Obligatiebeleggers in de opkomende markten hadden in de voorbije weken vermoedelijk hun handen vol aan vragen van klanten. De reden hiervoor was de betalings-onzekerheid rond Evergrande, de Chinese, met schulden overladen vastgoedreus.
Dat schrijft Thomas De fauw van Morningstar in zijn bijdrage voor deze week. Toch bleven de gevolgen voor deze heterogene activaklasse tot dusver beperkt, aldus de analist.
Naar aanleiding van de problemen bij Evergrande polste Morningstar in september beheerders naar hun mening over de kwestie. Verschillende door Morningstar beoordeelde fondsbeheerders van strategieën in opkomende markten hadden al enige tijd twijfels over Evergrande, volgens De fauw. ‘Met name PIMCO’s global emerging-markets debt groep, onder leiding van Pramol Dhawan sprak meermaals wantrouwen uit over de afgelopen twee jaar en ook T. Rowe Price en TCW waren en blijven vooral voorzichtig.’
Andere beheerders zien het positiever in, volgens de analist. Toen de prijzen voor de dollar-obligaties van Evergrande in augustus en september kelderden, zag BlackRock’s team, geleid door Sergio Trigo, een kans om geld te maken. Trigo stelde dat de recuperatiewaarde van de obligaties (mede door staatssteun) de prijs van 30 cent op de dollar zal overtreffen. Ashmore, de in London gevestigde specialist in opkomende markten blijft een van de grootste houders van Evergrande obligaties; het fonds Ashmore Emerging Markets Short Duration Institutional had eind juni 2021 zelfs 5,2 procent van haar activa belegd in de Chinese firma.
Wankelende Chinese markten
De betalingsonzekerheid bij Evergrande, gevolgd door een reeks verlagingen van de kredietwaardigheid van Chinese vastgoedontwikkelaars, heeft de obligatiemarkten in China doen wankelen. De ICE BofA Asian Dollar High Yield Index, die Aziatische hoogrenderende bedrijfsobligaties in harde valuta volgt, verloor 6,3 procent in het derde kwartaal van dit jaar, maar staat ondertussen op een 9,3 procent year-to-date verlies nadat de index nog eens 6,4 procent corrigeerde in oktober.
De onrust bij Evergrande zorgt ervoor dat het voor andere Chinese ontwikkelaars moeilijker wordt om herfinancieringsovereenkomsten te sluiten met buitenlandse partijen. Het gevolg daarvan is dat - in tegenstelling tot Evergrande - ondertussen Sinic, Fantasia en China Modern Land in oktober allemaal in gebreke zijn gebleven.
Maar een correctie voor de bredere JPMorgan CEMBI Broad Diversified index, die de prestaties volgt van dollar-obligaties die zijn uitgegeven door bedrijven uit de opkomende markten, bleef evenwel uit en de index sloot het derde kwartaal van dit jaar zelfs 2,6 procent hoger in euro’s. Sterker nog, met een year-to-date rendement van 6,9 procent doet deze index het bijna even goed als de Bloomberg Global High Yield index. Hoewel de grootste landenblootstelling hier ook aan China is, ligt die slechts rond de 8 procent. Evergrande’s gewicht was eind vorig jaar goed voor 2,1 procent van de iShares JPMorgan EM Corporate Bond ETF die de JPMorgan index als benchmark hanteert (huidige positie zo’n 0,05 procent).
Deze sterk gediversifieerde activaklasse is minder bekend bij het grote publiek en het feit dat er minder competitie is, maakt het interessant jachtgebied voor actieve beleggers. Terwijl het aandelenuniversum in opkomende markten voor zo’n 80 procent uit Aziatische landen bestaat, is dat bij bedrijfsobligaties uit opkomende markten meer verdeeld over de opkomende markten in EMEA, Latijns-Amerika en Azië. Ten slotte zijn er grote verschillen in kredietkwaliteit binnen dit universum dat zowel investment-grade als high-yield obligaties huisvest.
Echter, de volatiliteit van bedrijven uit de opkomende markten is in de loop van de tijd gematigder geworden. Tijdens de COVID-19 schok in maart 2020 sloot de JPMorgan CEMBI Broad Diversified index de maand af met een verlies van 11,4 procent vergeleken met een verlies van 13,8 procent voor staatsobligaties uit opkomende markten. Een belangrijke factor hierin was de groei van Aziatische kredieten van hogere kwaliteit. Hoogrenderende obligaties, die met een kredietrating beneden BBB, zijn momenteel goed voor rond de 40 procent van de index.
Top-5
Voor de Top-5 van deze week kijkt Morningstar-analist Thmas De fauw naar de best presterende fondsen die beleggen in emerging market bedrijfsobligaties over de eerste tien maanden van 2021.
Op de eerste plaats staan het IVO Fixed Income Short Duration fonds. Dat belegt in bedrijfsobligaties in harde valuta waarvan de emittenten hun hoofdkantoor hebben in of waarvan de hoofdactiviteit zich bevindt in opkomende markten. De duurzaamheidsaanpak van het fonds geeft de voorkeur aan spelers die blijk geven van innovatie en die zich aanpassen aan de ESG-uitdagingen van hun sector, en wil geleidelijk emittenten verkopen waarvan de ESG-kwaliteit ver onder de beste praktijken in de sector ligt.
Op de tweede plaats vinden we het MainFirst EM Credit Opportunities fonds terug. Dit compartiment wil rendement halen door te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van schuldpapier en daarmee gelijkgestelde schuldinstrumenten uitgegeven door kredietnemers uit opkomende markten en uitgedrukt in vrij converteerbare valuta’s. Het compartiment gebruikt de J.P. Morgan Corporate Broad EMBI Diversified High Yield Index Level (JBCDNOIG Index) om de prestaties te vergelijken.
Op de derde plaats staat het Invesco Emerging Market Corporate Bond fonds dat beheerd wordt door Michael Hyman (sinds oktober 2016) en Jason Trujillo (sinds juni 2019). De twee actieve beheerders willen volgens analist De fauw vooral alpha genereren op basis van fundamentele analyse en relatieve waarde, maar er wordt ook rekening gehouden met technische en macro-economische factoren. ‘Het fonds had eind september 32 procent in investment-grade kredieten, de grootste landenwegingen zijn naar Brazilië (9,1 procent), China (7,8 procent) en Mexico (7,7 procent) en zo’n 70 procent van de portefeuille bestaat uit bedrijfsobligaties, de rest uit (quasi)staatsobligaties. Eind juni 2021 bedroeg de blootstelling aan Evergrande 0,5% en dat was zo goed als onveranderd ten opzichte van eind 2020.
BE