Beleggers die het afgelopen jaar in schuldpapier van opkomende landen hadden belegd, hebben het behoorlijk voor hun kiezen gekregen. Tevens deed zich een opvallend fenomeen voor: de rentevergoedingen op staatsobligaties in harde en die in lokale valuta is ongeveer gelijk. Dat is al tien jaar niet voorgekomen.
De top 5 van deze week bestaat uit beleggingsfondsen in staatsobligaties van opkomende landen in harde valuta die de JPMorgan EMBI Global Diversified als benchmark hanteren. Wat opviel in negatieve zin waren de landen die een hoge correlatie hebben naar de ontwikkelingen van olieprijs, aldus Morningstar-analist Jeroen Siecker in deze bijdrage voor Fondsnieuws. De olieprijs daalde in het vierde kwartaal van 2018 met zo’n 20 procent.
Ook vielen de landen op die een kredietwaardigheid hebben die lager ligt dan BBB, waaronder Ecuador, Ghana en Nigeria. Maar ook landen met een idiosyncratisch risico, zoals steun van het Internationaal Monetair Fonds of landen met forse koersuitslagen van de lokale valuta, hetgeen gebeurde in Argentinië, Egypte, Oekraïne, Turkije en Venezuela. Deze landen lieten een sterk wisselend beeld zien in het rendement op hun staatobligaties. Een aantal van deze landen bleek ook nog eens extra gevoelig te zijn voor de alsmaar verder escalerende handelsoorlog tussen Amerika en China.
De klap op de vuurpijl kwam toen in het vierde kwartaal van 2018 de markt werd geconfronteerd met verslechterende financiële omstandigheden in de wereld. Dat zorgde voor een extra daling in met name Amerikaanse aandelen en Amerikaanse staatsobligaties, omdat beleggers een recessie in de Verenigde Staten voor 2019 gingen inprijzen.
Gelijke rente
Er was nog iets anders dat opviel aan opkomende markten staatobligaties in harde valuta en obligaties in lokale valuta die de JPMorgan GBI-EM Global Diversified als benchmark hanteren: de rentevergoeding voor beide is ongeveer gelijk. Dat is bijzonder, want historisch gezien ligt de vergoeding voor staatspapier in lokale valuta hoger. Als we tien jaar terug kijken, dan krijgt de belegger in staatspapier in lokale valuta een gemiddeld 80 tot 100 basispunten hogere rentevergoeding.
Een verklaring voor het gelijklopen van de rentevergoedingen is te vinden in de hogere beweeglijkheid van staatspapier in lokale valuta. Met een standaarddeviatie van 12,05 procent over een periode van tien jaar is dit bijna dubbel zo veel als de 6,56 procent voor staatspapier in harde valuta.
Kijken we terug op het afgelopen jaar, dan zien we dat de schommeling van de rentevergoeding op staatspapier in lokale valuta met een bandbreedte van 6,14 - 6,69 procent veel lager ligt dan die van staatspapier in harde valuta, want de bandbreedte daarvoor is met 5,27 - 6,81 procent een stuk ruimer. Een mogelijke verklaring hiervoor is het verkrappingsbeleid van de Fed, het stelsel van centrale banken in de Verenigde Staten. Door het sterk oplopen van de korte rente zijn beleggers een hogere vergoeding gaan eisen op staatspapier in harde valuta. Met andere woorden, de risico-opslagen zijn sterk opgelopen.
Verder valt bij staatspapier in lokale valuta op dat zwaargewichten uit de JPMorgan GBI-EM index, zoals Brazilië, Maleisië, Polen en Mexico een forse daling van hun inflatie hebben doorgemaakt in de afgelopen vijf jaar.
De belegger die voor een de keuze staat om te beleggen in staatobligaties van opkomende landen in harde valuta of in lokale valuta, ziet momenteel dus vergelijkbare rentevergoeding voor beide. Bij zijn keuze hoeft die zich alleen maar af te vragen welke kant de dollar op gaat. Indien de dollar stijgt, is de belegger over het algemeen beter af met obligaties harde valuta en als de dollar daalt, dan zijn obligaties in lokale valuta de betere keus.
iShares
De eerste plek in de top 5 beleggingsfondsen op basis van het rendement over 2018 in de Morningstar-categorie ‘wereldwijde obligatis in opkomende landen’ is voor het iShares Emerging Markets Government Bond Index Fund.
Deze indextracker van iShares kopieert de JP Morgan Emerging Markets Bond Global Diversified-index. De focus van de beleggingen ligt voornamelijk op staatspapier van soevereine staten genoteerd in harde valuta (USD, GBP en euro) en in mindere mate op schuldpapier van bedrijven. Alle beleggingen in vreemde valuta (anders dan de euro) worden afgedekt met derivaten in overeenstemming met de aandelenklassen van het fonds.
Op de tweede plaats eindigde het Nordea Emerging Market Hard Currency Bond Fund. Dit fonds probeert middels actief vermogensbeheer haar benchmark (JP Morgan Emerging Markets Bond Index Global Diversified) met 319 beleggingen in onder andere staatspapier en soevereine staten luidend in USD of Euro te verslaan. Daarnaast kan het fonds voor maximal 10 procent in asset backet securities beleggen en heeft het fonds ook mogelijkheden om in bedrijfsobligaties te beleggen. Op dit moment heeft het fonds een overwogen positie in landen als Indonesië en Turkije, daarnaast houdt het fonds op dit moment voor ruim 7 procent aan liquiditeiten aan.
Top 5 EMD hard currency
Rendementen in procenten en geannualiseerd.
Fonds | 2018 | 3 jaar |
iShares Emerging Markets Government Bond Index Fund |
0,50 | 3,31 |
Nordea Emerging Market Hard Currency Bond Fund |
-0,28 | 2,99 |
BNP Paribas Easy JPM EMBI Global Diversified Composite Track I |
-0,34 | 1,95 |
M&G (Lux) Emerging Markets Hard Currency Bond Fund |
-0,39 | |
Aegon Emerging Markets Debt Fund |
-1,52 |
Bron: Morningstar