Waar in Nederland de eerste stemmen opgaan om de rente op spaargeld te verlagen tot onder nul, is dat in Zwitserland al vrijwel gemeengoed voor vermogende klanten.
Dinsdag kondigde UBS aan dat klanten met een spaarvermogen van meer dan 500.000 euro per november een jaarlijkse vergoeding van 0,6 procent gaan betalen. Voor klanten met meer dan 2 miljoen Zwitserse frank loopt de ‘spaarboete’ op tot 0,75 procent, wat neerkomt op een vergoeding van minimaal 15.000 frank.
‘s Werelds grootste wealth manager zegt dat de vergoeding het (SNB) en de Europese Centrale Bank (ECB). De Zwitserse depositorente bedraagt -0,75 procent, en volgens een peiling onder economen door Reuters zal de rente nog in negatief territorium blijven tot ten minste 2021.
‘De omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkt blijven zeer uitdagend’, aldus UBS. ‘De rentetarieven zijn lager dan verwacht en blijven negatief. We gaan ervan uit dat deze periode van lage rentes nog langer zal duren en dat banken negatieve rentes moeten blijven betalen op spaartegoeden van klanten bij centrale banken.’
Vorige week liet Credit Suisse al weten dat het per september een vergoeding instelt van 0,4 procent op spaartegoeden van meer dan 1 miljoen euro. Ook de kleinere Zwitserse private banks Julius Baer en Pictet rekenen voor sommige zeer vermogende klanten al een negatieve rente.
In Nederland is negatieve spaarrente onderwerp van gesprek sinds de presentatie van de halfjaarcijfers van ING. Op de vraag van een analist of de grootste bank van Nederland negatieve rente overweegt, antwoorde topman Ralph Hamers: ‘Dat valt nog te bezien. Het is onbekend terrein.’ Hij sluit het met andere woorden niet uit, wat tot veel verontwaardigde reacties leidde op social media en onder klanten.
Veel uitgesprokener was een Duitse directeur van een spaarbank in Baden-Württemberg eind juli al: ‘Binnenkort kan niemand zich meer onttrekken aan negatieve spaarrente.’