Voor beleggers die actief handelen in beursgenoteerde indextrackers (ETFs) kan het lonen om te kijken of een ETF op meerdere beurzen een notering heeft.
Dat stelt beleggersvereniging VEB naar aanleiding van een eigen onderzoek hiernaar.
Indextrackers kennen lage jaarlijks terugkerende kosten, de zogeheten ongoing charges. Maar daarbij zijn niet de aan- en verkoopkosten inbegrepen.
‘De lage jaarlijkse kosten van trackers, gemiddeld circa 0,4 procent van het ingelegde geld, maken de kosten bij aankoop een belangrijke factor om rekening mee te houden’, schrijft de beleggersvereniging in een artikel op haar website. ‘De verschillen tussen bied- en laatprijzen kunnen zelfs zover oplopen dat de spreadkosten voor actieve beleggers tot het dubbele van de jaarlijkse terugkerende kosten kunnen bedragen.’
De VEB deed onderzoek naar de spreads van ruim 2500 ETFs met een beursnotering in Amsterdam, Londen, Milaan en Parijs. Daarbij kwamen grote verschillen aan het licht. Gemiddeld bedraagt de spread 0,48 procent, terwijl bij ongeveer een op de acht de spread hoger is dan 0,75 procent.
Handelsvolume
Volgens de beleggersvereniging is de belangrijkste oorzaak voor de grote verschillen in spreadkosten het handelsvolume van de diverse ETFs. Dit komt ook tot uitdrukking in de verschillen per regio. Indextrackers die zich richten op opkomende markten hebben gemiddeld genomen een grotere spread dan trackers op Japan en de VS.
Daarnaast vindt de VEB het opvallend hoeveel de bied- en laatprijzen per beurs verschillen. De Amerikaanse beurs NYSE Arca is veruit de goedkoopste beurs (0,33 procent), terwijl Milaan (0,41 procent), Londen (0,53 procent) en de Euronext beurzen Amsterdam en Parijs (0,48 procent en 0,41 procent) aanzienlijk duurder zijn.
Als voorbeeld wordt de Amundi ETF MSCI China Ucits genoemd die te koop is in Londen, Milaan en Parijs. ‘Vanzelfsprekend betalen beleggers evenveel jaarlijkse kosten, ongeacht de plaats van aankoop. De gemiddelde spread was op de verschillende beurzen echter niet gelijk op de beurzen de afgelopen 30 handelsdagen. Zo lag de spread in Londen op 0,44 procent en in Parijs op 0,21 procent. In- en uitstappen in deze ETF was in Londen dus ruim twee maal zo duur als in Parijs.’
Kosten broker
Behalve de spread wijst de VEB actieve ETF-beleggers op de kosten die de verschillende brokers rekenen voor handel op beurzen in het buitenland.
Lees hier het hele artikel en de tips van de VEB voor actieve handelaren in indextrackers.