Particuliere beleggers die de afgelopen vijf jaar stopten, deden dat voornamelijk omdat ze het geld nodig hadden, kopte toezichthouder AFM vorige week. Nederlandse vermogensbeheerders zien een enkeling stoppen om geld op te kunnen nemen, maar nog veel méér klanten storten bij omdat ze een alternatief zoeken voor het geld dat “brandt in hun zakken”.
Dat blijkt uit een rondvraag bij verschillende Nederlandse onafhankelijke vermogensbeheerders. Uit de meest recente Consumentenmonitor van de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (zie bijlage) blijkt dat een kwart van de mensen die de afgelopen vijf jaar is gestopt met beleggen, dat deed omdat ze het geld nodig hadden. 20 procent kreeg er te veel spanning of stress van. Van de gestopte beleggers had het grootste deel (61 procent) een execution only oplossing, een kwart liet zijn beleggingen over aan een vermogensbeheerder.
Lambert Vervoort van De Vermogensbeheerders zegt dat er wel klanten zijn die om die reden zijn vertrokken, maar dat dat er ‘echt maar een enkeling’ is. Renco van Schie van Valuedge reageert dat hij zich voor een groot deel in het door AFM geschetste beeld herkent, maar tekent daarbij aan dat de klanten die de afgelopen twee jaar zijn gestopt, bijna allemaal kleinere klanten waren die binnen hun financiële plan al geld aan het opnemen waren.
Bovendien zijn bij De Vermogensbeheerders in Vught sommige van de gestopte klanten alweer weer terug omdat ze het geld slechts tijdelijk nodig hadden en heeft Valuedge veel méér nieuwe klanten verwelkomd dan de klanten die zijn vertrokken.
Dick Hubertus (foto) van HIP Capital zegt het beeld van de AFM helemaal niet te herkennen. ‘Wij merken eerder het tegenovergestelde. We hebben veel nieuwe klanten en bestaande klanten blijven juist bijstorten.’ Ook Frits Vogel van Today’s Wealth Management ziet ‘geen mensen uit de markt gaan’, zegt hij in een telefonische toelichting. ‘Integendeel, we zien juist mensen die willen gaan beleggen.’
Inflatie als katalysator
Van Schie ziet meer dan gemiddeld beleggers in vastgoed naar de beurs komen, door de troebele vooruitzichten voor de vastgoedmarkt. ‘Daar is momenteel zoveel tegenwind dat zij verwachte rendementen op de beurs aantrekkelijker vinden.’
Hubertus en Vogel noemen de hoge inflatie als belangrijke aanjager voor klantenaanwas en bijstortingen. Hubertus: ‘Nu mensen ervaren dat inflatie niet alleen meer een term is, ontstaat er meer bewustwording bij vermogende klanten dat ze meer moeten beleggen om hun totale vermogen in reële zin op peil te houden.’
Vogel: ‘De inflatie is een katalysator voor mensen om in beweging te komen. In Nederland staat onwaarschijnlijk veel geld op een bank- of spaarrekening. Iedereen is aan het puzzelen, wat moet ik toch met dat geld nu de banken de spaarrente amper verhogen? Het geld brandt in ieders zakken. Mensen zoeken meer dan ooit een alternatief, ik ben best verbaasd hoeveel geld er binnenkomt van mensen die meer willen maken van hun spaarrekening.’
‘Met een inflatie van 5 tot 6 procent gaat je liquiditeit achteruit en ga je je doelstelling niet halen zonder de beleggingsmarkt’, verduidelijkt Vogel (foto). ‘Klanten beseffen dat ze lange tijd te voorzichtig zijn geweest en een te groot deel liquide hebben willen houden. Geld dat ze voor de korte termijn niet nodig hadden. Nu zetten ze vaker een groter deel van hun vermogen voor de lange termijn weg en verkleinen ze het liquide deel dat ze voor de korte termijn nodig hebben.’
Hoewel Today’s Wealth Management een actief beleggingshuis is, is veel van de nieuwe instroom naar de twee quant-strategieën van de vermogensbeheerder gegaan. De ene haalde vorig jaar een rendement van -0,3 procent na kosten, de ander +6 procent. In goede beleggingsjaren haalden deze strategieën iets minder hoge rendementen dan de markt. Vogel: ‘Het gaat er uiteindelijk om dat je de volatiliteit eruit haalt. Dat spreekt mensen nu aan. We hebben een modulaire structuur. Sommige klanten hebben elders een fundamentele strategie en kiezen bij ons alleen de quantstrategie, anderen maken een mix van onze strategieën.’
HIP Capital houdt vast aan de al jaren geleden ingeslagen weg van een combinatie van aandelen en alternatieve strategieën. Hubertus: ‘Het gat tussen de spaarrekening en obligaties is groot genoeg om die richting weer op te kijken, maar zolang de rente nog niet hoog genoeg is om de inflatie te verslaan, vinden we het te vroeg om in obligaties te stappen.’ Van Schie merkt juist dat de interesse voor obligaties zorgt voor nieuwe klanten.
Wachten op stijgende beurzen…
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de recent gestopte beleggers voornamelijk belegden in individuele aandelen (48 procent) en in beleggingsfondsen (42 procent), gevolgd door crypto (15 procent) en obligaties (10 procent). Overigens verwacht vier op de tien gestopte beleggers in de toekomst opnieuw te gaan beleggen. Het grootste deel daarvan doet dat als zijn of haar financiële situatie dat toelaat, een kleiner deel zegt te wachten op stijgende beurzen.
Van de bijna 5700 Nederlandse beleggers die zijn ondervraagd door de AFM, belegt 18 procent. Bijna driekwart van de beleggers doet dat zelfstandig, ongeveer 3 op de 10 mensen belegt via een vermogensbeheerder.
3 procent van de ondervraagde Nederlanders is in de afgelopen vijf jaar gestopt met beleggen, nog eens 3 procent is daar al meer dan vijf jaar geleden mee gestopt. Meer dan de helft van de Nederlanders belegt niet en is dat ook niet van plan om te doen.