Mixfondsen worden meestal ingedeeld in verschillende risicocategorieën, vaak aan de hand van de maximale allocatie naar aandelen. Deze week kijken we naar de offensieve fondsen binnen het assortiment, die gewoonlijk tussen de 70 procent en 90 procent in aandelen beleggen, maar soms ook meer.
Het zijn vaak jongere beleggers die in het kader van pensioensparen kiezen voor mixfondsen met een hoge allocatie naar aandelen. Dit is logisch gezien deze beleggers ver van hun pensioen staan en goed gespreide aandelenbeleggingen naar verwachting op lange termijn beter zullen presteren dan obligaties.
Over het algemeen kunnen mixfondsen een goede oplossing zijn voor particulieren die niet veel tijd willen besteden aan beleggen. De fondsbeheerder zal de mix van aandelen en obligaties, eventueel aangevuld met alternatieve activa, immers telkens opnieuw samenstellen volgens de risicolimieten van het fonds. Het alternatief, zelf een of meerdere aandelen- en obligatiefondsen selecteren, vergt discipline om door de veranderende marktomstandigheden heen het beoogde risicoprofiel te behouden. Hoewel de effectenselectie wordt uitbesteed, moet de belegger wel nog de allocatie verzorgen.
Het voordeel aan de doe-het-zelf manier is dan weer dat de kosten lager uitvallen (op voorwaarde dat ook de transactiekosten beperkt blijven). Zo betaalt een belegger bijvoorbeeld 0,1 procent en 0,2 procent per jaar aan vergoedingen voor respectievelijk de iShares Core Global Aggregate Bond ETF en iShares MSCI ACWI ETF. Met twee van zulke fondsen is de belegger meteen mooi gediversifieerd. Veel fondshuizen bieden dergelijke goedkope producten aan.
Rendementen
In het samenstellen van een toepasselijke benchmark voor de actief beheerde allocatiefondsen wordt vaak een combinatie gekozen tussen een brede aandelen- en obligatie-index. In de eerste jaarhelft van 2021 noteerde de combinatie van 25 procent Bloomberg Barclays EurAgg en 75 procent FTSE World index een positief rendement van 11,7 procent waarbij de obligatie-index een negatief rendement van 2,3 procent noteerde. Diezelfde weging toegepast op de twee bovenvermelde ETFs resulteert in 11,9 procent rendement na kosten.
Sinds begin 2009 bedroeg het rendement van bovengenoemde 25 procent-75 procent combinatie, uitgedrukt in euro’s, op jaarbasis 11,6 procent waarbij de obligatie-index een rendement van 3,9 procent kon voorleggen. Ter vergelijking, de MSCI World haalde op jaarbasis een rendement van 13,6 procent over diezelfde periode en de Amerikaanse S&P 500 deed het nog beter met 16,4 procent. In het eerste kwartaal van vorig jaar leed de 25 procent Bloomberg Barclays EurAgg en 75 procent FTSE World index een verlies van 15,3 procent ten opzichte van een 19,2 procent verlies voor de MSCI World index.
Verhoogde allocatie naar aandelen
Tijdens de voorbije jaren vonden enkele interessante ontwikkelingen plaats binnen deze categorie. Daar waar de allocatie naar aandelen in 2015-2016 nog gemiddeld 67 procent was, ligt die nu rond de 80 procent. Vooral Amerikaanse aandelen waren in trek onder Europese beleggers de voorbije 10 jaar. De gemiddelde blootstelling steeg van 15 procent in 2011-2012 tot 38 procent van de totale activa vandaag. Verder hadden fondsbeheerders ook een duidelijke voorkeur voor technologieaandelen ten koste van energie en de financiële sector. Minder dramatisch misschien waren de verschuivingen in het vastrentende deel. Dit hoeft niet te verbazen want veel fondsbeheerders binnen deze categorie zien vastrentende effecten voornamelijk als ballast. Toch steeg het aandeel in obligaties met een kredietrating van BB of lager van 5,3 procent eind vorig jaar tot 11,5 procent eind juni 2021.
