Waar “oud geld” er vooral naar streefde vermogens in tact te laten, gaat “nieuw geld” de wijde wereld in - om die wereld beter te maken. Frederik Redelé, managing director van multi-family office Commenda vertelt hoe hij vermogende ondernemers helpt met impact maken.
Hoeveel families bedienen jullie bij Commenda?
‘Ongeveer vijftien families. Dat is niet zoveel, maar we ontzorgen financieel meerdere familieleden, daar zijn ook extreem vermogenden bij. Het grootste deel van onze klanten is eerste generatie, zoals wij dat noemen. Voor sommigen doen we alles, we zijn zelfstandig bevoegd in de vennootschappen van de cliënten doordat we een trustvergunning hebben, maar er zijn ook klanten die veel zelf doen, dan verzorgen wij bijvoorbeeld alleen de administratie. Wij bedienen eigenlijk geen ‘oud geld’, dat vind je meer bij klassieke single family offices. Wij zitten op de Amsterdamse Zuidas, met vijfentwintig mensen. Het is niet super formeel, je ziet hier geen driedelige pakken.’
Streven jouw klanten ernaar hun vermogen zo veel mogelijk intact te houden?
‘Bij oud geld, zonder actieve onderneming, zie je dat vaker. Maar je krijgt te maken met belastingen, scheidingen en de overdracht naar de volgende generatie, waardoor vermogen verspreid raakt en afneemt. Als je niet echt waarde toevoegt aan het vermogen is het moeilijk om met beleggen rijk te blijven, zeker als je er ook nog van moet leven. Bij ons gaat dat anders. Wij bedienen bijvoorbeeld een aantal tech-ondernemers die in korte tijd veel hebben verdiend. Vaak begint het bij traditioneel beleggen en dan gaat het verder naar impact investing, vervolgens naar filantropie met venture capital en dan volgt weggeven. Dat is een opvallende ontwikkeling, veel van onze klanten willen liever de wereld verbeteren dan alles bij elkaar houden om na te laten aan hun kinderen.’
Hoe beleggen jouw klanten?
‘Ondernemers willen graag winnen. Geld verdienen is bijna een soort spel voor hen, dat is leuker dan rijk zijn. Terwijl voor beleggen opgaat wat mijn grootmoeder altijd zei: geld verdienen doe je met je billen, door erop te blijven zitten. Ik vraag altijd eerst: wat heb je in het verleden gedaan, hoe heb je je geld verdiend? Dat biedt voorspellende waarde over hoe mensen willen beleggen. In het begin is het risicoprofiel doorgaans gematigd. Maar als mensen langer vermogend zijn, en ze merken dat hun uitgavenpatroon niet veel meer verandert, dan staan ze open voor beleggen met iets meer risico. Dan komt private equity in beeld, met meer risico, maar waarmee je ook een grotere bijdrage aan de wereld kan leveren.’
Hoe ben je begonnen?
‘Ik kom uit ondernemersfamilies, mijn grootmoeder was een Van Houten-telg, van de chocolade, en mijn grootvaders familie maakte de Victoria-koekjes. Dus dat krijg je mee. Mijn vader overleed helaas jong en toen moest ik het verder zelf gaan ontdekken. Ik werd vermogensbeheerder bij Kempen & Co, met targets, je moest geld binnenhalen. Maar soms merkte je dat klanten erg afhankelijk waren van jouw advies. En onafhankelijk advies is belangrijk. Via wat omzwervingen ben ik voor mezelf begonnen als onderdeel van een trustkantoor. Met het idee: ik wil vermogende families financieel ontzorgen. En dat ging goed, mijn eerste klant was gelijk een zeer grote internationaal opererende ondernemer. Als je op dat soort vermogens werkt, moet je overzicht creëren, rapportages maken. Via die rapportages ben ik verder gegroeid, ik had daar mooie software voor aangeschaft. Na een incident bij het trustkantoor heb ik me daaruit teruggetrokken en ben ik alleen verder gegaan. Nu zit ik alweer ruim vijftien jaar hier op de Zuidas, in dit gebouw.’
