit gaan dat de markten de komende jaren volatieler zullen worden.’
Van de institutionele beleggers stelt 82 procent bezorgd te zijn over een belangrijke daling van de aandelen- of obligatiemarkten in de komende 12 maanden. Bijna driekwart van de respondenten geeft aan dat de bescherming van kapitaal in een dalende markt en een sterke risicomanagement de belangrijkste factoren zijn bij de overweging om te kiezen voor een actieve manager.
Superieur risicobeheer
Meer dan de helft van de respondenten in Europa vindt dat in vergelijking met passief beleggen actief beheer een superieure beheersing van risicobeheer biedt. Van de ondervraagden denkt 42 procent dat actief beheerde strategieën het neerwaartse risico in een portefeuille het best beperken tijdens een ‘bearmarkt’.
De feiten ondersteunen deze denkwijze, oordeelt MFS. De afgelopen 25 jaar heeft het bovenste kwartiel van de actieve managers die wereldwijde strategieën beheren in dalende markten een extra rendement geboekt van 7,6 procent.
Nu de wereldwijde groei wordt belemmerd door hoge schulden in de ontwikkelde markten en de rente door het monetair beleid ook langer laag zal blijven, is de consensus dat het gemiddelde jaarlijkse rendement van benchmarks de komende jaren onder het historische gemiddelde zal liggen.
Een plotselinge daling van de aandelen- of obligatiemarkten (43 procent) en de negatieve rente (36 procent) veroorzaken de meeste vrees bij de Europese belegger.
De ondervraagden verwachten dan ook niet altijd dat zij de komende jaren de historische rendementen gaan behalen waarop zij hun doelstelling hebben gebaseerd. Slechts 56 procent van de institutionele respondenten in Europa hebben een echt vertrouwen dat zij de komende drie jaar het verwachtte jaarrendement van 7 procent zullen behalen.