Financiële innovatie heeft volgens Harvard-econoom Larry Summers een belangrijke rol te spelen. ‘De rente die spaarders ontvangen is momenteel nagenoeg nul, maar de rente die mensen betalen op creditcardschuld is nog altijd 16 of 18 procent. Dat kan effectiever. Transacties kunnen ook uitgevoerd worden met minder frictie.’
Volgens Summers zouden klanten niet alleen profiteren als innovatieve bedrijven hier bijvoorbeeld op in zouden spelen en de toegang tot kapitaal verbeteren, maar zou financiële innovatie ook kunnen zorgen voor een transparanter en veiliger financieel systeem dat minder vaak het leven van mensen buiten de financiële sector verstoort.
Dat zei de voormalig economisch adviseur van de Amerikaanse presidenten Clinton en Obama, tegenwoordig verbonden aan Harvard University in de Verenigde Staten donderdagmiddag tijdens een toespraak die hij via een videoverbinding gaf aan een congres ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van economenblad ESB.
Summers ging in op de vraag wat er moet gebeuren om het financiële systeem stabiel te maken.
Hij legde uit dat banken bestaan omdat er aan de ene kant mensen zijn die geld willen wegzetten voor hun pensioen, voor de studie van hun kinderen of voor zomaar een regenachtige dag en er aan de andere kant gezinnen en ondernemers zijn die geld willen lenen om plannen te verwezenlijken. Een bank brengt deze partijen bij elkaar.
Dit gaat allemaal goed, totdat er twijfel ontstaat of de spaarders hun geld wel terug krijgen van de bank. Gebeurt dat dan kan er paniek ontstaan en als er een ding is waar een financieel systeem kwetsbaar voor is, dan is het paniek.
Het financiële systeem moet hier dus tegen beschermd worden. De vraag is echter hoe je dit moet doen, zonder dat banken hierdoor geprikkeld worden te veel risico te gaan nemen.
Als je rekeninghouders verzekert dat ze altijd hun geld terugkrijgen, dan wordt het voor banken minder belangrijk er kosten wat het kost voor te zorgen dat leningen worden terugbetaald en is er dus een prikkel riskantere leningen te gaan verstrekken, aldus Summers, die leveren de bank immers meer op.
Ook zou er besloten kunnen worden een mooi dividend uit te gaan keren, het maakt immers niet zoveel uit als er niet genoeg geld in kas zit; de rekeningen zijn verzekerd.
Aan de ene kant moeten klanten en spaarders beschermd worden, maar aan de andere kant is het - omdat banken heel competitieve bedrijven zijn - volgens Summers belangrijk dat eventuele verliezen op het conto van de eigenaren van de bank komen en niet voor rekening van de belastingbetaler.
Hier komt volgens Summers nog bij dat als de regels te streng worden, partijen diensten gaan aanbieden buiten de gereguleerde instituties om. Hij wees in dit kader op het ontstaan van zogenoemde schaduwbanken.
‘Dit is geen probleem dat we naar ieders tevredenheid kunnen oplossen. Het gaat er dus om de pijn goed te verdelen’, zei hij.
Vervolgens wees hij erop dat er de afgelopen 30 jaar iedere drie jaar wel een financiële crisis is geweest, te beginnen met de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis in 1982 en eindigend met de kredietcrisis in 2008 en de Europese schuldencrisis in 2010.
Na de kredietcrisis was de wens het systeem te veranderen groot, aldus de Harvard-professor. Hij zei in dat kader nog altijd verbaasd te zijn dat niet meer kopstukken van financiële instellingen vervolgd zijn voor hun misstappen.
Het probleem is volgens hem niet dat banken ‘too big to fail’ kunnen worden. ‘Het probleem is volgens hem dat banken kunnen falen. ‘Lehman Brothers was maar een tiende zo groot in relatie tot de Amerikaanse economie als grote financiële instellingen in Europa in relatie tot de omvang van hun economie. En toch veroorzaakte het omvallen van Lehman Brothers een enorme golf van paniek.’
Wat volgens Summers dus moet gebeuren is dat er gezorgd moet worden dat banken niet omvallen én dat de liquiditeit niet opdroogt.
Hij toonde zich verder een voorstander van een Europese bankenunie. Als je een gezamenlijke munt hebt, moet je volgens hem ook één mechanisme hebben voor het omgaan met financiële instellingen in nood en één toezichthouder.
Tot slot zei hij, dat de financiële sector niet los gezien kan worden van de economie. ‘Het is dus essentieel dat Europa verdere stappen neemt om zijn economie te verstevigen.’ De huidige lage rente is volgens hem geen teken van een gezonde economie.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: