Enkele asset managers beginnen een ‘basket’ op te bouwen met aandelen die kunnen profiteren van een post-covid wereld waarin de groei weer aantrekt. Ook om in te spelen op een blauwe golf na Biden en meer investeringen in groene technologie en infrastructuur. Maar is technologie dan uit de gratie? Mogelijk bieden niet-genoteerde technologiebedrijven een alternatief.
Beursgenoteerde technologiebedrijven – duur of niet – zijn niet langer de enige optie voor beleggers. De particuliere sector is een steeds aantrekkelijker alternatief. Niet alleen zijn de waarderingen redelijker, maar particuliere bedrijven maken ook een groter deel uit van het beleggingsuniversum.
Pierre Stadler, vermogensbeheerder bij Pictet Asset Management, verwoordt het als volgt: ‘Particuliere bedrijven zijn zeker in opmars – schijnbaar ten koste van hun beursgenoteerde tegenhangers. Sinds 2000 is het aantal beursgenoteerde bedrijven in de VS gedaald van 7.000 naar 4.000. En degene die wel naar de beurs gaan, doen dat in een meer volwassen fase – de gemiddelde leeftijd van een bedrijf dat in de VS naar de beurs gaat, is gestegen van gemiddeld zeven jaar in de jaren 1980 tot 11 jaar tussen 2010 en 2018.’
Technologie
Dat geldt met name voor de technologiesector. Hier heeft de beschikbaarheid van particulier kapitaal ervoor gezorgd dat bedrijven hun beursnotering langer kunnen uitstellen.
Alleen al in de VS zijn de investeringen met private equity en durfkapitaal in software sinds 2010 meer dan verdrievoudigd tot 96 miljard dollar.
Langer privé blijven past bij technologiebedrijven omdat kleine, snelgroeiende bedrijven doorgaans over aanzienlijke immateriële activa beschikken. Doorgaans willen zij hun onderzoek in een vroeg stadium niet openbaar maken en geven zij daarom de voorkeur aan een gesloten groep van aandeelhouders. Zij kunnen ook profiteren van de grotere flexibiliteit van particuliere investeerders bij de beoordeling van de waarde van die immateriële activa.
Stadler: ‘Bijgevolg zijn technologiebedrijven tegen de beursintroductie meestal meer volwassen, en mogelijk de periode van ultrasnelle groei – en hoge beleggingsrendementen – voorbij. Dus, terwijl Amazon, Apple en Microsoft allemaal meer dan tien jaar geleden beursgenoteerd waren met waarderingen van minder dan 1,5 miljard dollar, worden recente IPO-sterren veel hoger gewaardeerd – inclusief muziekstreamingdienst Spotify op 26 miljard dollar, cloudgebaseerd datawarehousebedrijf Snowflake op 33 miljard dollar, videoconferencingaanbieder Zoom op 9,2 miljard dollar en cloudmonitoringplatform Datadog op 7,8 miljard dollar bij de beursintroductie.’
Verandering?
Philipp Vorndran van Flossbach von Storch relativeert trouwens: ‘Toen Trump vier jaar geleden de verkiezingen won, gingen bijna alle marktwaarnemers ervan uit dat er grote tegenspoed op komst was en dat er mogelijk paniek zou uitbreken op de markten. Niets van dit alles is gebeurd. Integendeel, de Amerikaanse beurzen begonnen sterk te stijgen. Tijdens de eerste 15 maanden van Trump’s termijn won de S&P 500 vrijwel zonder enige tegenslag. Historisch gezien is de volatiliteit nog nooit zo laag geweest als in die periode. Met andere woorden, precies het tegenovergestelde van de verwachte chaos gebeurde.’