Private banks in Europa gaan enkele moeilijke jaren tegemoet. Dat komt door het straffere operationele klimaat en de hogere eisen die overheden aan transparantie en het voorkomen van belastingontwijking stellen.
Dat schrijft Standard & Poor’s Rating Services in een zojuist verschenen rapport over private banks in Europa. Hierbij is Van Lanschot Bankiers de enige Nederlandse private bank die onder de loep is genomen.
Versterking klantrelatie
S&P stelt dat de groei in deze sector vooral moet komen van versterking van de klantrelatie, branding en risicomanagement en dat men bovendien zijn activiteiten en presentie buiten Europa zal moeten vergroten. S&P voegt er aan toe dat de onderzochte private banks in dit onderzoek de ‘storm kunnen weerstaan’, omdat zij doorgaans superieur zijn gekapitaliseerd.
S&P wijst erop dat overheden en toezichthouders in het kader van de Mifid-regels aanvullende regels zullen stellen op het terrein van transparantie, bescherming van beleggers en controle. Dergelijk aangescherpt toezicht heeft wel zijn prijs, stelt S&P: zaken worden complexer en de kosten gaan omhoog.
‘Uitzonderlijke kostendiscipline’
Tegelijkertijd is de kapitaalbasis van Europese, en vooral Zwitserse private banks sterker dan die van banken uit andere landen. De kredietrisico’s zijn niet zo groot, maar het risico dat klanten weglopen wel. Om die reden verwacht S&P meer fusies en overnames.
Maar nog belangrijker is volgens het ratingbureau dat private banks hun dienstverlening aan klanten verbeteren, hun feestructuren vereenvoudigen en ‘tot een uitzonderlijke kostendiscipline komen en een hoge efficiëncy om de uitdaging van een toenemende complexiteit van de business aan te kunnen. Grote private banks hebben daar een belangrijk schaalvoordeel ten opzichte van de kleinere’, aldus S&P.