De interesse voor Nederlandse aandelenfondsen is al jaren tanende. Verrassend, want de prestaties zijn in een Europees perspectief zowel op korte als lange termijn uitstekend. Bovendien lijkt de exodus van bedrijven ten positieve gekeerd en de samenstelling van de hoofdgraadmeter voor de Amsterdamse beurs is met haar tijd meegegaan.
Dat schrijft Ronald van Genderen van Morningstar in zijn bijdrage voor deze week. Eind 2007 hadden beleggers volgens de research analist nog 7 miljard euro belegd in deze categorie. Een bedrag dat fors is gedaald; per eind augustus 2021 resteert er minder dan 1,4 miljard euro aan belegd vermogen.
Intussen hebben beleggers ook steeds minder keuze. Veertien jaar geleden waren er nog tientallen Nederlandse aandelenfondsen verkrijgbaar, maar tegenwoordig is dat aantal precies op twee handen te tellen. Van Genderen: ‘En het is maar de vraag of dat geringe aantal nog gehandhaafd blijft in de nabije toekomst, want drie fondsen hebben minder dan 30 miljoen euro aan beheerd vermogen en het is moeilijk denkbaar dat dit levensvatbare (lees winstgevende) niveaus zijn voor de betreffende fondshuizen.’
Beter dan Europese aandelen
Aan de prestaties van de aandelen op het Damrak kan het niet liggen. Zowel op korte als lange termijn presteert de AEX een stuk beter dan bijvoorbeeld de MSCI Europe index. Zo staan Nederlandse aandelen dit jaar tot en met eind augustus maar liefst 28 procent in de plus, hetgeen ruimschoots beter is dan de 20 procent voor Europese aandelen. Vorig jaar belandde de MSCI Europe index zelfs 3 procent in de min, terwijl de AEX het jaar positief afsloot met een winst van bijna 6 procent. Ook over langere termijn ziet Van Genderen een soortgelijke outperformance. ‘Zo bedraagt de voorsprong voor Nederlandse aandelen meer dan 4 procentpunt over tien jaar en ruim 2 procentpunt over een periode van vijftien jaar.’
Inmiddels komen er weer nieuwe bedrijven naar de Amsterdamse beurs, maar jarenlang was er een exodus gaande. Bedrijven werden overgenomen, anderen gingen over de kop, maar het echte probleem was dat er nauwelijks sprake was van nieuwe aanwas. De laatste jaren lijkt die trend gekeerd en hebben we diverse beursintroducties gezien. Denk aan aandelen als Adyen en Just Eat Takeaway, die het inmiddels ook al tot de AEX index hebben geschopt. Daarnaast verwelkomde Euronext Amsterdam ook buitenlandse ondernemingen of holding maatschappijen, zoals Prosus die inmiddels ook is opgenomen in de AEX.
Shell niet meer de grootste
Tot slot is de samenstelling van de Amsterdamse beursgraadmeter ook met de tijd meegegaan. Historisch werd de AEX gedomineerd door Royal Dutch Shell, Unilever en financials zoals ABN Amro en ING. Eind 2007 maakte Royal Dutch Shell nog circa 15 procent van de index uit, op de voet gevolgd door ArcelorMittal met een gewicht van circa 14 procent, terwijl de financials gezamenlijk een gewicht vertegenwoordigde van ruim 26 procent.
Hoe anders ziet de samenstelling er nu uit. Royal Dutch Shell is met een gewicht van minder dan 10 procent afgegleden naar de derde positie in de index, terwijl chipmachineproducent ASML de koppositie heeft overgenomen en een gewicht heeft van bijna 15 procent. De technologiesector is sowieso goed vertegenwoordigd aangezien met ASM International en BE Semiconductor nog twee toeleveranciers aan de chipindustrie in de index zitten en onlinebetaalplatform Adyen met een 8 procent-weging een van de zwaargewichten is. Banken en verzekeraars zijn inmiddels goed voor minder dan een tiende van de index.
In de top-5 van deze week een overzicht van de vijf best presterende fondsen (waarvan een distributievergoedingvrije aandelenklasse beschikbaar is in Nederland) in de Morningstar categorie Aandelen Nederland op basis van hun prestaties over 2021 tot en met eind augustus.
Op 1: Add Value
Op de eerste plek, met een ruime voorsprong, staat het Add Value Fund. Dit fonds, dat een Morningstar Analyst Rating van Bronze heeft, is in de handen van twee zeer ervaren beheerders: Willem Burgers en Hilco Wiersma. Zij krijgen sinds 2018 ondersteuning van een aandelenanalist en daar is in augustus van dit jaar nog een junior analist bijgekomen. Bovendien verwacht het team nog voor het einde van het jaar een meer ervaren analist toe te kunnen voegen.
Van Genderen: ‘De groeiende ondersteuning maakt dat dit team buitengewoon goed toegerust is voor haar taak, maar daar staat wel tegenover dat het fonds inmiddels ook de mogelijkheid heeft om buiten onze landsgrenzen naar kansen te speuren. Het team past een bewezen bottom-up benadering toe en hun aandelenkeuzes worden met convictie toegepast.’
Dat brengt volgens de Morningstar-analist wel risico’s met zich mee, waarvan concentratierisico een van de voornaamste is. ‘De positie in ASM International is daar een voorbeeld van met een weging die per eind augustus 20 procent benaderde. Samen met een positie in BE Semiconductor Industries brengt dat de totale blootstelling aan de chipindustrie naar circa een derde van de portefeuille. Echter, het waren ook juist deze twee aandelen die dit jaar een belangrijke verklaring zijn achter het succes van het fonds.’
Dan, Kempen
Kempen Orange Fund leidt op aanzienlijke achterstand de achtervolgende groep. Morningstar analisten hebben dit fonds een Gold rating toegekend, oftewel de hoogst mogelijke waardering. Dit fonds wordt beheerd door een team van vier ervaren beheerders. Naast deze strategie beheert het team ook Europese small-cap strategieën waarbij ze ondersteuning krijgen van een vijfde teamlid.
Het proces heeft zich over meerdere jaren bewezen en de uitvoering ervan is zeer gedisciplineerd, schrijft Van Genderen. ‘De portefeuille is met 20 tot 25 aandelen meer gespreid dan die van het Add Value Fund, maar vertegenwoordigt nog steeds een hoge mate van convictie van het team. Hoewel ASM International en BE Semiconductor ook hier in de portefeuille zitten, zijn de aandelen die sterk bijdroegen aan het fondsrendement dit jaar wat meer gediversifieerd.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: