
Voor Hayden Briscoe, hoofd Fixed Income Azië/Pacific bij vermogensbeheerder UBS Asset Management, zal de vraag naar Chinese overheidsobligaties alleen maar verder toenemen nu er nauwelijks nog rendement op papier van westerse landen te vinden is. Volgens Briscoe is de trein definitief vertrokken maar is het nog niet te laat om erop te springen.
Nauwelijks nog alternatieven
Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw draaide vermogensbeheer rond het afdekken van de risico’s in een portefeuille met overheidspapier. ‘Maar vandaag heeft het aanhouden van Bunds, Treasuries, Gilts of Japans of Zwitsers overheidspapier nog weinig nut want ze hebben geen negatieve correlatie met risicovolle activa meer,’ zegt Briscoe (foto). ‘Er is ook geen diversificatie meer mogelijk tussen staatspapier uit de ontwikkelde landen, ze reageren allemaal op dezelfde manier. Het is echt moeilijk geworden om in deze activaklasse nog waarde te vinden en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen.’
Voor Briscoe is de grootste wijziging op de financiële markten in 2020 de forse daling van de Amerikaanse rentevoeten geweest want hierdoor is er een belangrijk alternatief, vooral voor Europese beleggers, weggevallen. ‘Het is opvallend dat ik de laatste maanden enorm veel Europese beleggers aan de lijn krijg die op zoek zijn naar alternatieven en bij Chinese staatsobligaties uitkomen. Ze willen voor het eerst in dit marktsegment stappen.’
Chinees staatspapier lonkt
Vandaag zit er met andere woorden niets anders op dan de allocatie van een portefeuille opnieuw te bekijken. En dan komt men automatisch bij een hogere strategische allocatie in Chinese obligaties, die wel nog die fel gezochte diversificatie en bescherming bieden. ‘Chinees papier biedt trouwens de hoogste reële rente op de markt en dat is eigenlijk het enige waar een belegger, op zoek naar de beste allocatie voor zijn portefeuille, mee rekening moet houden. Het is geen tactische overweging maar een strategische verplichting. Het is trouwens het enige actief dat 200 basispunten kan stijgen bij een recessie of economische inzinking en dus bescherming biedt. De rente op staatspapier van westerse landen kan toch niet nog veel verder dalen?’
Internationaal geld blijft ondertussen in volle vaart naar Chinese obligatie toestromen en deze tendens is de laatste maanden nog versneld. Voor Hayden Briscoe is ze nog lang niet voorbij. ‘Er moet bovendien nog een extra 3000 miljard USD komen om Chinees staatspapier op zijn ware gewicht in de verschillende internationale indices te krijgen. De trein heeft het station verlaten, zoveel is duidelijk, maar het is nog niet te laat om erop te springen.’
Dikwijls krijgt de UBS-beheerder de vraag in welke activaklasse Chinese obligaties moeten worden ondergebracht? ‘Dat is geen overbodige vraag want het komt steeds meer tot uiting dat de traditionele opdeling Emerging Markets (EM) en ontwikkelde landen eigenlijk niet meer opgaat. Azië past niet meer in EM omdat de meeste landen een sterke kredietwaardigheid en een overschot op de lopende rekening hebben.
China, dat de tweede grootste nettocrediteur ter wereld is, al zeker niet. De traditionele portefeuilleverdeling moet dus worden herbekeken.’ Daarenboven onderstreept hij dat de economische vooruitzichten van China er goed uitzien. ‘De China Credit Impuls-indicator, een goede vooruitlopende indicator die aangeeft waar de Chinese economie binnen 6 à 9 maanden zal staan, zit opnieuw in de lift.’
Reële rente in VS
Een positieve reële rente in de VS zou de obligatiemarkten in hun totaliteit in beweging kunnen zetten en de toestroom naar de Chinese markt een halt kunnen toeroepen. ‘Het ziet er niet naar uit dat dit meteen zal gebeuren maar als de inflatie zou beginnen aandikken tot 3 procent en de groeicijfers op 10 procent zouden uitkomen, wat gezien de lage vergelijkingsbasis tot de mogelijkheden behoort, dan zouden beleggers in beweging kunnen komen.
Ook de opmars van de zogenaamde FANG-aandelen zou kunnen stoppen want nu worden ze gezien als eeuwigdurende zero coupon obligaties, zeker in een omgeving waar inflatie laag blijft of zelfs gestaag verder afneemt. Men redeneert dat men toch niets krijgt door in Treasuries te blijven en dat men beter in FANG-aandelen zit. Maar dit breekt allemaal als de reële rente opnieuw stijgt.’