Financiële toezichthouders in de hele Europese Unie beginnen volgend jaar met een uitgebreide herziening van de kosten die beleggingsondernemingen voor hun fondsen in rekening brengen.
Volgens Claude Marx, directeur-generaal van de Luxemburgse financiële toezichthouder CSSF, moet de sector zich blijven richten op efficiëntie, wat ook in het belang is van de beleggers. Dat zei hij vorige week tijdens de Private Assets Conference van Alfi, de vereniging van de Luxemburgse fondsensector. Hij drong er bovendien op aan dat de sector mogelijkheden blijft vinden om niet-kerndiensten te delegeren en uit te besteden.
‘We zien dat de kosten van bedrijfsvoering en de kosten van beheer een grote uitdaging vormen’, zei Marx. ‘Ik denk dat we hier heel voorzichtig moeten zijn. Het is essentieel dat we de mogelijkheid behouden om te delegeren, want het gaat ook om efficiëntie en het niet in elk onderdeel herhalen van alle expertise. Dus uiteindelijk is het in het belang van kostenbesparing, en het is in het belang van investeerders, de tegenpartijen, dat we ervoor zorgen dat we voldoende middelen hebben.’
De CSSF heeft vorige maand de beheerders van Ucits-fondsen in Luxemburg, waar ongeveer een derde van alle dergelijke fondsen in Europa is ondergebracht, opgedragen om de manier waarop zij de kosten en vergoedingen van hun beleggingsfondsen berekenen te herzien en zo nodig te corrigeren, en daarover vóór 1 april volgend jaar verslag uit te brengen aan hun nationale toezichthouder. De bevindingen van de CSSF zullen worden meegenomen in een gemeenschappelijke toezichtactie inzake kosten die de financiële autoriteit van de EU, Esma, heeft aangekondigd voor 2023. Marx maakte duidelijk dat het kostenoverzicht wordt uitgevoerd omdat Esma daarom heeft gevraagd.
‘Mensen denken dat ze een ellendig leven hebben, omdat ze vragen van ons krijgen’, zei Marx. ‘Maar ik kan u vertellen dat niemand zoveel vragen krijgt als de CSSF.’
Betere regelgeving nodig
Alfi-directeur-generaal Camille Thommes wees op de toegenomen kosten van de financiële regelgeving waarmee de sector wordt geconfronteerd. ‘Wat we zouden willen, is betere regelgeving, om ervoor te zorgen dat de verschillende stukken op elkaar zijn afgestemd en elkaar niet tegenspreken’, zei hij, verwijzend naar de verkeerd getimede invoering van verschillende stukken EU-wetgeving over duurzame financiering, waaronder de Sustainable Finance Disclosure Regulation, die grotendeels afhankelijk is van gegevens die pas beschikbaar komen als andere, verwante regelgeving van kracht wordt.
‘Het is iets dat extra kosten met zich meebrengt omdat je voortdurend moet veranderen’, aldus Thommes.
Kosten van de regelgeving
Marx erkende dat de kosten van regelgeving inderdaad aanzienlijk zijn, maar onderstreepte dat het niet de CSSF is die verantwoordelijk is voor de nieuwe regels. In plaats daarvan drong hij er opnieuw bij beleggingsondernemingen op aan om zich op hun kernactiviteiten te concentreren. ‘En uw niet-kernaspecten uitbesteden, mutualiseren. Compliance, KYC zijn erg duur, met erg duur personeel. Als we kunnen uitbesteden aan gespecialiseerde aanbieders, is dat goed.’
‘We moeten de productiviteit verbeteren, de winstgevendheid verhogen door goed gebruik te maken van digitale hulpmiddelen. Ik zie dat veel kernsystemen worden vervangen. Dat is allemaal positief’, aldus Marx.