De toenemende kostendruk maakt dat steeds meer partijen in de markt goedkope, eenvoudige oplossingen aanbieden, waarin actieve asset allocatie wordt gecombineerd met trackers. Voorbeeld: Knab.
De oproep aan het moederbedrijf was om iets te bouwen voor de langere termijn, simpel en met lage kosten’, zegt Jeroen Vetter, hoofd van het Investment Office van Aegon Nederland over de vier portefeuilles die men voor de onlinebank heeft ontwikkeld.
‘Het is daarbij niet onze eerste ambitie geweest om het hoogste in de lijstjes te komen. We zijn langetermijnbeleggers, die langetermijn- beleggingsdoelen van klanten willen realiseren.’ Vetter vertelt dat de portefeuilles worden ingericht met passieve oplossingen als er sprake is van efficiënte markten. Daarbij gaat het om trackers van Vanguard, Deutsche en iShares. Als de markt daarom vraagt, dan kan ook ‘actief’ gespeeld worden.
De risicoprofielen van de vier portefeuilles (defensief, neutraal, offensief en zeer offensief) hebben een bandbreedte die ieder jaar wordt vastgesteld. Als er sprake is van een correctie, zoals begin februari het geval was, dan is dat voor het Investment Office niet direct aanleiding de portefeuille aan te passen. ‘Nee, we wijken dan niet af van onze langere termijnvisie’, zegt Vetter.
Toch is het niet zo dat de specialisten achter de beheeroplossingen wars zijn van de actualiteit. Zo wordt bewust geen profiel ‘zeer defensief’ aangeboden. ‘Met de huidige, soms zelfs nog negatieve rente, en de beheerkosten, kun je daarvoor geen lonend product aanbieden.’
Maximaal 40 procent cash
In de defensieve portefeuille is de exposure naar staatsobligaties beperkt tot 17,5 procent, terwijl de rest van het fixed income-gedeelte is ingevuld met bedrijfsobligaties (52,5 procent). Op de vraag of cash een alternatief kan zijn voor staatsobligaties, antwoordt Vetter instemmend. De allocatie naar cash kan in het defensieve profiel maximaal 40 procent zijn.
Een kenmerk van de beheeroplossingen die Knab aanbiedt is dat klanten weliswaar voor de langere termijn beleggen, maar dat zij vrij zijn het opgebouwde vermogen ieder moment op te vragen. Dit betekent dat er uitsluitend belegd wordt in financiële instrumenten met dagelijkse liquiditeit. Vanuit de zorgplicht dient het klantgedrag en de langetermijndoelstelling tegen elkaar te worden afwogen, zegt Vetter.
‘Als je daar niet zeker van bent, of daar geen afspraken over hebt gemaakt, zoals bij een pensioenproduct, dan is het innen van de illiquiditeitspremie niet haalbaar’, zegt hij.
Voor elk van de vier beleggingsprofielen is er een samengestelde benchmark waartegen de prestaties worden afgezet. De total cost of ownership, een graadmeter die met de introductie van Mifid II verplicht gecommuniceerd moet worden naar de klant, bedraagt voor de neutrale portefeuille 0,71 procent bij een eenmalige inleg van 10.000 euro dit jaar.