Handelsvloer, Wall Street
i-DjWD6hZ-L.jpg

De angst voor inflatie vlakt af, de verkoopgolf op de obligatiemarkten ook. Tegelijkertijd laten techaandelen weer herstel zien. Toch is het risico voor een nieuwe “sell-off” van obligaties niet geweken. Reden voor de onderzoeksvraag of obligaties ook bij lage rentes schokdemper van multi-asset portefeuilles kunnen blijven.  

De onderzoekers Giulo Renzi-Ricci en Lucas Baynes van Vanguard Research stellen dat ook in het geval van extreem lage, en zelfs negatieve rentes, zoals op dit moment het geval is, staatsobligaties ten opzichte van bedrijfsobligaties (maar ook aandelen) een sterke neerwaartse bescherming blijven bieden. Dat blijkt uit hun recent gepubliceerde paper “Hedging equity downside risk with bonds in the low-yield environment”. 

Het tweetal heeft gekeken naar de correlatie tussen sub-asset classes in het domein van fixed-income. Wat is hun rendementsbijdrage als aandelenkoersen dalen en er sprake is van een correctie of zelfs een bearmarkt? Vanguard heeft daarbij specifiek gekeken naar de aanname dat investment grade een overtuigend vervangingsmiddel zijn voor staatsobligaties. Néé, dat zijn ze niet, stellen Renzi-Ricci en Baynes.

Correlatie sub-asset classes

Voor die conclusie hebben ze gekeken naar de correlatie tussen sub-asset classes van fixed income (cash, staatsobligaties en credits) en naar hun attributie in geval van neergaande aandelenmarkten. Daarbij richtte het onderzoek zich specifiek op de Britse en de Duitse markt. 

De correlatie tussen aandelen en obligaties is historisch gezien de ene keer negatief en de andere keer positief. Maar sinds de late jaren negentig van de vorige eeuw is deze vooral negatief. Gemiddeld genomen geldt dat als aandelenrendementen onder het historisch gemiddelde zijn, dat obligatierendementen dan boven het gemiddelde uitkomen - en vice versa. 

Bovendien geldt dat in het bovenstaande geval staatsobligaties meer rendement opleveren dan bedrijfsobligaties. Zelfs bij negatieve rentes in Duitsland en rentes van minder dan 1 procent in het VK drukken deze staatsobligaties het risico voor de portefeuille en zijn het betere schokdempers dan bedrijfsobligaties. 

Grote Financiële Crisis

In het onderzoek is ook nog gekeken naar de werking van een portefeuille bestaande uit wereldaandelen en obligaties. Toen in de Grote Financiële Crisis van 2007-2008 wereldaandelen gemiddeld met 34 procent daalden, leverden wereldwijde geaggregeerde obligaties een rendement op van 8 procent.

Hetzelfde geldt voor de Japanse asset bubbel die in 1992 barstte: aandelen leverden toen 13 procent in, terwijl obligaties 13 procent aan rendement opleverden. 

Tot slot, hebben de onderzoekers nog gekeken naar maart 2020: toen wereldwijde aandelen gemiddeld 16 procent prijs gaven, leverden wereldwijde geaggregeerde obligaties 1,2 procent op. Toch werd op staatsobligaties ook een verlies geleden in maart. ‘In general, we can not expect bonds to go up every time that equities go down’, concluderen de onderzoekers.  

Maar, als gekeken wordt naar de periode 1988 tot november 2020 - waarin rentes een lange glijvlucht maakten - geldt dat als wereldaandelen op maandbasis negatieve resultaten lieten zien, obligaties in 71 procent van de gevallen zich op een positief rendement konden laten voorstaan. 

Miljarden naar beleggingsfondsen Door de lockdown in combinatie met lage spaar- en obligatie-opbrengsten, hebben huishoudens in Nederland hebben in 2020, het jaar dat de pandemie uitbrak, 3,8  miljard euro in Nederlandse beleggingsfondsen belegd. Dat is de hoogste netto-inleg sinds tien jaar. Vooral tijdens de lockdown van het tweede en het vierde kwartaal werd fors belegd, zo bericht De Nederlandsche Bank. Nederlandse huishoudens hebben nu ruim 47 miljard euro belegd. Mede hierdoor is eind 2020 voor het eerst meer dan 1.000 miljard euro in Nederlandse beleggingsfondsen belegd. DNB noemt de toename van de spaar- en betaaltegoeden ‘exceptioneel’.
Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No