Pensioenfondsen benutten hun stemrecht onvoldoende. Hoewel stemmen als een belangrijk instrument van actief rentmeesterschap wordt beschouwd, gebruikt een groot deel van de pensioenfondsen het voornamelijk als escalatiemiddel bij het vastlopen van een engagementdialoog en niet voor het zetten van een duurzame standaard.
Dit blijkt uit een voor het eerst uitgevoerd onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) onder 34 Nederlandse pensioenfondsen.
Van de onderzochte pensioenfondsen gebruikt 63 procent het stemrecht als escalatiemiddel voor falende engagementinspanningen op milieu- en sociale onderwerpen. Meer dan een derde maakt geen gebruik van de link tussen de twee belangrijkste middelen die een investeerder heeft voor het uitvoeren van actief eigenaarschap: de dialoog (engagement) en stemmen.
Mart Van Kuijk (foto), projectmanager van het onderzoek: ‘Juist de combinatie van engagement, stemmen en in het uiterste geval uitsluiting, is een effectieve aanjager voor verandering bij bedrijven. Hierbij is met name het onderhouden van actief contact met vermogensbeheerders en stemadviseurs tijdens externe consultatierondes belangrijk.’
‘Jaarlijkse terugkoppeling niet altijd goed’
Een gedegen stembeleid bestaat volgens de vereniging uit een jaarlijkse terugkoppeling tussen pensioenfonds en uitvoerder, bijvoorbeeld door middel van rapportage en audits. Maar dit is niet bij alle fondsen even goed op orde. Hoewel bijna alle fondsen rapporteren over hun stemgedrag in geaggregeerde vorm (93 procent), of zelfs voor ieder individueel genomen besluit (63 procent), controleert minder dan de helft (44 procent) van de fondsen of stemmen ook daadwerkelijk worden uitgebracht in overeenstemming met hun eigen richtlijnen.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er een verschil in perceptie bestaat tussen pensioenfondsen en de VBDO. Zo gaven een groot deel van alle pensioenfondsen (64 procent) zelf aan dat E&S-vereisten deel uitmaken van hun stembeleid. Uit de VBDO benchmark verantwoord beleggen onder pensioenfondsen van dit jaar, bleek echter dat minder dan de helft (47 procent) van de fondsen mens- en milieueisen heeft geïntegreerd in het beleid.
Volgens Van Kuijk kan dit verschil mogelijk worden verklaard doordat de minimale criteria van de VBDO voor mens- en milieu bij stemmen hoger zijn dan die van de pensioenfondsen zelf, of die van hun vermogensbeheerders. ‘Wat ons betreft doen de fondsen er dan ook verstandig aan kritischer te kijken naar de beoordeling van hun eigen integratie van deze criteria in stembeslissingen.’
Rol van stemadviesbureaus
Uit onderstaande figuur blijkt dat het merendeel van de Nederlandse pensioenfondsen gebruik maakt van zogenoemde stemadviesbureaus.
Aan de effectiviteit, transparantie en impact van dergelijke bureaus werd in de afgelopen jaren getwijfeld, waarbij onder meer door de Europese toezichthouder Esma werd gepleit voor regulering. Eerder dit jaar is de herziene aandeelhoudersrechtenrichtlijn in werking getreden waar de ‘identificatie van aandeelhouders, uitwisseling van informatie met aandeelhouders en facilitering van (stem)rechten’ ook deel van uitmaakt.
In hoeverre dit ertoe heeft geleid dat pensioenfondsen minder gebruik zijn gaan maken van stemadviesbureaus valt volgens Van Kuijk niet te zeggen op basis van dit onderzoek.
‘Het onderzoek is een momentopname en we zien daarom niet of pensioenfondsen meer of minder gebruik zijn gaan maken van stembureaus in de laatste jaren. Wat we wel zien is dat een aantal pensioenfondsen zich aan het heroriënteren is qua adviseur.’
Ook geeft Van Kuijk aan dat er voor dit onderzoek niet gesproken is met stemadviesbureaus, maar dat dit voor toekomstig onderzoek wel wenselijk is. ‘Dit is de eerste keer dat het onderzoek gedaan is, maar we zien veel aanknooppunten voor vervolgonderzoek.’
Donderdag 19 november, van 14.00 tot 15.00 uur, organiseert Fondsnieuws een virtuele talkshow over impact beleggen en hoe professionele beleggers door engagement en voting meer invloed kunnen krijgen op de verduurzaming van het beleid van de beursgenoteerde bedrijven waarin ze beleggen.