fpim.png

In België klagen we wel eens over onze te grote Staat, maar paradoxaal genoeg bengelt ons land achteraan de OESO op het gebied van publieke investeringen. Dat wil de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (SFPIM) omkeren. In samenwerking met private en regionale partners vervullen ze zo heel wat rollen, van het beheren van federale participaties tot het investeren in nieuwe bedrijven en technologieën.

Tom Feys, chief investment officer bij SFPIM, legt uit hoe ze te werk gaan, en hoe thema’s zoals lokale verankering en het garanderen van de soevereiniteit van ons land.

SFPIM is een minder gekende publieke investeerder in België. Wat is jullie ambitie?

‘Onze ambitie is om uit te groeien tot het sovereign wealth fund van België. Dat waren we lange tijd helemaal niet. Maar we worden dat nu stilaan wel. Zo worden stap per stap alle overblijvende participaties van de federale  Staat op onze balans gecentraliseerd. Dat wordt deels gedreven door OESO-richtlijnen die zeggen dat de verschillende rollen van de staat, die van regelgever, toezichthouder en aandeelhouder, uit elkaar moeten getrokken worden om belangenconflicten te vermijden. Vorig jaar kwamen Ethias en BNP Paribas op de balans, en er lopen gesprekken om ook Belfius, Proximus, de Nationale Loterij en een overblijvend deel van Bpost naar ons te brengen. Die dividenden zullen ons op zijn beurt meer vuurkracht geven.’ 

Heeft België echt meer publieke investering nodig?

‘België loopt al een tijdje achter op het gebied van overheidsinvesteringen. Sinds de jaren ‘80 en ‘90 doet ons land minder publieke investeringen als percentage van het BBP dan de meeste van onze buurlanden, zoals Nederland en Frankrijk. We zitten zo onder het gemiddelde in de OESO. We hebben de laatste decennia ondergeïnvesteerd in publieke infrastructuur. Daarom is het zo belangrijk dat we een tandje bijsteken, en SFPIM kan daar een belangrijke rol in spelen.’ 

Op welke manier investeren jullie?

‘We hebben een klein team. Onze organisatie is lean and mean, en bevat zo’n dertig mensen. Dat maakt dat we niet overal hands-on kunnen aanwezig zijn. Zeker in early-stage investeringen gaat het niet enkel over kapitaal maar ook over begeleiding. Daar hebben we meestal de middelen niet voor. Als we directe investeringen doen, is dat meestal in iets  matuurdere bedrijven, de meer early stage dossiers doen we bij voorkeur indirect via investeringsfondsen. Denk maar aan de Smartfin’s, Fortino’s en Volta Ventures van deze wereld. Onze statuten verplichten ons te investeren in aandelenkapitaal, we doen dan ook vooral equity investeringen of equity like (zoals converteerbare leningen) maar we kunnen, als we al een equity investering hebben, ook bijkomend leningen verschaffen . Daarin verschillen we van de regionale investeringsmaatschappijen. Maar enkel leningen of subsidies doen we nooit.’ 

Clasht dat kleine team niet met de grote ambitie om een sovereign wealth fund te worden?

‘Neen. Naast onze interne know how doen we ook  veel beroep op externe expertise. We zijn altijd een minority-investeerder, wat betekent dat we steeds privé-partners zoeken. We piggy-backen op de expertise van privé-partners om het zo te zeggen. We werken ook samen met de regionale investeringsfondsen, die grotere teams hebben. We doen wel nog steeds onze eigen due diligence. We doen beroep op een heel breed netwerk. We kunnen naar de Nationale Bank stappen voor macro-economische input en naar onze private of publieke collega’s voor de financiële analyse. Die aanpak zorgt dat we ook in lijn zijn met de Europese regels rond staatsteun. Een privé-partij maakt altijd een analyse, en plakt dan de bijhorende waardering erop.’ 

Is het de bedoeling dat jullie nog zullen groeien?

‘We groeien vandaag wel, maar we gaan waarschijnlijk nooit een fonds worden van 100 à 150 mensen. Never say never, maar dat is vandaag onze ambitie niet. We moeten keuzes maken. Vandaag zijn we complementair aan de regionale collega’s, en dat is erg belangrijk. Wij ondersteunen hen, we co-investeren en we focussen ons op zaken die ze minder naar voren schuiven, denk maar aan de grote verankeringsdossiers, finance of defensie. Vanuit die visie zou een groot team niet ideaal zijn.’ 

Wat is een recent voorbeeld van een investering die jullie maakten?

‘Een mooie recente investering is SOLiTHOR     , een imec-spin-off. Zij ontwikkelen een nieuw soort, solid-state batterij. Die is veiliger en heeft een hogere energie-densiteit. Dat is de next-big thing in energie-technologie, maar het zal nog zeven of acht jaar duren voordat de eerste commerciële toepassingen er zijn. Voor een privé-investeerder is het moeilijk om te wachten tot 2030 op de eerste returns. Hier moeten we dus onze rol als publieke, lange-termijnsinvesteerder spelen. De mogelijke maatschappelijke return van deze technologie is enorm, maar tegelijk is het niet evident voor een privé-investeerder om erin te investeren.’ 

Eén van jullie taken is om bedrijven lokaal te verankeren. Waarom is dat nodig?

