Klanten van fondsselecteurs vragen meer naar impactbeleggingen en geven vaker harde doelstellingen mee om de CO2-uitstoot van hun portefeuille te verlagen. ‘We staan aan de vooravond van een grote beweging.’
Dat blijkt uit gesprekken met Pieter Laan van IBS Capital Allies, Coos Luning van Aegon Asset Management en Menno Meekel werkzaam bij Alternative Investments and Manager Selection (AIMS) Group binnen Goldman Sachs Asset Management. Alledrie zijn ze verantwoordelijk voor managerselectie.
Aegon AM krijgt ‘in toenemende mate’ mandaten met harde CO2-doelstellingen, bij Goldman Sachs AM heeft een aantal Nederlandse institutionele klanten geïnvesteerd in impact, IBS CA merkt ‘een groeiend animo’. Hoewel nog sprake is van een beginstadium, spreken alledrie de fondsselecteurs van een belangrijke trend binnen hun werkveld.
Van dialoog naar restricties
‘Waar we enkele jaren geleden slechts een dialoog hadden met onze managers, krijgen ze nu duidelijke restricties en doelstellingen mee’, vertelt Coos Luning (foto) van Aegon AM. ‘Daaraan willen ze zich ook committeren in de overeenkomst die wij namens onze klanten met hen afsluiten. Dit leidt concreet tot verlagingen van 30 procent tot 50 procent van de CO2-uitstoot over de gehele portefeuille, ten opzichte van een standaard benchmarkportefeuille.’
Het Hoofd Managerselectie en Monitoring ervaart meer vraag naar impactbeleggingen in liquide categorieën als aandelen en obligaties, maar ook in indirect vastgoed. Klanten willen bijvoorbeeld sociale impact hebben op gebied van huisvesting, beschrijft Luning, een nadruk leggen op energiezuinige gebouwen of helpen bij de facilitering van technologische vernieuwing.
Bij IBS is het animo voor impact gegroeid de afgelopen jaren, zowel binnen aandelen als obligaties. Pieter Laan, Head External Manager Selection: ‘Deze klanten hebben geen specifieke eisen over CO2-uitstoot of dergelijke topics. Ze zijn vooral op zoek naar een portefeuille waarbij ze positiever kunnen bijdragen met hun kapitaal op thema’s zoals klimaattransitie, voeding en gezondheid.’
Alle Nederlandse institutionele klanten die co-hoofd Menno Meekel en het Alternative Investments & Manager Selection team in Nederland bedienen als onderdeel van de totale fiduciaire dienstverlening, houden zich in meer of mindere mate met impactbeleggen bezig. ‘Binnen aandelen willen ze conform het Parijs-akkoord beleggen, vanuit hun vastrentende portefeuille zien we een voorkeur voor green bonds.’
Meekel: ‘Aan de aandelenkant zijn we al vrij ver, daar zijn relatief veel klanten al geïnvesteerd. Voor high yield zijn we voor een aantal klanten bezig met de zoektocht naar een oplossing in lijn met het Parijs Akkoord en ik verwacht dat we dat in de loop van het jaar ook voor andere fixed income categorieën gaan doen, met name voor investment grade bedrijfsobligaties. Daarnaast hebben we steeds vaker een dialoog met klanten over het formuleren van een landenbeleid, vooral relevant voor beleggingen in opkomende landen.
Binnen de categorie investment grade bedrijfsobligaties is het aantal impactfondsen nog beperkt, merkt Meekel. ‘Dat was aan de high yield kant initieel ook zo, al zijn sommige partijen wel bereid om zo’n product te lanceren. Ik verwacht dat die belangstelling er voor investment grade ook zal zijn. Daarbij, het is logisch dat het aantal producten nog beperkt is, aangezien Paris Aligned nog een jong concept is. De meeste van onze klanten, vooral Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars, hebben nog niet zo lang geleden hun ESG-beleid afgerond - dus zijn pas net bezig met de intensivering van hun impactbeleggingen.
Toepassing
De gesproken asset managers passen de impactwensen van hun klanten op uiteenlopende manieren toe. Aegon AM geeft aandelenmanagers de opdracht mee om de uitstoot ten opzichte van het niveau van hun benchmarkportefeuille te verlagen. Bij bedrijfsobligaties werkt het fondshuis met mandaten met een MSCI ESG-benchmark, waartegen de managers hun portefeuille beheren.
