Een populaire belegging waren grondstoffen het voorbije decennium geenszins, maar in de laatste 12 maanden herstelden prijzen zich door de toegenomen inflatieverwachtingen en verzwakte Amerikaanse dollar. Toch blijft het desondanks historisch lage relatieve waarderingen voorbarig om nu al van een trendverandering te spreken.
Een van de populairste graadmeters voor de grondstoffenmarkt is de Bloomberg Commodity Index (BCOM) die bestaat uit 23 op de beurs verhandelbare contracten voor fysieke grondstoffen. Traditioneel wordt deze index onderverdeeld in verschillende groepen, waaronder energie (30%), granen (22,7%), edelmetalen (19%), industriële metalen (15,6%), agrarische grondstoffen inclusief koffie, katoen en suiker (7,2%) en vee (5,6%). Veruit de belangrijkste grondstoffen in deze index zijn goud (14,6%) en ruwe olie (15% - WTI plus Brent).
De olie- en goudprijzen gingen in 2020 in tegengestelde richting: ruwe olie kelderde en ging zelfs kortstondig negatief tijdens de pandemie terwijl goud als veilige haven werd aanzien en het jaar zo’n 25% hoger afsloot na even boven de grens van 2.000 dollar per ounce te zijn gestegen. Echter, olie verdrievoudigde sinds het dieptepunt in april 2020 mede dankzij de ontwikkeling van verschillende vaccins en de hogere economische groeiverwachtingen. Meer recent was vooral OPEC, het verbond van olieproducerende landen, de drijvende kracht achter de stijging van de olieprijzen tot bijna 70 dollar per vat ruwe olie (Brent), dicht bij het niveau van voor de crisis. Goud daalde dan weer zo’n 10% sinds de start van dit jaar.
De Bloomberg Commodity Index (BCOM) is momenteel in een scherp opwaartse trend omdat grondstoffen door beleggers gezien worden als onderdeel van de ‘reflation trade’, een industrieterm voor een opleving van de economische cyclus waarin zowel groei als inflatie versnellen, meestal (maar niet noodzakelijk) na een recessie. Van eind april 2020 tot eind februari 2021 steeg de index met 40% gemeten in dollars na jarenlang in een berenmarkt te hebben vertoefd.
Met de prijs stijgt ook het geloof bij sommige beleggers dat we aan de start staan van een nieuwe meerjarige stierenmarkt in grondstoffen. Velen beroepen zich hierbij op de “grondstoffen tot aandelen ratio” die momenteel rond een 50-jaars dieptepunt staat. Vorige dieptepunten waren er tijdens de jaren ‘70 (Nifty Fifty bubble) en eind jaren ‘90 (Dotcom bubbel), twee periodes die gelijkenissen vertonen met het beursklimaat vandaag. Aan de aanbodzijde wordt de onderinvestering, vooral in de olie-industrie aangehaald terwijl de vraagzijde wordt versterkt door beleidsbeslissingen waaronder de groene infrastructuurplannen van de regering-Biden in de Verenigde Staten.
Echter, anders dan tijdens de laatste “commodities supercycle” van 2000-2008 waar de BCOM met meer dan 150% steeg, lijkt deze episode alvast niet gedreven door een plotse en enorme stijging in de vraag naar grondstoffen vanwege China. Verder lijkt de beweging van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie de index niet onmiddellijk in de kaart te spelen hoewel het positief kan uitpakken voor de industriële metalen. Tenslotte worden digitale munten zoals Bitcoin door een groep van vooral jongere beleggers beschouwd als het nieuwe goud.
Toch is het vermoedelijk de Amerikaanse dollar die het lot van grondstoffen grotendeels in handen heeft (een zwakkere dollar is goed voor grondstoffen omdat ze in dollars worden verkocht, waardoor ze aantrekkelijker worden voor buitenlandse kopers). Onder de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden werden stimuleringsmaatregelen verwacht die op de dollar zouden moeten wegen en deze verwachtingen werden ook ingelost. Het stimuleringspakket werd door het Amerikaanse congres goedgekeurd en de U.S. Dollar Index (DXY), die de waarde van de Amerikaanse dollar ten opzichte van een mandje met vreemde valuta meet, daalde met 10,5% tussen begin april en eind december 2020.
Voor de Top 5 van deze week kijken we naar beleggingsfondsen in de Morningstar Categorie Grondstoffen – Breed. Deze vijf fondsen hebben de beste prestaties laten zien op basis van hun rendement over de laatste 12 maanden.
Op de eerste plaats staat het Multicooperation GAM Commodity fonds, dat beheerd wordt door Fabien Weber sinds 2006. Het fonds belegt voornamelijk in afgeleide financiële instrumenten waarvan de onderliggende activa verschillende grondstoffenindexen vertegenwoordigen, die ook grondstofsubindices kunnen zijn. GAM COMMODITY kan ook certificaten en gestructureerde producten gebruiken op grondstoffenindices of op individuele grondstoffen.
Plaats vier wordt ingenomen door Threadneedle (Lux) Enhanced Commodities dat beleggers blootstelling biedt aan verschillende grondstoffen zoals industriële metalen, edele metalen, energie en landbouw, maar duidelijk kiest voor een actieve beleggingsbenadering waarin relatieve waarde centraal staat. Dus de samenstelling van het fonds kan soms afwijken van de index.
Deze strategie wordt sinds de lancering medio 2010 beheerd door een ervaren duo bestaande uit het hoofd grondstoffen David Donora en Nicolas Robin. Donora heeft ruim 30 jaar ervaring in het beleggen in grondstoffen en wisselkoersderivaten en sloot zich aan bij Threadneedle in 2008. Robin was in het verleden onder andere actief bij JP Morgan Chase waar hij het handelsboek voor grondstoffenindexen beheerde.