Een onderwerp dat beleggers in wereldwijde obligatiefondsen de laatste tijd weer extra bezighoudt, is de rentecurve. En daaropvolgend de vraag of de voorspelbaarheid van een recessie door een inverse rentestructuur nu een anomalie is, of niet.
Voor Morningstar-analist Jeroen Siecker is het in ieder geval reden om voorafgaand aan zijn visie op de vijf best presterende, in België verkrijgbare obligatiefondsen, in te zoomen op het verschijnsel. Want, zo merkt Siecker: De laatste tijd wordt weer veel geschreven over de voorspellende waarde van de inverse rentecurve in relatie tot een naderende recessie.
En met een reden: Eind maart van dit jaar was de vergoeding voor Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 3 maanden een aantal dagen hoger dan de vergoeding voor dezelfde obligaties met een looptijd van 10 jaar, een voorbeeld van een omgekeerde rentecurve.
Siecker: ‘Een verschijnsel dat we in Amerika hebben gezien voorafgaand aan de recessiejaren 1981, 1991, 2001. Ook voorspelde de inverse rentecurve de grote financiële crisis van 2008 twee jaar voordat die plaatsvond.’
Een belangrijk voorbehoud van de voorspellende kracht van de rentecurve is dat deze niet precies kan voorspellen wanneer een recessie zal beginnen. In het verleden varieerde de termijn waarop een recessie begon tussen zes maanden en twee jaar na de inverse yieldcurve.
Volgens Siecker loont het daarom de moeite om de blik te werpen op het ontstaan van de inverse rentecurve. Waardoor is de korte rente gestegen en/of de lange rente gedaald?
Korte rente stijgt
De korte rente kan stijgen door het beleid van de centrale bank. Enerzijds door de toename van de geldhoeveelheid op korte termijn - één van de belangrijkste aanwijzingen voor de ontwikkeling van de inflatie - en anderzijds door betere macro-economische en financiële marktvariabelen. Voorbeelden hiervan zijn de loonontwikkeling, de wisselkoers of het begrotingsbeleid. Door deze laatste indicatoren krijgt de centrale bank een beter beeld van de toekomstige ontwikkeling van de inflatie.
De lange rente daalt
Als je een beeld hebt van de kortetermijnrente-ontwikkeling, kan je kijken welke invloeden uitgeoefend worden op de langetermijnrente. Rente is de prijs van geld, oftewel een vergoeding voor het (uit)lenen van geld. Doorgaans geldt daarbij: hoe langer de looptijd, hoe hoger de rente.
De lange rente is samengesteld uit twee premies, de liquiditeitspremie en de risicopremie. De liquiditeitspremie is de premie die in rekening wordt gebracht voor het feit dat het geld (voorlopig) niet op andere wijze kan worden aangewend. Maar indien er voldoende geld in omloop is, daalt deze premie. Dit is al jaren het geval omdat de centrale banken van Amerika, Europa en Japan geld aan het bijdrukken zijn.
De andere premie is de risicopremie; deze premie compenseert de risico’s van onder andere de lengte van de looptijd van een vermogenstitel. Hoe langer de looptijd, hoe groter onder andere de inflatie-, valuta- en debiteurenrisico’s. Ook de kwaliteit van de debiteur komt in de premie tot uitdrukking: een minder kredietwaardige partij zal een hogere premie moeten betalen. Omdat de inflatie steevast onder de doelstelling van de centrale bank blijft, daalt ook hier de risicopremie. Tel daarbij de slechte economische vooruitzichten voor de toekomst en je hebt de verklaring voor de dalende lange rente.
Top 5
Tegen deze achtergrond van dit ‘hot item’ in de obligatiemarkt, tekent analist Siecker van Morningstar de vijf best presterende beleggingsfondsen in de Morningstar Categorie “Wereldwijde Obligaties” op, op basis van hun rendement over de afgelopen twaalf maanden tot en met eind maart 2019. Aanvoerder is het Templeton Global Bond Fund. Dit fonds van Templeton wordt beheerd door Michael Hasenstab en is met een Morningstar Analyst Rating van Silver beoordeeld.
Dit fonds heeft een benchmark-agnostische benadering, analyseert Siecker. ‘Hasenstab bouwt de portefeuille op basis van fundamenteel onderzoek naar staatsobligaties en de valuta van het betreffende land.Het fonds onderscheidt zich in zijn categorie door het vermijden van laagrentende schuld van ontwikkelde landen. In plaats daarvan concentreert het team zich meer op opkomende landen waar het betere fiscale vooruitzichten ziet. Hasenstab heeft ook ruime bereidheid getoond om staatspapier te kopen van landen die de rest van de markt schuwt, bijvoorbeeld Ierland in de eurozone crisis van 2011, Oekraïne in 2015 terwijl de schuld van het land werd geherstructureerd en Argentinië te midden van de recente politieke onrust.’
Het fonds onderscheidt zich volgens de analist ook door zijn lange-termijnbeleggingen tegen de yen en de euro. Met het oplopen van de rente maakt het fonds winst doordat het een negatieve rentegevoeligheid heeft van 1,4 jaar. Deze strategie is sinds juli 2018 ingezet.
De nummer twee in de Top 5 is Dodge & Cox Worldwide Global Bond. De Amerikaanse moeder lanceerde de Europese variant van deze strategie in december 2014, herinnert Siecker. ‘Het fonds investeert voor een deel in dollar-gedenomineerd staatspapier maar kan ook kijken naar mogelijkheden buiten de Amerikaanse valuta. Daarnaast kan het fonds onder andere in bedrijfspapier investeren, obligaties met onderpand of andere obligaties. Voor het waarborgen van de diversificatie van de portefeuille dient het fonds tenminste in drie landen belegd te zijn, waaronder ook in de opkomende landen.’