Meekel: ‘We zien dat de meeste klanten beginnen met het vaststellen van een specifieke impact benchmark. Meerdere partijen bieden een Paris Aligned benchmark aan, waartussen kleine nuanceverschillen bestaan. We zoeken de meest passende en besluiten vervolgens of we daar een passief, semi-passief of actief product aan koppelen. Als een klant extra ESG-doelstellingen wil meegeven naast de benchmark, dan werken we met een seperate account of een heel specifiek fonds dat voldoet aan die eisen.’
Voor de LDI-portefeuilles, waarin green bonds steeds vaker een plaats vinden, gaat Meekel vooral in gesprek met de managers. ‘Soms zijn de doelstellingen van de klanten best fors, en merk je dat de markt er eigenlijk nog niet klaar voor is. Een oplossing kan zijn om een manager in plaats van één jaar, twee of drie jaar te geven om een doelstelling te halen. Natuurlijk ga je dan wel in gesprek met de klant, om het mandaat wellicht aan te passen aan de marktontwikkeling.’
IBS biedt de klanten met interesse voor impactbeleggen een dertigtal individuele aandelen of obligatiefondsen waar vooral green bonds en social bonds inzitten. Of een mix van beiden, afhankelijk van het risicoprofiel. Sowieso kijkt het fondshuis bij de selectie van obligatiefondsen hoe managers omgaan met de thema’s klimaattransitie, voeding en gezondheid.
Luning van Aegon AM wijst nog op de toevoeging van impact aan private equity. ‘Ook hier komen fondsen die we echt als impactfonds classificeren meer in beeld. Hiervan kennen wij er inmiddels tachtig. Belangrijk is daarbij om te focussen op de impact die dit soort managers maken, de meetbaarheid en op de vraag of de carry voor de managers op een goede manier is gelinkt aan de impact.’
Gesprekken met beheerders
Die meetbaarheid is ook binnen de andere beleggingscategorieën een punt van aandacht bij fondsselecteurs. Laan (foto), van IBS: ‘Bij obligaties willen we concreet dat een zo hoog mogelijk percentage van de portefeuille bestaat uit green bonds, social bonds en sustainability bonds. Voor deze leningen is het goed navolgbaar wat er met het geld gebeurt. Je financiert projecten waarbij de impact goed te volgen is en hier wordt ook goed over gerapporteerd.’
Hij wijst op het risico van sustainability linked bonds, waarbij niet goed navolgbaar is wat er precies met het geld gebeurt. ‘Vaak zijn de doelstellingen die genoemd worden, heel algemeen. Soms kunnen ze zelfs al deels gerealiseerd zijn. Dit soort leningen zijn vatbaarder voor green washing. Daar moet je scherp op zijn in gesprekken met de managers.’
Luning vertelt dat er bij Aegon AM veel werk verzet wordt om PE-managers meer bewust te maken van duurzaamheidsaspecten. ‘Hiertoe voeren we continu een dialoog en gaandeweg zie je managers opschuiven in de goede richting, door in hun beleggingsbeleid en in hun rapportages hier meer aandacht aan te besteden.’
Over vastgoed zegt hij dat het aantal managers dat zich richt op impactstrategieën, toeneemt. ‘Dat is uiteraard een erg positieve ontwikkeling. Wel is het zo dat deze fondsmanagemers vaak relatief nieuw zijn en de impact strategieën voor het eerst in de markt worden gezet. Dat maakt het monitoren en beheersen van operationele risico’s die aan deze strategieën zijn verbonden, cruciaal. Ook maken we gebruik van eigen software, waarmee we door de fondsen van de managers heen kunnen kijken om tot op adres-niveau informatie te hebben over de duurzaamheid en de impact van een gebouw. Dat maakt de afhankelijkheid van de externe fondsmanager kleiner en zorgt dat er goed kan worden geanalyseerd of er echt sprake is van een impact vastgoedstrategie of dat er sprake is van “impact washing”.’
Vooravond
Wat betreft het punt van de trend, daarover stelt Meekel dat ‘dit nog de beginfase is’. ‘Voor sommige klanten is het nog te vroeg; ze hebben eerst andere prioriteiten.’ Ook Laan van IBS merkt op dat de beleggingen in impactfondsen qua absolute aantallen nog beperkt zijn.
Bij Goldman Sachs heeft zoals gezegd, een aantal Nederlandse institutionele klanten heeft al geïnvesteerd in impactbeleggingen. Meekel: ‘Maar lang niet iedereen. We staan aan de vooravond van een grotere beweging.’
Gerelateerde artikelen op Investment Officer: