Door de aanhoudende prijsconcurrentie onder custodians worden de marges in de sector steeds dunner en kunnen de systeemrisico’s toenemen. Dat zegt Roel van de Wiel, die in Nederland verantwoordelijk is voor de bewaardiensten die Société Générale aanbiedt.
Van de Wiel die met een team van specialisten een white paper heeft geschreven over de selectie van wereldwijd opererende custodians, wijst erop dat door de aanhoudende prijsconcurrentie het aantal partijen in de markt sterk is gedaald.
‘Deze schaalvergroting veroorzaakt een mogelijk systeemrisico. Europese toezichthouders spelen hier op in met regelgeving jegens bewaarders en monitoring van systeembanken door het Basel Comité’, zegt van de Wiel. Hij doelt op de Europese Alternative Investment Management Directive (AIFMD), Ucits V en de EU-richtlijn die er voor de pensioensector aankomt, de zogenoemde Directive for Institutions for Occupational Retirement Provisions 2 (IORPII).
Deze aangescherpte regelgeving, houdt voor custodians onder meer in dat asset managers voor ieder alternatieve beleggingsfonds (AIF) een bewaarder moeten aanwijzen. Deze heeft daarmee de verplichting gekregen dat hij de ‘veiligheid van de assets’ garandeert en daarbij binnen het mandaat blijft dat hij met de asset manager heeft afgesproken.
Dit verplicht hen onder meer tot investment compliance, het monitoren van de cash en bewaring van effecten als het om beursgenoteerde beleggingen gaat. Voor private equity en onroerend goed beleggingen komen daar nog andere verplichtingen bij. Vanaf 18 maart 2018 geldt een vergunningsplicht voor sommige bewaarders. Voor sommige andere partijen - zoals veelal banken - geldt een vrijstelling voor de vergunningsplicht.
Zie de voorwaarden die de AFM aan de bewaardervergunning stelt
Deze zogenoemde ‘depository’-verplichtingen gaan verder dan het sec bewaren van de vermogens van klanten. In andere Europese landen, zoals Duitsland en Frankrijk, bestond deze verplichting al, maar zij is nu ook van toepassing voor Nederland. Daarmee raakt zij hier actieve partijen als Kasbank, BNY Mellon, State Street, Citi, BNP Paribas, JP Morgan, Northern Trust en Société Générale Securities Services. Deze laatste bewaart voor klanten 4.000 miljard euro. In totaal bewaren custodians tienduizenden miljarden dollars voor financiële instellingen.
Selectiecriteria
Van de Wiel, die eerder bij JPMorgan en State Street heeft gewerkt, stelt dat ‘asset owners’, zoals institutionele partijen, overwegend drie afwegingen aanhouden bij de selectie van custodians: ze willen dat hun in bewaring gegeven vermogens gescheiden zijn van de balans van de uitvoerder, dat de custodian maatregelen neemt om voorbereid te zijn op een onverwacht event en dat er sprake is van een stabiele, sterke kapitaalpositie met het oog op de risico’s waar men aan blootgesteld is.
‘Met de nieuwe Europese regelgeving, die wij bij Société Générale Services serieus nemen, neemt de focus bij institutionele partijen op bescherming van het vermogen van eindklanten sterk toe’, zegt van de Wiel.
Zo wordt door experts gewezen op een incident in augustus 2015, toen een systeemupdate bij BNY Mellon door Sungard Invest-One er toe leidde dat er een week lang sprake was van problemen bij de vaststelling van de waardering van 1200 fondsen. Een ander potentieel probleem is cybercriminaliteit. In tweederde van de gedocumenteerde gevallen spelen eigen medewerkers - en consultants - daarbij een rol; wat duidelijk maakt hoe belangrijk bedrijfscultuur en compliance is.
Onderzoek naar systeemrisico’s
De Britse toezichthouder FCA heeft mede op basis van voorbeelden zoals bovengenoemde vorig jaar een onderzoek gestart naar het (mogelijke) systeemrisico dat custodians vertegenwoordigen. Aanleiding is de praktijk van een beperkt aantal partijen, lage marges en gecombineerde diensten, die een risico vormen voor de asset managementindustrie, die toenemend aan betekenis wint door schaalvergroting en consolidatie.
De achterliggende vraag hierbij is wat de ‘value for money’ is: voor welke protectie betaal je eigenlijk aan custodians. Van de Wiel’s verwachting is dat in de toekomst de FCA daar mogelijk ook goedkeuring aan zal moeten geven, gelet op het rapport dat de FCA daar vorige week over uitbracht.
In de ogen van Van de Wiel komen de aangescherpt EU-richtlijnen dan ook op een geschikt moment: het stelt toezichthouders als de AFM in staat om aanvullende eisen te stellen aan het bewaren door custodians van vermogens van derden, aan governance, risicomanagement en de kapitalisatie van deze partijen.
Hij maakt zich daarbij vooral zorgen over de lage marges waarvan bij custodians sprake is en de rol die grote (institutionele) beleggers daarin spelen. ‘Deze race to the bottom kan niet eindeloos doorgaan. Lagere marges betekent minder middelen voor technologische doorontwikkeling en bescherming tegen ontwikkelingen als cybercriminaliteit etc, en meer druk om tot schaalvergroting en consolidatie te komen.’
Van de Wiel: ‘Dat is voor de keuzemogelijkheid voor klanten van custodians niet goed en dat is voor de markt in het algemeen en de custodians in het bijzonder ook niet goed. De systeemrisico’s nemen er door toe, en gelet op de enorme bedragen die in custody ronde gaan, kan dat bij een grote calamiteit de eindbeleggers in de portemonee raken’.
De verwachting is dat de bankhervorming in combinatie met het beleid van lokale toezichthouders er hogere kapitaaleisen aan custodians zullen worden gesteld in relatie tot de verplichtingen die zij zijn aangegaan.