Yannick Cools & Dirk Coveliers
tiberghien.jpg

De aangifte JTER (jaarlijkse taks op de effectenrekeningen) voor de referentieperiode 2021 moet uiterlijk worden ingediend op 15 juli 2022. De aangiftetermijn verstrijkt bijna voor (co)titularissen van buitenlandse effectenrekeningen, met inbegrip van ‘oprichters’ van juridische constructies.

De JTER is een jaarlijkse taks van 0,15  procent op iedere effectenrekening die wordt aangehouden bij een ‘tussenpersoon’ (bv. een bank) waarvan de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten en geldmiddelen - gemeten tijdens de referentieperiode (het belastbaar tijdperk) - meer bedraagt dan 1.000.000 EUR (art. 201/3, 5° en 201/4 WDRT).

De eerste referentieperiode is afgelopen op 30 september 2021 en omvat in principe 3 referentietijdstippen voor de berekening van de gemiddelde grondslag voor deze taks, namelijk op 31 maart, 30 juni en 30 september 2021.

Voor Belgische inwoners worden zowel Belgische als buitenlandse effectenrekeningen geviseerd. Voor niet-inwoners daarentegen worden enkel effectenrekeningen geviseerd die worden aangehouden bij een Belgische tussenpersoon, want België kan omwille van het territorialiteitsbeginsel enkel niet-inwoners belasten als er een voldoende aanknopingspunt is met België.

Belgische inwoners die een buitenlandse effectenrekening aanhouden en waarvoor de buitenlandse tussenpersoon geen aansprakelijke vertegenwoordiger heeft laten erkennen of die zelf niet gemandateerd werd om de aangifte en betaling te doen, dienen zelf een aangifte in te dienen en de taks te betalen aan de overheid.

Dit geldt eveneens voor buitenlandse effectenrekeningen die aangehouden worden door een juridische constructie, geviseerd door de Belgische kaaimantaks, en waarvan de oprichter een Belgische inwoner is.  Die wordt bij wijze van fiscale fictie geacht de titularis te zijn van de effectenrekening(en) die door juridische constructie rechtstreeks of onrechtstreeks worden aangehouden.  Wij denken hier bijvoorbeeld aan een Luxemburgse SPF, een Luxemburgse société civile, een trust, een Liechtensteinse Stiftung,…

Constructie

Bij overlijden van de oprichter van een juridische constructie, wordt de natuurlijke persoon die direct of indirect zijn erfgenaam is of die direct van de oprichter zal erven, beschouwd als ‘oprichter’ en dus gelijkgesteld met een ‘titularis’ van de effectenrekening.

Deze doorkijkmethode geldt eveneens voor rechtspersonen die aan de rechtspersonen-belasting zijn onderworpen (bijvoorbeeld een vzw of een private stichting) en die kwalificeren als “oprichter” van een juridische constructie.

Merk op dat deze fiscale transparantie slechts relevant is als de ‘oprichter’ kwalificeert als ‘inwoner’ en het een buitenlandse effectenrekening betreft. Effectenrekeningen bij een Belgische tussenpersoon vallen immers steeds binnen het toepassingsgebied van de nieuwe JTER, ongeacht de hoedanigheid van de rekeninghouder (behoudens eventuele vrijstellingen).

Aangiftetermijn voor de (co-)titularis en ermee gelijkgestelden

De indieningstermijn van deze aangifte is dezelfde als die geldende voor de indiening van de aangifte in de personenbelasting, door een belastingplichtige zelf, via het platform MyMinfin  (Art. 201/9/3, § 1, tweede lid, WDRT). Het gaat niet om de verlengde termijn toegekend in geval de aangifte wordt ingediend door een mandataris (d.w.z. via Tax-on-web mandataris).

De aangifte moet dus uiterlijk worden ingediend op de laatste dag dat de elektronische aangifte in de personenbelasting moet worden ingediend (via Tax-on-web burger), ongeacht of de titularis deze verplichting zelf nakomt of een mandataris aanwijst, t.w. uiterlijk op 15 juli 2022. 
Deze termijn geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen (vennootschappen – vzw/stichtingen).
Momenteel is er nog geen elektronische aangifte ter beschikking en dient de aangifte nog ‘op papier’ ingediend te worden. 

Speciale situatie voor inwoners en niet-inwoners in onverdeeldheid

Wordt de buitenlandse effectenrekening aangehouden of wettelijk geacht aangehouden te worden door zowel Belgische inwoners en niet-inwoners, dan is deze rekening ‘besmet’.  Voor de toepassing van de JTER zal de effectenrekening in zijn totaliteit in aanmerking genomen worden als aangehouden door een Belgische inwoner.

Niettegenstaande lijkt het ons perfect verdedigbaar dat niet-inwoners de JTER op hun pro-rata van de tegoeden kunnen terugvorderen op grond van het principe van de territorialiteit van de Belgische taks, al dan niet in combinatie met de eventuele toepassing van het toepasselijke dubbelbelastingverdrag. Er bestaat een lijst van dubbelbelastingverdragen die een regeling ter vermijding van dubbele vermogensbelasting bevatten. Opgelet voor eventuele wijziging van positie voor Luxemburgse residenten.

Meer uitgebreide toelichting vindt u hier.

Dirk Coveliers & Yannick Cools zijn advocaten bij Tiberghien Advocaten en schrijven voor Investment Officer over fiscaal-juridische beleggingsonderwerpen.

Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No