CO2-uitstoot wordt als duurzaamheidspijler nog belangrijker in de fondsen van Argenta, zegt beleggingsstrateeg Matthieu De Coster. De bank heeft sinds kort naast de algemene duurzaamheidscijfers ook toegang tot specifieke carbondata. Daarnaast ziet De Coster de vraag naar meer duurzaamheid bottom up, vanuit de klant dus, een enorme vlucht maken.
Zeven jaar geleden was ‘duurzaamheid’ een op zichzelf staand product waar klanten expliciet voor moesten kiezen, vertelt De Coster. Vandaag worden er bedrijfsbreed ESG-criteria toegepast; de bank hanteert een uitsluitingslijst die voor alle fondsen geldt. Voor de ESG-analyse maakt Argenta gebruik van extern ratingbureau Vigeo Eiris dat zo’n 7000 bedrijven screent op door de bank bepaalde criteria.
‘Elk jaar verbreden wij dit universum. En het is niet omdat we als kleine speler gebruik maken van een extern ratingbureau, dat onze eigen analisten niet de kans krijgen om zelf duurzaamheid in hun werk te integreren. Dat moedigen we juist aan. Argenta beschouwt zichzelf als een duurzaam bedrijf, dan is het logisch dat dit via onze medewerkers diep doordringt in de beleggingen die we voor klanten doen.’
Uniforme criteria
Argenta hanteert naast de vaste ESG-integratie, nog extra strenge ‘best-in-class’ criteria voor haar expliciet duurzame fondsen. Enkel de vijftig procent best scorende bedrijven uit de analyse worden volgens De Coster voor deze producten geselecteerd.
‘Momenteel kent ons aanbod nog altijd verschillende duurzaamheidsniveaus. Daarnaast hebben we ook nog een aanbod thematische duurzame fondsen, bijvoorbeeld een fonds dat zich enkel richt op hernieuwbare energie. Ik signaleer wel dat duurzaamheid meenemen in beleids- en beleggingsbeslissingen meer en meer een manier van werken wordt die in alle lagen en bij alle fondsen in het beleggingsproces wordt geïntegreerd. Dat is ongetwijfeld de toekomst; je kunt als organisatie niet langer duurzaamheid claimen in beperkte delen van je bedrijf, om dan in andere delen radicaal niet duurzaam te zijn. Zoiets kon tien jaar geleden misschien nog, maar dat is nu echt verleden tijd.’
Volgens De Coster is duurzaamheid momenteel hèt thema in de Belgische bellegingsindustrie. Niet alleen vanuit Europa worden de schijnwerpers op de sector gericht, maar ook de klant voert de druk om groen te worden op, merkt De Coster. Hij is dan ook blij dat België onder leiding van Febelfin het voortouw neemt in de ontwikkeling van een uniform duurzaamheidslabel.
‘Een duurzaamheidslabel gaat voor meer coherentie en transparantie zorgen. Momenteel zie je nog zeer uiteenlopende beleggingsvisies in het bankenlandschap. Sommige partijen veranderen bijvoorbeeld liever een olietanker in de goede richting, terwijl ander liever op een klein groen bootje stappen. Als belegger geeft het mij meer gemoedsrust om geen deel uit te maken van de problemen van een BP, Total of Shell. Een klein groen bootje is qua beleggingsstijl en engagement mijns inziens beter te verantwoorden; als iedereen dat zou doen, geeft dat een sterk signaal af. Maar het belangrijkste is transparantie aanbrengen in wat je doet; je moet je keuzes helder kunnen uitleggen.’
Carbondata
Sinds kort heeft Argenta naast de algemene duurzaamheidsdata ook toegang tot cijfers over de CO2-uitstoot van bedrijven. Momenteel wordt nog bepaald hoe die data in het beleggingsbeleid van de bank zullen worden geïntegreerd. Dit opent in ieder geval nieuwe perspectieven, ziet De Coster.
‘Maximale toegang tot betrouwbare ESG-data blijft nog steeds de grote uitdaging van vandaag. Met deze zeer uitgebreide carbondata hebben we niet meer enkel meer een algemene duurzaamheidsscore, maar weten we ook per bedrijf wat hun carbonoutput is. Dit maakt het mogelijk om keuzes veel gerichter te sturen. Daarnaast is het een mooi middel om de vooruitgang die je boekt te kunnen meten; je kunt letterlijk laten zien dat je beleggingskeuzes hebben bijgedragen aan minder CO2-uitstoot. Die transparantie is de belangrijkste stap in de groene richting.’