‘Het is heel belangrijk om strategische assets te verankeren. In crisismomenten zien we namelijk dat bedrijven de neiging hebben om terug te vallen op hun eigen markten. Als de liquiditeit opdroogt dan is België voor buitenlandse bedrijven niet top-of-mind. Daarom is het belangrijk dat bepaalde beslissingscentra lokaal blijven. De vrije markt werkt mooi, tot het niet meer werkt. Dat zie je typisch in crisistijd. We mogen daar niet naïef over zijn. Daarnaast is de wereld de laatste jaren drastisch veranderd. De COVID-crisis, de assertiviteit van China en de oorlog in Oekraïne hebben een aantal zaken blootgelegd. Als je aanvoerketens globaal zijn, en er ontstaat een crisis, dan kom je snel in de problemen. We kunnen natuurlijk niet alles lokaal produceren, maar een graad van lokale verankering is wel cruciaal voor onze welvaart.’ 

Wat is daar een voorbeeld van?

‘We kijken bijvoorbeeld naar nationale veiligheid, in de brede zin van het woord. Dat heeft niet enkel te maken met defensie. Cybersecurity valt daar bijvoorbeeld ook onder. Eind vorig jaar investeerden we in Hex-Rays, een Luiks bedrijf in de cybersecurity, met als doel het te verankeren. Ze zijn niet gekend bij het brede publiek, maar ze bouwden een tool waarmee je software kan reconstrueren uit binaire code. Zo kan je de zwakheden ervan in kaart brengen. Dat is een erg interessant bedrijf dat zowel offensief als defensief een cybersecurity-rol kan spelen. Samen met Smartfin hebben we dat bedrijf in ons land verankerd via een management buy-out.’ 

Investeren jullie ook in expliciet militaire velden?

‘We kijken inderdaad meer en meer naar samenwerkingen met defensie. Op dat vlak is de wereld enorm veranderd de laatste jaren. Investeren in defensie en militaire technologie is geen taboe meer, terwijl dat vroeger voor veel investeerders het wel was. Bovendien is veel technologie sowieso dual use, wat wil zeggen dat het zowel voor civiele als militaire doeleinden gebruikt kan worden. We mogen niet meer naïef zijn. We hebben investeringen nodig in militaire of dual-technologie om onze welvaart te beschermen en je ziet ook dat in landen waar er een nauwe samenwerking is tussen de militaire en civiele sector, zoals Israël of de VS, er veel meer start-ups en innovatieve technologieën worden ontwikkeld die bijdragen aan de welvaart en de veiligheid van het land.  Daar kunnen we een rol in spelen als federale investeringsmaatschappij, want defensie is bij uitstek een federale materie en onze investeringsstrategie laat ons toe in deze domeinen te investeren voor zover dit strookt met het beleid van de overheid terzake.’ 

Lopen jullie investeringen het risico dat ze de markt verstoren?

‘We willen nooit marktverstorend werken. We zijn meestal minderheidsaandeelhouder, en we zullen ons niet bemoeien bij het operationele management van bedrijven. We willen er vooral voor zorgen dat lokale bedrijven vlot aan lokaal kapitaal geraken. Daarom co-investeren we met Belgische privé-investeerders. Soms moeten bedrijven natuurlijk internationale investeerders zoeken. Dat is bijvoorbeeld erg belangrijk tijdens internationalisering. Maar een te grote afhankelijkheid van buitenlandse financiering levert soms problemen op. Amerikaanse durfkapitaalfondsen eisen bijvoorbeeld   vaak dat het hoofdkwartier en soms zelfs het hele team naar de VS verhuisd worden. We moeten ons daar geen illusies over maken.’ 

Hoe gaat een publieke investeerder om met risico’s?

‘We weten dat er dossiers gaan foutlopen. Als je risicokapitaal verschaft dan loop je nu eenmaal risico’s, het zit in de naam vervat. Als een publieke investeerder moet je daar extra bewust over zijn. We werken namelijk met publiek geld. We moeten goed nadenken of we hier echt belastinggeld aan willen uitgeven. Als er zaken foutlopen zal er daar veel aandacht voor komen. Een privé-investeerder zal makkelijk kunnen zeggen, ‘deze investering liep fout, maar dat maakt niet uit want er zitten er nog vijftien andere bedrijven in ons portfolio.’ Een publiek investeerder zal intenser bekeken worden als dat gebeurt. Tegelijk is het onze rol om risico’s te nemen, soms zelfs meer dan de privé, net om nieuwe technologieën te ondersteunen. Dat is een spanningsveld waar we nu eenmaal inzitten.’ 

Op welke thema’s ligt de focus in de toekomst?

‘We zullen meer focussen op energie. We moeten onze onafhankelijkheid en bevoorradingszekerheid verbeteren. We moeten dus investeren in eigen productie. Dat is een strategische asset, want onze bedrijven mogen niet zonder energie vallen. Daarnaast zal defensie belangrijker worden.    In dat kader heeft de federale regering recent een “Defence, Industry and Research Strategy” of DIRS uitgewerkt die een nauwe samenwerking promoot tussen overheid, bedrijven en onderzoeksinstellingen voor het ontwikkelen van een Belgische defensiegerelateerde technologische en industriële basis. De SFPIM zal daarin een belangrijke rol spelen als risicokapitaalverschaffer. Ten slotte zal het belang van impact-investeringen toenemen en meer algemeen de toepassing van  ESG criteria bij het aansturen van onze investeringen.’ 

Over FPIM
-FPIM vervult drie rollen, die van brandweer waarbij het overheden of kritische bedrijven kan redden in crisistijd, die van aandeelhouder en die van investeerder.
Investeringen vinden doorgaans plaats in zes gebieden: finance, aerospace, life-sciences, energietransitie, mobiliteit en impact.
FPIM bezit op dit moment een 162 participaties.
Verankeringsdossiers worden op vier assen ingeschat: nationale veiligheid, publieke infrastructuur, key sectors en new economy.
FPIM had in 2021 2,5 miljard euro op de balans staan.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No