Francois Millet
i-rjLBV2d-XL.jpg

‘Onze valuebenadering heeft een hoog octaangehalte. Maar op de lange termijn betaalt zich dat naar verwachting uit in een aantrekkelijk extra rendement.’

Dat zei François Millet, product line manager ETF & Indexing bij Lyxor, onlangs op een bijeenkomst voor klanten in Amsterdam.

Daar sprak hij over de recent gelanceerde factor-ETF’s die indices volgen samengesteld door JP Morgen, de Amerikaanse bank met wie Lyxor haar visie op smart bèta ETF’s deelt.

Met terugwerkende kracht zouden de gelanceerde single factor ETF’s een duidelijke outperformance hebben laten zien. De strategie ten aanzien van waardeaandelen heeft op basis van ‘back testing’ tussen 2000 en eind augustus 2015 een gemiddeld jaarrendement van 6,5 procent behaald - inclusief herbalanceringskosten - tegen 1,8 procent per jaar voor de MSCI Europe.

Value Factor

Maar als er wordt ingezoomd op de rendementen van de Lyxor JP Morgan Value Factor Index in elk jaar afzonderlijk, valt de sterke afwijking ten opzichte van de markt op.

In 2003, bijvoorbeeld, zou met de waardestrategie een rendement van 66,9 procent zijn behaald tegen slechts 15,3 procent voor de MCSI Europe. Maar in 2011 deed ‘‘value’ het met -35,3 procent aanzienlijk slechter dan de markt (-8,1 procent). Dat is wat Millet bedoelt met een het hoge octaangehalte van de strategie.    

De verklaring hiervoor zit ‘m vooral in de definitie van waarde-aandelen. Hoewel deze in de markt steeds meer is verschoven richting kwaliteitsbedrijven, blijven Lyxor en JP Morgan ‘vrij dicht’ bij de definitie van Fama-French waarbij naar het rendement, de vrije kasstroom en vooral de koers-boekwaarde wordt gekeken.

Distressed securities

Volgens Millet houdt dat een relatief grote blootstelling aan ‘distressed securities’ in, ofwel bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren.

‘Het aandeel Volkswagen bijvoorbeeld zou na de recente sell-off als gevolg van het emissieschandaal nu zo’n waardeaandeel kunnen zijn geworden. Wanneer de factor-ETF het aandeel koopt wordt bepaald door vooraf vastgestelde regels, ofwel rules based. Daarmee neem je risico want zo’n aandeel kan ook verder in waarde dalen.’

Maar op de lange termijn betaalt de strategie zich uit, daarvan is Millet overtuigd. Vooral omdat het herstel, als het eenmaal intreedt, vaak heel snel gaat. ‘Actieve beleggers die de bodem proberen te timen, missen vaak daardoor een hoop rendement.’

Millet ziet smart bèta strategieën dan ook niet als een hype maar als een serieuze bedreiging voor met name actief fondsbeheer. Wie op de juiste manier factorpremies oogst, kan op de lange termijn aanzienlijk extra rendement (excess return) behalen ten opzichte van het marktrendement, iets wat maar een klein deel van de actieve managers lukt.

ABP heeft al bijna tien jaar ervaring met factorbeleggen en is volgens Millet niet ontevreden met de behaalde 50 basispunten extra rendement. Volgens de Lyxor-expert is 1 a 2 procent extra rendement echter heel goed mogelijk.  

Wel kunnen de individuele strategieën soms meerdere jaren op rij (flink) achterblijven bij het marktgemiddelde, waardoor ze niet geschikt zijn voor beleggers met een korte beleggingshorizon, zo benadrukt Millet.

Of het niet steeds moeilijker wordt om factorpremies te oogsten nu het aantal factorbeleggers in sneltempo toeneemt, die zorg in de markt deelt Millet niet. ‘Ja, misschien dat we dat punt ooit gaan bereiken, maar zover is het nog lang niet. Wereldwijd wordt nu 14 procent passief belegd, en slechts 5 procent daarvan is via smart bèta strategieën. Het is nu dus een goed moment om ermee te beginnen.’  

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No