Het is een valkuil voor beleggers om hun winnaars volledig te verkopen en met de mindere goden in hun fonds te blijven zitten. Ook een bedrijf dat dicht bij zijn koersdoel beweegt, kan nog veel cash flow genereren.
Dat zegt Rombout Houben (foto), fondsbeheerder van Midlin, in gesprek met Investment Officer. Midlin is het fonds van Teslin dat belegt in beursgenoteerde Europese small- en midcaps die hoge rendementen halen uit hun geïnvesteerde vermogen en een aantrekkelijk dividend genereren.
‘Je moet oppassen met het bijkopen van bedrijven die achterblijven, in de hoop dat die de achterstand inlopen’, zegt Houben. ‘Dan ga je goed geld naar slecht geld brengen. Waarderen is geen exacte wetenschap.’
Het gesprek met Houben komt op het onderwerp, doordat de strategie van Midlin vorig jaar is bijgesteld. Het fonds richtte zich de laatste jaren op smallcapbedrijven uit enkel de Benelux en Duitsland, mede vanwege het arbeidsintensieve selectieproces en het ontbreken van specifiek aan het fonds toegewezen analisten.
In 2021 kon het de scope verbreden dankzij diverse team-uitbreidingen sinds 2016. Nu Houben wordt bijgestaan door vijf analisten, is het een stuk hanteerbaarder om de governance- en ondernemingsregels van extra landen te analyseren: belangrijk vanwege de actieve aandeelhoudersstrategie van Midlin.
Zwitserland en en Scandinavië lopen voor op het gebied van ESG en hebben aandeelhoudersvriendelijke corporate governance regels, licht Houben de keuze voor juist die gebieden toe. Bovendien zijn daar relatief veel smallcaps actief binnen de marketcap-range van het fonds.
Ombouw portefeuille
‘We pakken het heel rustig aan’, zegt Houben over de ombouw van de portefeuille. ‘Normaal gesproken hebben we weinig mutaties, omdat we bedrijven selecteren die een flink groeipad voor de boeg hebben. Ook nu willen we ons huiswerk goed doen, en weloverwogen in nieuwe bedrijven stappen.’
In 2021 deed de beheerder drie nieuwe investeringen, twee in Zwitserland en één in België. Dit jaar moeten er nog eens drie volgen, waaronder zo mogelijk in Scandinavië.
Dat werpt de vraag op, welke bedrijven de beheerder dan verkoopt en hoe hij afweegt welke wegingen kleiner kunnen. Houben: ‘Vorig jaar hebben we een Duits bedrijf verkocht, doordat we ingingen op een private equity bod. Dat was één van de grootste posities, waardoor we twee nieuwe bedrijven konden terugkopen.’
‘Een relatief makkelijke oplossing’, beaamt Houben. ‘Komend jaar zullen we meer moeten herwegen, meer keuzes moeten maken. Van ieder bedrijf in portefeuille hebben we een beeld van wat we het waard vinden op de lange termijn. Als een bedrijf daar dichtbij komt of daarboven beweegt, kunnen we wat van die positie verkopen. Maar als het - zoals in ons geval - allemaal nog flink daaronder beweegt, is het lastiger. Dan gaan ook factoren als liquiditeit, sectorspreiding en concentratierisico spelen.’
Stagflatiescenario
Bij de uitbouw en afbouw van posities, spelen natuurlijk ook marktontwikkelingen een rol, waarbij Houben nu rekening houdt met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne: een langer hoog blijvende inflatie, een aantasting van de koopkracht en een stagflatiescenario.
‘Een eerste stap was om te kijken of we een directe exposure hadden naar het conflict in Oekraïne en naar de plots hoge energieprijzen, een tweede stap hoe ik daar op kon inspelen door wat aan de wegingen te doen.’
De meest directe exposure heeft Midlin via Brunel, dat 4 procent van de omzet uit Rusland haalt, maar de activiteit daar afbouwt. Houben: ‘Aangezien we dit jaar bij Brunel 20 procent omzetgroei verwachten, is dat wat ons betreft goed op te vangen.’
De rest van de portefeuille heeft volgens hem vooral indirect last van de geopolitieke en economische ontwikkelingen, en dan met name van de stijgende grondstofprijzen. ‘De grootste impact verwacht ik van de dalende koopkracht van consumenten, die misschien minder auto’s kopen dan wij nu nog denken. Dat kan ook invloed hebben op de auto-industrie.’
Uiteindelijk hebben alle bedrijven meer of minder last van een eventuele economische recessie, stelt de beheerder. ‘Maar als bottom up lange termijn belegger gooien wij niet om die reden een hele portefeuille om.’
Beleggingsbesluiten
Toch hebben de ontwikkelingen wel degelijk impact op de beleggingsbesluiten van Houben. Bij de recente keuze tussen een winkelketen of een online winkel in drogisterijproducten, koos hij voor de online winkel omdat drogisterijproducten minder last hebben van conjunctuurbewegingen en rugwind door de migratie naar online. En de positie in halfgeleider Melexis bouwde hij onlangs wat af, omdat de autoverkoop tegen zou kunnen vallen. Om diezelfde reden pauzeerde hij de verdere opbouw van de positie in Kendrion, de elektromagnetenproducent die aantrekkelijk gewaardeerd is.
Intussen koos hij voor wat grotere posities in de meer defensieve bedrijven als apotheekbedrijf Fagron en Acomo, handelshuis in specerijen, noten & zaden. ‘Softwarebedrijven, zoals technologiebedrijf Nedap en medische software ontwikkelaar Nexus kunnen ook tegen een stootje.’
Midlin, dat een vijfsterrenrating heeft van Morningstar, verwelkomde in boekjaar 2020/2021 met 20 miljoen euro zijn grootste instroom ooit sinds oprichting in euro’s, na een tegenvallend 2020. Na een aftrek van 3 miljoen uitstroom, bleef er een netto instroom van 17 miljoen over.
Instappen kan alleen als je rechtstreeks investeerder wordt bij Teslin, en vanaf 150.000 euro.
Midlin staat year to date op een rendement van -4,5 procent. Het gemiddelde jaarlijkse rendement over drie jaar is 16,4 procent, over vijf jaar bijna 11 procent. Het fonds beheert zo’n 150 miljoen euro en belegt momenteel in 15 bedrijven.
Rombout Houben begon in 1999 bij Robeco als analist van IT-aandelen. Na een rol als portefeuillebeheerder bij dat Rotterdamse fondshuis, stapte hij in 2007 over naar Teslin, waar een jaar eerder het Midlin-fonds was opgericht. Behalve dit fonds, beheert Houben bij Teslin ook het in Duitse bedrijven beleggende Gerlin.