Kun je zeggen dat jullie geen eigen beleggingsfilosofie hebben maar alles afstemmen op wat de klant wil?
‘Volledig. Helemaal. Doordat we maatwerk leveren kunnen we bijvoorbeeld onze onderzoeken minder vaak delen met andere cliënten. We gaan op zoek naar een passend fonds, daar maken we een analyse van en de klant beslist dan of er wordt ingestapt op niet. Soms worden we ook benaderd als eerste investeerders bij een nieuw te starten fonds. Zo hebben we de Wire Group maar ook het Rubio-fonds ondersteund. Die konden door onze steun laten zien aan potentiële investeerders: kijk we hebben al enkele grote investeerders van tien of twintig miljoen, doe daarom ook mee. Die vorm van innovatie vind ik ook een geschikte rol voor family offices die zich richten op impact.’
Hoe kom je aan nieuwe klanten?
‘Ik praat met iedereen en doe gekke dingen. Maar alleen de dingen die ik zelf leuk vind, ik golf bijvoorbeeld niet. Zo ben ik graag in Schotland en ik ben helemaal gek van ballet, daar spreek ik ook weer mensen. Door mijn bestuursfunctie bij de Stichting Nationale Opera & Ballet Fonds zit ik in de jury van de Alexandra Radius-prijs voor nieuw talent. Dat vraagt best wat tijd, maar je moet ook iets teruggeven aan de maatschappij, naast financiële ondersteuning. Je krijgt wat dat betreft vanzelf de klanten die bij je passen. In dat opzicht is een family office heel anders dan een private bank of een grootbank. Die hebben schaalgrootte nodig. We gaan trouwens binnenkort onze principes en hoe we georganiseerd zijn duidelijk op papier zetten. Zodat we de vragen die wij aan externe partijen stellen, ook zelf goed kunnen beantwoorden.’
Jullie zijn heel enthousiast over impactbeleggen.
‘Klopt, we zijn ongeveer vier jaar geleden gestart en toen is er een groot bedrag naar gealloceerd. Daarna kwam er jaarlijks meer geld bij. We werken veel met buitenlandse vermogensbeheerders, daar zit meer expertise omdat ze groter zijn en gespecialiseerd. We zoeken mooie projecten bij wat onze klanten willen, dat kan bijvoorbeeld iets zijn met de energietransitie of met biodiversiteit. Tegenwoordig komen mensen ook met projecten naar ons, omdat ze weten dat wij dit doen. Sinds kort werken we met Qdrop om gerealiseerde impact te meten en rapporteren, dat is belangrijk om goed bij te kunnen sturen en te weten wat effectief is.’
Kun je een voorbeeld noemen van een project dat maatschappelijke impact heeft?
‘We zijn bezig met een project in sociale huisvesting, Cokopen, van Bart Hartman. Mijn klanten financieren mede zijn stichting. We gaan voor middeninkomens tot 75.000 euro zorgen voor betaalbare woonruimte. En als mensen na een periode doorschuiven, krijgen ze een deel van de waardestijging – als die er is – mee als startkapitaal voor een eigen nieuwe woning. Bij waardedaling hoeven ze niet bij te betalen. Dat willen we graag groot maken. Het is zo langzamerhand een maatschappelijke plicht geworden om betaalbare woningen te creëren.’
Heb je nog nieuwe dingen op stapel staan?
‘We zullen in omvang nooit veel groter worden dan nu. Op mijn verlanglijst staat nog wel de wens een passieve beleggingsportefeuille te creëren en ik wil graag impact private equity fondsen adviseren. Vooral om een simpele oplossing te creëren, iets waar je makkelijk in en uit kunt stappen, zodat meer mensen kunnen meedoen aan positief investeren. Een ander idee is een feederstructuur, maar dat werken we nog verder uit.’