De ECB verhoogde de beleidsrente voor de negende keer op rij terwijl beleggers steeds somberder worden over de Europese economie.
Eind vorige maand verhoogde de Europese Centrale Bank de rente op de depositofaciliteit met 25 basispunten tot 3,75 procent, een niveau laatst gezien in 2001 toen de euro werd gelanceerd. Beleggers gaan er steeds meer van uit dat deze verhoging weleens de laatste zou kunnen zijn, aangezien de inflatie sneller daalt dan verwacht en de economische groeivooruitzichten verslechteren. Bovendien veranderde ECB-president Christine Lagarde de toon ten opzichte van eerdere vergaderingen door een rentepauze niet langer uit te sluiten.
Moeilijke opdracht
Economische indicatoren in de eurozone verzwakken door de hogere financieringskosten, terwijl de VS meer veerkracht toont ondanks de agressieve renteverhogingen. Daar waar veel beleggers en economen aan het begin van dit jaar nog een recessie verwachtten, groeide de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal met 2,4 procent op jaarbasis. De economie in de eurozone groeide in het tweede kwartaal met 0,3 procent, een pak minder maar geen krimp.
Makkelijk blijft de opdracht van beleidsmakers allerminst. Hoewel de inflatie, mede dankzij goedkopere energie, daalde van boven de 10 procent eind vorig jaar tot 5,3 procent bereikte de diensteninflatie in de eurozone in juli een record van 5,6 procent. Economen wijzen het verschil met de VS, waar de inflatie sneller daalt vooral toe aan de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne.
Hoewel de ECB’s enige mandaat prijsstabiliteit is, is het vermoedelijk niet ongevoelig voor de penibele financiële situatie van heel wat lidstaten en tracht het daarom een harde landing te vermijden door verdere renteverhogingen in twijfel te trekken.
Buiten Europa
Obligatiemarkten zijn al lang niet meer saai en de voorbije weken was er, zeker buiten Europa geen gebrek aan nieuws waarover beleggers hun hoofd konden breken. In de VS was er de rating downgrade van Fitch (DBRS Morningstar hield de landenrating voor de VS onveranderd op AAA) die door de markten kalm werd ontvangen, terwijl de ontwikkelingen in Japan vermoedelijk complexer zijn.
De BOJ knoeide met hun beheersing van de rentecurve, zeg maar de limiet op het rendement van 10-jaars staatsobligaties. Yield curve control (YCC) houdt in dat de centrale bank indien de rendementen buiten de vooropgestelde limieten vallen, direct zal ingrijpen door obligaties te kopen. De limieten zijn nu verbreed van 0,5 procent naar 1 procent; waarbij tarieven boven 1 procent zoals gewoonlijk worden teruggefloten. Toch bestaat hierover nog steeds onzekerheid want de 0,5 procent blijft een referentiepunt voor de BOJ. Sommige beleggers geloven dat deze beslissing wel eens het begin van het einde van YCC zou kunnen betekenen gezien de inflatie in het land.
Top 5
Voor de Top 5 van deze week kijken we naar beleggingsfondsen in de Morningstar Categorie EUR government bonds waarvan een distributievergoedingsvrije fondsklasse beschikbaar is in Nederland. Deze vijf fondsen hebben de beste prestaties laten zien op basis van het rendement over de eerste zeven maanden van 2023.
Op de lijst staan vooral trackers waaronder iShares Italy Government Bond ETF EUR die de Bloomberg Italy Treasury Bond Index volgt. In tegenstelling tot de andere fondsen binnen de lijst, heeft het enkel blootstelling aan staatsobligaties van een land vandaar dat het rendement sterker afwijkt van de andere fondsen. iShares Euro Government Bond 7-10Y UCITS ETF, op vijf in de lijst, volgt de Barclays Euro Government Bond 10yr Term Index. De portefeuille bestaat voor zo’n 28 procent uit Duits staatspapier, gevolgd door Frankrijk (27,5 procent), Italië (21,3 procent), Spanje (18,3 procent) en Nederland (4,6 procent).
Invesco’s Euro Government Bond 7-10Y ETF staat op een tweede plaats en Xtrackers Eurozone Government Bond 7-10 ETF op vier. Deze trackers rekenen respectievelijk 10 en 15 basispunten aan vergoedingen en volgen de Bloomberg Euro Government Select 7-10 Year Index (EUR) en Markit iBoxx EUR Eurozone (DE ES FR IT NL) 7-10 Index. De landenallocaties verschillen amper van elkaar.
Het Amundi SF Euro Curve 7-10 Year fonds vervolledigt de top 3. Deze strategie wordt sinds januari 2012 beheerd door Cosimo Marrasciulo, Deputy Head Alpha Euro Fixed Income. Marrasciulo is sinds 2000 actief bij Pioneer dat in 2017 werd overgenomen door Amundi. Naast dit fonds beheert hij nog tal van andere obligatiefondsen. Tussen 2012 en 2016 werd hij bijgestaan door Tanguy Le Saout, maar toen die na 17 jaar de firma verliet voor Fideuram Asset Management kreeg hij Richard Casey aan zijn zijde. De in Dublin gevestigde beheerder is sinds 8 jaar actief voor Amundi als senior portefeuillebeheerder en meer recent head of fund solutions. Dit fonds belegt in obligaties gedenomineerd in euro uitgegeven door verschillende overheden en supranationale entiteiten met een resterende looptijd van 7 tot 10 jaar en kan derivaten gebruiken. Eind juni was 28,2 procent van de portefeuille belegd in obligaties met een kredietrating van AAA, 36 procent in AA en 21,5 procent in As. De rest bestaat uit BBB obligaties zoals die van Italië. De referentie index is de 100 procent JPM EMU GBI 7 - 10Y index.
Deze fondsen deden het dus stuk voor stuk beter dan de Morningstar Eurozone Treasury Bond categorie index die bijna 2 procent steeg over de eerste zeven maanden van 2023. Deze marktkapitalisatie gewogen index, die vorig jaar nog 18,2 procent van haar waarde prijsgaf, meet de prestaties van vastrentende EUR staatsobligaties van beleggingskwaliteit met looptijden langer dan een jaar. Het heeft een effectieve duratie van 7,2 jaar en een gemiddelde kredietkwaliteit van AA.
Thomas De fauw is manager research analist bij Morningstar. Morningstar analyseert en beoordeelt beleggingsfondsen op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Morningstar is één van de kennispartners van Investment Officer en rangschikt wekelijks vijf beleggingsfondsen of aanbieders.