2021 was een van de slechtste kalenderjaren voor opkomende landen in de afgelopen tien jaar. Alleen 2013 kende een (nipt) groter verlies. Dat jaar werd de markt getroffen door zorgen omtrent het zogenaamde taper tantrum. De situatie van nu kent gelijkenissen, met toenemende zorgen over oplopende inflatie die mogelijk rente-acties zal uitlokken door Westerse centrale banken.
Het jaar 2021 was opkomende landen niet gunstig gezind. De MSCI Emerging Markets index behaalde weliswaar een positief rendement van 4,86 procent, maar dit was aanzienlijk minder dan de plus van 31,07 procent die de MSCI World index noteerde. Daarmee was het alweer de zesde keer binnen tien jaar dat aandelen uit opkomende landen achterbleven bij de prestaties van ontwikkelde landen. Zelden was de underperformance zo groot, alleen in 2013 was de achterstand nog groter.
Dat schrijft senior manager research analyst Ronald van Genderen van Morningstar, in zijn bijdrage voor deze week.
Achter de feiten aan
Het gehele jaar liepen opkomende landen achter de feiten aan. In het eerste en tweede kwartaal bedroeg de underperformance respectievelijk 2,74 procent en 2,67 procent. Echter, de grootste schade werd in de tweede jaarhelft geleden. Het derde kwartaal zag een underperformance van 8,27 procent en 2021 werd afgesloten met een underperformance van 9,25 procent over de laatste drie maanden van het jaar.
In toenemende mate maken beleggers zich ongerust over de stand van de wereldeconomie en dit zou wel eens grote gevolgen voor opkomende landen kunnen hebben. Oplopende inflatie, met name gedreven door de hoge energieprijzen, zal Westerse centrale banken ertoe aanzetten de rentetarieven te verhogen, zo is de vrees. Daarbij gaan de gedachten ook direct terug naar het “taper tantrum” van 2013, toen het besluit van de Amerikaanse centrale bank om haar economische steunmaatregelen te verminderen tot een sterke verkoopgolf van aandelen en obligaties uit opkomende markten leidde.
De hoge energieprijzen en rentetarieven zullen hun tol eisen en zorgen voor een afname van de economische groei. Hoewel het nog afwachten is of en wanneer de Westerse centrale banken tot actie overgaan, hebben centrale banken in diverse opkomende landen in het afgelopen jaar al wel stappen gezet. Zo daalde de Braziliaanse beurs ruim 11 procent mede door een zeer zwak derde kwartaal nadat de inflatie boven de doelstelling van de centrale bank uit bleef stijgen, wat werd beantwoord met renteverhogingen. Het was daarmee wereldwijd de op twee na slechts presterende markt in 2021.
Grootste jaarverlies in Turkije
Het grootste jaarverlies werd opgetekend in Turkije waar Erdogan de inflatie in zijn land gierend uit de hand liet lopen door de centrale bank te beletten om renteverhogingen door te voeren. Het gevolg was een dramatische koersval van de Turkse Lira ten opzichte van de euro. Het mooie rendement op Turkse aandelen in lokale valuta werd hierbij omgetoverd in een verlies van bijna 23 procent in euro’s gemeten.
Ook China moeten we hier vermelden. Het land kende een turbulent jaar dat werd afgesloten met een verlies van bijna 16 procent. De redenen achter het grote jaarverlies zijn divers. Zo werd er nieuwe regelgeving ingevoerd die de technologiesector hard raakte, inclusief techreuzen zoals Alibaba en Tencent. Verder werden er regelmatig (lokaal) nieuwe Covid-19 beperkingen ingesteld, liep de politieke spanning omtrent Taiwan op en was er sprake van een vastgoedcrisis met een hoofdrol voor Evergrande.
De top-5 van deze week geeft een overzicht van de vijf best presterende fondsen (waarvan een distributievergoedingvrije aandelenklasse beschikbaar is in Nederland) in de Morningstar-categorie Aandelen Emerging Markets op basis van hun prestaties over 2021.
Op 1: Schroders
Schroder ISF Emerging Markets Value heeft 2021 afgesloten op de eerste plek, terwijl het die positie ook al bekleedde aan het einde van het tweede en derde kwartaal. Hoewel het fonds pas in september 2020 werd gelanceerd kende het daarmee een uitstekend eerste kalenderjaar, zo analyseert Ronald van Genderen van Morningstar. ‘Het beheerduo Juan Torres en Vera German hebben beiden ervaring als analist, maar hun ervaring als beheerder is aanzienlijk beperkter. Het fonds belegt in aandelen waarvan de koers een aanzienlijke daling heeft ondergaan. Dit geeft de portefeuille een waarde-karakter en daarvan profiteerde dit fonds in het afgelopen jaar. Naast deze stijlrugwind, was het met name een goede aandelenselectie die verantwoordelijk was voor het uitstekende rendement dit jaar. Onder de juiste keuzes vallen MTN Group (181 procent, hoofdkwartier in Johannesburg, foto), Coretronic (160 procent) en Towngas China (112 procent).’
Runner up is Acadian Emerging Markets Managed Volatility Equity. Dit fonds komt uit de stal van Acadian, een fondshuis dat zich richt op zogenaamde systematische benaderingen. Van Genderen: ‘Voor deze strategie is de doelstelling een rendement te behalen dat gelijk is aan de markt maar met een lager risiconiveau. Het fonds is zeer gediversifieerd met meer dan 340 posities waarbij alleen TSMC, Samsung Electronics, Tencent en Alibaba een hogere weging dan anderhalf procent hebben. Dat brengt ook met zich mee dat veel van de overige posities slechts een kleine weging hebben. Zo hadden de drie best presterende aandelen een weging van slechts een of enkele basispunten: NEOWIZ (477 procent), Sangam (India) (380 procent) en Vishnu Chemicals (331 procent).’
De derde plaats is voor Robeco QI EM Sustainable Conservative Equities. Dit is een duurzame variant van Robeco QI EM Conservative Equities dat een Morningstar Analyst Rating heeft van Bronze. Van Genderen: ‘Beide fondsen worden beheerd door een omvangrijk, stabiel en ervaren team dat onder leiding staat van Pim van Vliet, de grondlegger van de filosofie die ten grondslag ligt aan de conservative equities range van Robeco. De kwantitatieve benadering richt zich op aandelen met een laag risico gecombineerd met waardering, kwaliteit en momentum factoren. Voor dit specifieke fonds gelden ten opzichte van de conventionele variant aanvullende duurzaamheidsvereisten op het gebied uitsluitingen en ESG integratie, terwijl het op portefeuilleniveau een 20 procent hogere ESG score en een lagere carbon footprint dan de benchmark probeert te bereiken. Ook deze portefeuille is met meer dan 220 aandelen breed gespreid en onder de winnaars in 2021 behoorden onder andere OSSTEM IMPLANT (175 procent), Sahara International Petrochemical (175 procent) en Mphasis (137 procent).’