Allocatiefondsen blijven populair
Offensieve mixfondsen blijven populair onder Europese beleggers. De Morningstar Categorie EU Aggressive Allocation Global zag in de eerste jaarhelft een geschatte netto instroom van bijna 7,2 miljard euro, en vorig jaar stroomde ook al 10,9 miljard euro naar deze categorie. De totale netto activa worden geraamd op 85,9 miljard euro, een stijging van meer dan 20 procent ten opzichte van december 2020. De andere wereldwijde allocatie categorieën (cautious, moderate en flexible) trokken samen zo’n 29,2 miljard euro aan in de eerste jaarhelft van 2021.
De Top-5
Voor de Top-5 van deze week kijkt Manager Research Analyst Thomas De fauw van Morningstar naar beleggingsfondsen in de Morningstar Categorie EU Aggressive Allocation Global, zeg maar de offensieve mixfondsen die wereldwijd beleggen en waarvan een distributievergoedingvrije aandelenklasse beschikbaar is in Nederland. De ranglijst voor Belgische beleggers ziet er overigens helemaal anders uit want mixfondsen zijn vaak lokaal verankerd en worden niet altijd buiten hun vestigingsland aangeboden. Deze vijf fondsen hebben de beste prestaties laten zien op basis van hun rendement over de eerste zeven maanden van 2021. Niet onverwacht zijn het de meest offensieve fondsen binnen de categorie die bovenaan staan.
NN Dynamic Mix Fund V eindigt op de eerste plaats in de Nederlandse lijst. Dit actief beheerde fonds belegt in een gespreide portefeuille van aandelen-en obligatiefondsen en kan ook in beursgenoteerde vastgoedaandelen beleggen. De fauw: ‘De neutrale allocatie bestaat uit 10 procent vastrentende effecten en 90 procent aandelen, maar de fondsbeheerder kan hiervan afwijken met +/- 20 procent (eind juni 2021 bedroeg de blootstelling aan aandelen zo’n 94 procent). De benchmark bestaat uit een combinatie van 10 procent Bloomberg Barclays Euro-Aggregate en 90 procent MSCI World Index. Het fonds heeft topposities in Microsoft, Apple, Amazon, en Alphabet maar belegt ook in interne fondsen waaronder NN (L) Liquid EUR en ETFs. De managers hier zijn Jan Kvapil en Siu Kee Chan (foto), die sinds 2008 deze dynamische fondsen beheert. Verdere steun komt van het multi-asset team onder leiding van Ewout van Schaick alsook het strategy team van Marco Willner. Of we nu de laatste 3, 5 of 10 jaar tot eind juli 2021 bekijken, dit fonds wist steeds beter te presteren dan zijn EUR Aggressive Allocation – Global categorie en eindigde in het hoogste deciel over alle periodes. Gezien de hoger dan gemiddelde allocatie naar aandelen is dit fonds volatieler dan zijn categorie-genoten, maar beleggers werden wel gecompenseerd voor het nemen van meer risico, want het voor risico gecorrigeerde rendement, gemeten aan de hand van de Sharpe-ratio verslaat immers ook de competitie over diezelfde periodes.’
ABN Amro en ING Groep
Verder in de lijst zien we telkens twee fondsen van ABN AMRO en ING Groep. De fauw: ‘AAF-Profile 6 neemt de tweede plaats in onze lijst. Ook dit fonds belegt gemiddeld 90 procent in aandelen en is dus ook als zeer offensief te beschrijven. Het is een actief beheerd fonds dat beleggingsstrategieën van vermogensbeheerders selecteert en combineert en de beleggingsstijl kan aanpassen naar gelang de marktomstandigheden. Fondsbeheerder Kevin Sorel werkt dan ook samen met een team van analisten die zich toeleggen op het selecteren van de beste beleggingsfondsen en strategieën wereldwijd. Sorel is gebaseerd in Parijs en sinds maart 2010 verantwoordelijk voor het beheer van de zes ABN AMRO Profielfondsen. De onderliggende aandelenposities zijn sterk gediversifieerd en de top 10 vertegenwoordigt slechts 12 procent van de totale activa. Aan het eind van de dag heeft dit fonds meer weg van een aandelen dan wel een allocatiestrategie omdat het risicoprofiel volledig wordt gedomineerd door aandelen.’